Ruim driekwart van de Nederlanders heeft jaarlijks contact met een huisartsenpraktijk
In 2022 heeft meer dan driekwart (77,6%) van de mensen die bij een huisartsenpraktijk ingeschreven staan éénmaal of vaker contact met de huisartsenpraktijk. Dat kan een telefonisch of fysiek consult bij de huisarts zijn, een consult bij een praktijkondersteuner ggz (POH (Praktijkondersteuner Huisartsen)-ggz) of een visite door de huisarts. De meeste mensen (83,7%) die contact hadden, hadden een consult met de huisarts. Patiënten die in een jaar contact hebben met een huisartsenpraktijk, hebben jaarlijks vijf contacten.
Bijna alle ouderen van 85 jaar en ouder hebben contact met een huisartsenpraktijk
In de groep kinderen was het percentage dat contact had met de huisartsenpraktijk van 0 tot en met 4 jaar het hoogst (79%). Van de kinderen van 5 tot en met 17 jaar had 67,9% contact met de huisartsenpraktijk. Vanaf 18 jaar neemt het percentage personen dat contact heeft toe met de leeftijd. In de groep 85 jaar en ouder heeft vrijwel iedereen minimaal één keer in een jaar contact met de huisartsenpraktijk.
Registratie versus zelfrapportage
De grafiek met de cijfers over het meest recente jaar is gebaseerd op de Nivel Zorgregistratie Eerstelijn, een contactregistratie door de huisartsen. De gegevens in trendgrafiek zijn gebaseerd op de CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)-Gezondheidsenquête, een zelfrapportage. Door het gebruik van verschillende bronnen verschilt het gemiddelde in beide grafieken van elkaar.
Geslacht
Sla de grafiek Trend contact met de huisarts 2014-2022 over en ga naar de datatabelBron: CBS-Gezondheidsenquête
- * De gegevens zijn gestandaardiseerd (gestand.) naar de Nederlandse bevolking van 2022 en getoetst.
- De dataverzameling van de Gezondheidsenquête was in 2020 en 2021 verstoord door de COVID-19-pandemie. Ook hebben de pandemie en de bijbehorende maatregelen mogelijk de gezondheid van de respondenten beïnvloed. Zie de verantwoording voor meer informatie.
Leeftijd
Sla de grafiek Trend contact met de huisarts 2014-2022 over en ga naar de datatabelBron: CBS-Gezondheidsenquête
- * De gegevens zijn gestandaardiseerd (gestand.) naar de Nederlandse bevolking van 2022 en getoetst.
- De dataverzameling van de Gezondheidsenquête was in 2021 verstoord door de COVID-19-pandemie. Ook hebben de pandemie en de bijbehorende maatregelen mogelijk de gezondheid van de respondenten beïnvloed. Zie de verantwoording voor meer informatie.
Contact met de huisarts gedaald
Het percentage mensen in de bevolking dat contact heeft met de huisarts is significant gedaald tussen 2014 en 2022. Dit geldt voor zowel mannen, vrouwen als de gehele groep. Deze afname geldt ook voor alle leeftijdsgroepen.
Registratie versus zelfrapportage
De gegevens in trendgrafiek zijn gebaseerd op de CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)-Gezondheidsenquête, een zelfrapportage. De grafiek met de cijfers over het meest recente jaar is gebaseerd op de Nivel Zorgregistratie Eerstelijn, een contactregistratie door de huisartsen. Door het gebruik van verschillende bronnen verschilt het gemiddelde in beide grafieken van elkaar. Door het gebruik van verschillende bronnen verschilt het gemiddelde in beide grafieken van elkaar.
- Bronverantwoording
- Achterliggende cijfers Nivel Zorgregistratie eerste lijn
- De cijfers van het Nivel komen overeen met cijfers gebaseerd op de CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)-Gezondheidsenquête die geen gegevens van bewoners van verzorgingshuizen meeneemt. Voor meer informatie over de verschillen tussen beide bronnen, zie Specifiek aandachtspunt bij cijfers over gebruik huisartsenzorg.
- Het aantal contacten met de huisarts geeft een indicatie van het gebruik van eerstelijnszorg (zie Operationalisatie gebruik eerstelijnszorg).
- R. Gijsen (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- M.H.D. Plasmans (RIVM)
- C. Deuning (RIVM)