Jaarprevalentie van alcoholstoornis 2019-2022
Sla de grafiek Jaarprevalentie alcoholstoornis naar opleiding 2019-2022 over en ga naar de datatabelBron: NEMESIS-3
- Diagnose op basis van de DSM (Diagnostic and statistical manual of mental disorders. Classificatie voor psychische stoornissen. De DSM is ontwikkeld onder verantwoordelijkheid van de American Psychiatric Association.)-5. Voor vrouwen en de totale groep zijn er statistisch significante verschillen tussen de opleidingstypen.
- Achterliggende cijfers op de website van NEMESIS-3
Bij vrouwen meer alcoholstoornissen bij hbo'ers en universitair geschoolden
Een stoornis in het gebruik van alcohol (alcoholstoornis) komt bij vrouwen vaker voor bij hbo (Hoger beroepsonderwijs)'ers en universitair geschoolden (ten Have et al. 2023 (ten Have, M., Tuithof, M., Dorsselaer, S., Schouten, f., Luik, A.I., de Graaf, R., Prevalence and trends of common mental disorders from 2007-2009 to 2019-2022: results from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Studies (NEMESIS), including comparison of prevalence rates before vs. during the COVID-19 pandemic. (2023)) ). De jaarprevalentie (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.) van alcoholstoornissen is in deze groep 5,3%, vergeleken met 2,6% bij vrouwen met een havo (Hoger algemeen voortgezet onderwijs)-, vwo (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs)- of mbo (Middelbaar beroepsonderwijs)-opleiding en 1,9% bij vrouwen met basisonderwijs of een vmbo (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs)-opleiding (NEMESIS-3 (NEMESIS-3, De psychische gezondheid van de Nederlandse bevolking ()) ). Bij mannen is het patroon in opleidingsverschillen vergelijkbaar met dat bij vrouwen, maar er zijn geen statistisch significante verschillen tussen de opleidingstypen (NEMESIS-3 (NEMESIS-3, De psychische gezondheid van de Nederlandse bevolking ()) ).
- Definities en verandering in classificatiesysteem psychische stoornissen
- Cijfers over (overmatig) alcoholgebruik bij volwassenen en jongeren
- Bronverantwoording
- S. van Dorsselaer (Trimbos-instituut)
- M. ten Have (Trimbos-instituut)
- E.M. Zantinge (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- C. Hendriks, red. (RIVM)