Foetale sterfte na een zwangerschapsduur van 24 weken
Indicatorwaarde
Per 1.000 geborenen
3,2
Verslagjaar: 2021
Trend
3-jarige trend
2019 | 2021 |
Stijgende trend; ongunstig; niet getoetst (er is geen statistische toets uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil )
Interpretatie indicator
Uitkomstmaten die betrekking hebben op de gezondheid van baby’s in hun eerste levensjaar, en dan met name sterftecijfers, worden vaak gebruikt als maat voor de kwaliteit van perinatale zorg. De voornaamste oorzaken rondom perinatale sterfte (Perinatale sterfte: De som van doodgeboorte en vroegneonatale sterfte (sterfte in de eerste 7 dagen) of neonatale sterfte (sterfte in de eerste 28 dagen). De perinatale sterfte wordt uitgedrukt per 1.000 levend- en doodgeborenen. ) zijn aangeboren aandoeningen, (ernstige) vroeggeboorte en foetale groeibeperking. Risicofactoren die van invloed zijn op perinatale sterfte zijn onder andere leeftijd van de moeder, lage sociaaleconomische status, wonen in een achterstandswijk, overgewicht (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2 ), migratieachtergrond, roken tijdens de zwangerschap en bepaalde ziekten, zoals diabetes of hoge bloeddruk (Aune et al. 2014 (Aune, D, Saugstad, ODidrik, Henriksen, T, Tonstad, S, Maternal body mass index and the risk of fetal death, stillbirth, and infant death: a systematic review and meta-analysis. (2014)) ; Bertens et al. 2020 (Bertens, L.C.M., Ochoa, LBurgos, Van Ourti, T, Steegers, E.A.P, Been, JV., Persisting inequalities in birth outcomes related to neighbourhood deprivation. (2020)) ; Garssen & van der Meulen 2004 (Garssen, J. J., van der Meulen, A., Ontwikkelingen rond de perinatale sterfte. CBS Bevolkingstrends, 3e kwartaal 2004, Voorburg / Heerlen (2004)) ; de Graaf et al. 2008 (de Graaf, J. P., Ravelli, A. C. J., Wildschut, H. I. J., Denktaş, S., Voorham, A.J.J., Bonsel, G. J., Steegers, E.A.P, Perinatale uitkomsten in de vier grote steden en de prachtwijken in Nederland (2008)) ; Lawn et al. 2016 (Lawn, JE., Blencowe, H, Waiswa, P, Amouzou, A, Mathers, C, Hogan, D, Flenady, V, Frøen, FJ., Qureshi, ZU., Calderwood, C, Shiekh, S, Jassir, FBianchi, You, D, McClure, EM., Mathai, M, Cousens, S, Lancet Ending Preventable Stillbirths Series study group, Lancet Stillbirth Epidemiology investigator group, Stillbirths: rates, risk factors, and acceleration towards 2030. (2016)) ; Marchi et al. 2015 (Marchi, J., Berg, M., Dencker, A., Olander, E. K., Begley, C., Risks associated with obesity in pregnancy, for the mother and baby: a systematic review of reviews. (2015)) ; Ravelli et al. 2020 (Ravelli, AC. J., Eskes, M, van der Post, JA. M., Abu-Hanna, A, de Groot, CJ. M., Decreasing trend in preterm birth and perinatal mortality, do disparities also decline? (2020)) ; () ; Vos et al. 2015 (Vos, AA., Denktaş, S, Borsboom, GJ. J. M., Bonsel, GJ., Steegers, E.A.P, Differences in perinatal morbidity and mortality on the neighbourhood level in Dutch municipalities: a population based cohort study. (2015)) ).
Omdat de oorzaken en risicofactoren beïnvloed (kunnen) worden door de kwaliteit van zorg tijdens de preconceptie, zwangerschap, geboorte en neonatale periode hebben ook invloed op de mortaliteit en morbiditeit van de baby (Bonsel et al. 2010 (Bonsel, G. J., Birnie, E., Denktaş, S., Poeran, J. J., Steegers, E.A.P, Lijnen in perinatale sterfte. Signalementstudie Zwangerschap en Geboorte 2010, Rotterdam (2010)) ).
Internationaal
Sla de grafiek Foetale sterfte 2019 over en ga naar de datatabelBron: Euro-Peristat
1 Cijfers inclusief zwangerschapsafbrekingen, voor Nederland geldt dat zwangerschapsafbrekingen na 24 weken zeldzaam zijn, voor België is dit onbekend.
