Aantal ziekenhuisopnamen met hoofddiagnose astma en COPD Chronic obstructive pulmonary disease (Chronische obstructieve longziekten) (Chronic obstructive pulmonary disease (Chronische obstructieve longziekten))

Indicatorwaarde

Per 10.000 inwoners

12,5

Verslagjaar: 2021

Trend

3-jarige trend
2019   
2021

Dalende trend; gunstig; niet getoetst er is geen statistische toets uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil (er is geen statistische toets uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil)

Interpretatie indicator

De zorg voor astma en COPD Chronic obstructive pulmonary disease (Chronische obstructieve longziekten) (Chronic obstructive pulmonary disease (Chronische obstructieve longziekten)) vindt in de meeste gevallen plaats in de eerste lijn. Acute verslechtering en ziekenhuisopnamen door astma en COPD kunnen in de meeste gevallen worden voorkomen indien men beschikt over een goed functionerend gezondheidszorgsysteem, waar eerstelijnszorg (en indien nodig poliklinische zorg) toegankelijk en van hoge kwaliteit is. Daarnaast kan een gezonde leefstijl het ontstaan van complicaties voorkomen.

Het aantal ziekenhuisopnamen ten gevolg van astma en COPD kan geïnterpreteerd worden als maat voor kwaliteit en toegankelijkheid van de publieke gezondheidszorg, eerstelijnszorg en poliklinische zorg, en wordt internationaal gebruikt om vermijdbare ziekenhuisopnamen te meten.

Trend

Sla de grafiek Trend ziekenhuisopnamen voor astma en COPD over en ga naar de datatabel

Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ)

  • Gestandaardiseerd naar de OECD standaard voor 15 jaar en ouder.
  • In 2013 was de gegevensbron (LBZ ()) onvolledig, daarom worden er van dat jaar geen gegevens getoond. In 2014 was van ongeveer 2,3% van alle opnamen geen diagnose geregistreerd. De schatting van het aantal opnamen is daarom mogelijk iets te laag. Na 2014 was de onvolledigheid zeer klein. In de periode voor 2013 is gecorrigeerd voor deze onvolledigheid.

 

Verantwoordingstabel ziekenhuisopnamen astma en COPD

 

Toelichting

Volledige naam indicator

Aantal ziekenhuisopnamen met als hoofddiagnose astma of COPD Chronic obstructive pulmonary disease (Chronische obstructieve longziekten) (Chronic obstructive pulmonary disease (Chronische obstructieve longziekten))

Bron

Ziekenhuisgegevens: tot en met 2012: LMR; vanaf 2014: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ);

Bevolkingsgegevens: Basisregistratie personen (BRP);

Internationaal: OECD Health Statistics

Berekening

Teller: aantal personen van 15 jaar en ouder dat in de periode van een jaar opgenomen is geweest in een ziekenhuis met als hoofddiagnose astma of COPD.
Noemer: bevolking van 15 jaar en ouder.

Toelichting bij berekening

Exclusie van dagopnamen, opnamen bij vrouwen met een diagnose in verband met zwangerschap, bevalling of kraambed, opnamen waarbij de patiënt overleed tijdens de opname en opnamen vanuit een ander ziekenhuis.
Bij astma: opnamen bij mensen met een diagnose cystische fibrose of aangeboren afwijking van het ademhalingsstelsel. 

Interpretatie

De zorg voor astma en COPD vindt in de meeste gevallen plaats in de eerste lijn. Acute verslechtering en ziekenhuisopnamen door astma en COPD kunnen in de meeste gevallen worden voorkomen indien men beschikt over een goed functionerend gezondheidszorgsysteem, waar eerstelijnszorg (en indien nodig poliklinische zorg) toegankelijk en van hoge kwaliteit is. Daarnaast kan een gezonde leefstijl het ontstaan van complicatie voorkomen.

Het aantal ziekenhuisopnamen ten gevolg van astma en COPD kan geïnterpreteerd worden als maat voor kwaliteit en toegankelijkheid van de publieke gezondheidszorg, eerstelijnszorg en poliklinische zorg, en wordt internationaal gebruikt om vermijdbare ziekenhuisopnamen te meten.

Volledigheid van de gegevens In 2013 was van ongeveer 2,3% van alle opnamen geen diagnose geregistreerd. De schatting van het aantal opnamen vanwege astma of COPD is daarom mogelijk iets te laag. Na 2014 was de onvolledigheid zeer klein. In de periode voor 2014 is gecorrigeerd voor de onvolledigheid. 

  • S. Brukx (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • R. Gijsen (RIVM)