Aantal ziekenhuisopnamen met als hoofddiagnose diabetes mellitus

Indicatorwaarde

Per 10.000 inwoners

4,5

Verslagjaar: 2021

Trend

3-jarige trend
2019   
2021

Dalende trend; gunstig; niet getoetst er is geen statistische toets uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil (er is geen statistische toets uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil)

Interpretatie indicator

Wanneer mensen met diabetes goede zorg krijgen en in staat worden gesteld goed voor zichzelf te zorgen (zelfmanagement), kan dat een positief effect hebben op meerdere risicofactoren, zoals bloedglucosewaarde, bloeddruk, cholesterolgehalte en roken. Dit kan complicaties en ziekenhuisopnamen voorkomen. Goede en tijdige zorg, gecombineerd met ondersteuning en zelfmanagement-educatie zijn daarom van groot belang. Deze zorg wordt met name  geleverd in de eerste lijn, en zo nodig op een polikliniek. Daarnaast kan een gezonde leefstijl het ontstaan van diabetes voorkómen, en daarmee ook het ontstaan van complicaties en ziekenhuisopnamen. Het aantal opnamen ten gevolge van diabetes kan geïnterpreteerd worden als maat voor kwaliteit en toegankelijkheid van de eerstelijnszorg en publieke gezondheidszorg, en wordt internationaal gebruikt om vermijdbare ziekenhuisopnamen te meten. 

Trend

Sla de grafiek Trend ziekenhuisopnamen voor diabetes mellitus over en ga naar de datatabel

Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ)

  • Gestandaardiseerd naar de OECD standaard voor 15 jaar en ouder.
  • In 2013 was de gegevensbron (LBZ ()) onvolledig, daarom worden er van dat jaar geen gegevens getoond. In 2014 was van ongeveer 2,3% van alle opnamen geen diagnose geregistreerd. De schatting van het aantal opnamen is daarom mogelijk iets te laag. Na 2014 was de onvolledigheid zeer klein. In de periode voor 2013 is gecorrigeerd voor deze onvolledigheid.

Verantwoordingstabel ziekenhuisopnamen diabetes

 

Toelichting

Volledige naam indicator

Aantal ziekenhuisopnamen met als hoofddiagnose diabetes mellitus

Bron

Ziekenhuisgegevens: tot en met 2012: LMR; vanaf 2014: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ);

Bevolkingsgegevens: Basisregistratie personen (BRP);

Internationaal: OECD Health Statistics

Berekening

Teller: aantal personen van 15 jaar en ouder dat in de periode van een jaar opgenomen is geweest in een ziekenhuis met als hoofddiagnose  diabetes mellitus.
Noemer: bevolking van 15 jaar en ouder.

Toelichting bij berekening

Exclusie van dagopnamen, opnamen bij vrouwen met een diagnose in verband met zwangerschap, bevalling of kraambed, opnamen waarbij de patiënt overleed tijdens de opname en opnamen vanuit een ander ziekenhuis.

Interpretatie

Wanneer mensen met diabetes goede zorg krijgen en in staat worden gesteld goed voor zichzelf te zorgen (zelfmanagement), kan dat een positief effect hebben op meerdere risicofactoren, zoals bloedglucosewaarde, bloeddruk, cholesterolgehalte en roken. Dit kan complicaties en ziekenhuisopnamen voorkomen. Goede en tijdige zorg, gecombineerd met ondersteuning en zelfmanagement-educatie zijn daarom van groot belang. Deze zorg wordt met name  geleverd in de eerste lijn, en zo nodig op een polikliniek. Daarnaast kan een gezonde leefstijl het ontstaan van diabetes voorkómen, en daarmee ook het ontstaan van complicaties en ziekenhuisopnamen. Het aantal opnamen ten gevolge van diabetes kan geïnterpreteerd worden als maat voor kwaliteit en toegankelijkheid van de eerstelijnszorg en publieke gezondheidszorg, en wordt internationaal gebruikt om vermijdbare ziekenhuisopnamen te meten. 

Volledigheid van de gegevens In 2013 was de gegevensbron (LBZ ()) onvolledig, daarom worden er van dat jaar geen gegevens getoond. In 2014 was van ongeveer 2,3% van alle opnamen geen diagnose geregistreerd. De schatting van het aantal opnamen vanwege diabetes mellitus is daarom mogelijk iets te laag. Na 2014 was de onvolledigheid zeer klein. In de periode voor 2013 is gecorrigeerd voor deze onvolledigheid.

  • S. Brukx (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • R. Gijsen (RIVM)