Verantwoordingstabel foetale sterfte
Toelichting |
|
---|---|
Volledige naam indicator |
Foetale sterfte na een zwangerschapsduur van 24 weken |
Bron |
Nationaal: Perinatale Registratie Nederland (Perined) Internationaal: Euro-Peristat(PDF) |
Berekening |
Teller: alle baby's die na een zwangerschapsduur van 24 weken of meer na de geboorte geen enkel teken van leven hebben getoond. |
Toelichting bij de berekening |
Sinds 2021 is gekozen om te kijken naar de sterfte vanaf een zwangerschapsduur van 24 weken, dit was 22 weken. In de periode tussen 22 en 24 weken vinden actieve zwangerschapsafbrekingen plaats, omdat deze nog niet kunnen worden verwijderd uit de registratie geeft de grens van 22 weken mogelijk een vertekend beeld van de kwaliteit van zorg. |
Interpretatie |
Uitkomstmaten die betrekking hebben op de gezondheid van baby’s in hun eerste levensjaar, en dan met name sterftecijfers, worden vaak gebruikt als maat voor de kwaliteit van perinatale zorg. De voornaamste oorzaken rondom perinatale sterfte (Perinatale sterfte: De som van doodgeboorte en vroegneonatale sterfte (sterfte in de eerste 7 dagen) of neonatale sterfte (sterfte in de eerste 28 dagen). De perinatale sterfte wordt uitgedrukt per 1.000 levend- en doodgeborenen. ) zijn aangeboren aandoeningen, (ernstige) vroeggeboorte en foetale groeibeperking. Risicofactoren die van invloed zijn op perinatale sterfte zijn onder andere leeftijd van de moeder, lage sociaaleconomische status, wonen in een achterstandswijk, overgewicht (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2 ), migratieachtergrond, roken tijdens de zwangerschap en bepaalde ziekten, zoals diabetes of hoge bloeddruk (Aune et al. 2014 (Aune, D, Saugstad, ODidrik, Henriksen, T, Tonstad, S, Maternal body mass index and the risk of fetal death, stillbirth, and infant death: a systematic review and meta-analysis. (2014)) ; Bertens et al. 2020 (Bertens, L.C.M., Ochoa, LBurgos, Van Ourti, T, Steegers, E.A.P, Been, JV., Persisting inequalities in birth outcomes related to neighbourhood deprivation. (2020)) ; Garssen & van der Meulen 2004 (Garssen, J. J., van der Meulen, A., Ontwikkelingen rond de perinatale sterfte. CBS Bevolkingstrends, 3e kwartaal 2004, Voorburg / Heerlen (2004)) ; de Graaf et al. 2008 (de Graaf, J. P., Ravelli, A. C. J., Wildschut, H. I. J., Denktaş, S., Voorham, A.J.J., Bonsel, G. J., Steegers, E.A.P, Perinatale uitkomsten in de vier grote steden en de prachtwijken in Nederland (2008)) ; Lawn et al. 2016 (Lawn, JE., Blencowe, H, Waiswa, P, Amouzou, A, Mathers, C, Hogan, D, Flenady, V, Frøen, FJ., Qureshi, ZU., Calderwood, C, Shiekh, S, Jassir, FBianchi, You, D, McClure, EM., Mathai, M, Cousens, S, Lancet Ending Preventable Stillbirths Series study group, Lancet Stillbirth Epidemiology investigator group, Stillbirths: rates, risk factors, and acceleration towards 2030. (2016)) ; Marchi et al. 2015 (Marchi, J., Berg, M., Dencker, A., Olander, E. K., Begley, C., Risks associated with obesity in pregnancy, for the mother and baby: a systematic review of reviews. (2015)) ; Ravelli et al. 2020 (Ravelli, AC. J., Eskes, M, van der Post, JA. M., Abu-Hanna, A, de Groot, CJ. M., Decreasing trend in preterm birth and perinatal mortality, do disparities also decline? (2020)) ; () ; Vos et al. 2015 (Vos, AA., Denktaş, S, Borsboom, GJ. J. M., Bonsel, GJ., Steegers, E.A.P, Differences in perinatal morbidity and mortality on the neighbourhood level in Dutch municipalities: a population based cohort study. (2015)) ). Omdat de oorzaken en risicofactoren beïnvloed (kunnen) worden door de kwaliteit van zorg tijdens de preconceptie, zwangerschap, geboorte en neonatale periode hebben ook invloed op de mortaliteit en morbiditeit van de baby (Bonsel et al. 2010 (Bonsel, G. J., Birnie, E., Denktaş, S., Poeran, J. J., Steegers, E.A.P, Lijnen in perinatale sterfte. Signalementstudie Zwangerschap en Geboorte 2010, Rotterdam (2010)) ). |
Jaar |
2021 |
- S. Brukx (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- R. Gijsen (RIVM)