Opleidingsgroepen 2023

Sla de grafiek Opleidingsgroepen 2023 over en ga naar de datatabel

Bron: Enquête beroepsbevolking (EBB), CBS; gegevens bewerkt door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).

Ruim een derde van de bevolking heeft een hbo of wo-opleiding

In 2023 had 38% van de 25-plussers een hbo- of wo-diploma (roze in grafiek). Het percentage mensen met een havo, vwo- of mbo-opleiding was 35% (geel in grafiek) en 26% had primair onderwijs of een vmbo-opleiding gevolgd (blauw in grafiek). Onder mannen was het percentage met primair onderwijs of een vmbo-opleiding lager dan onder vrouwen (25% tegenover 27%). Het percentage mensen met een havo-, vwo- of mbo-opleiding en het percentage mensen met een hbo- of wo-opleiding was onder mannen juist hoger dan onder vrouwen.


Totaal

Sla de grafiek Opleidingsgroepen naar leeftijd 2023 over en ga naar de datatabel

Bron: Enquête beroepsbevolking (EBB), CBS; gegevens bewerkt door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)

  • De labels van de opleidingstypen vermelden de grootste opleidingsgroepen. Zie de toelichting op opleidingstypen voor meer informatie.

Mannen

Sla de grafiek Opleidingsgroepen mannen naar leeftijd 2023 over en ga naar de datatabel

Bron: Enquête beroepsbevolking (EBB), CBS; gegevens bewerkt door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)

  • De labels van de opleidingstypen vermelden de grootste opleidingsgroepen. Zie de toelichting op opleidingstypen voor meer informatie.

Vrouwen

Sla de grafiek Opleidingsgroepen vrouwen naar leeftijd 2023 over en ga naar de datatabel

Bron: Enquête beroepsbevolking (EBB), CBS; gegevens bewerkt door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).

  • De labels van de opleidingstypen vermelden de grootste opleidingsgroepen. Zie de toelichting op opleidingstypen voor meer informatie.

Meer jonge mensen met een hbo- of wo-opleiding dan ouderen

Onder jonge mensen was het percentage hbo- of wo-opgeleiden in 2023 hoger dan onder ouderen (roze in grafiek). Meer dan de helft van de 25 tot en met 44-jarigen (52%) was hbo- of wo-opgeleid; onder 65-plussers was dit 23%. Onder 65-plussers is het percentage met primair onderwijs of een vmbo-opleiding juist hoger dan onder jongeren (blauw in grafiek). In 2023 had 45% van de 65-plussers primair onderwijs of een vmbo-opleiding; onder 25 tot en met 44-jarigen was dit 13%.

Meer jonge vrouwen hbo- of wo-opgeleid dan jonge mannen

Het percentage mensen met een hbo- of wo-opleiding is hoger onder jonge vrouwen dan onder jonge mannen. In 2023 had 56% van de 25 tot en met 44-jarige vrouwen een hbo- of universitaire (wo) opleiding tegenover 48% van de mannen in dezelfde leeftijdsgroep. Het percentage met primair onderwijs of een vmbo-opleiding is in deze leeftijdsgroep juist iets hoger onder mannen (15%) dan onder vrouwen (11%). Onder 65-plussers was het percentage hbo- of wo-opgeleiden hoger onder mannen (28%) dan onder vrouwen (19%). In deze leeftijdsgroep is het percentage vrouwen met primair onderwijs of een vmbo-opleiding (53%) juist groter dan het percentage mannen met primair onderwijs of een vmbo-opleiding (37%).


Trend opleidingsgroepen

Sla de grafiek Trend opleidingsgroepen 2013-2023 over en ga naar de datatabel

Bron: Enquete beroepsbevolking (EBB), CBS, gegevens bewerkt door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)

De betekenis van opleiding is over de tijd veranderd

Door de tijd heen hebben meer mensen in de Nederlandse bevolking een hbo- of wo-opleiding afgerond (roze in grafiek). Deze ontwikkeling is al een aantal decennia gaande en heeft ook doorgezet in de  afgelopen 10 jaar. In 2013 had 28% van de bevolking (15-75 jarigen) een hbo- of wo-opleiding afgerond, in 2023 was dat toegenomen naar 36%. Het percentage mensen met primair onderwijs of een vmbo-opleiding nam in deze periode juist af (blauw in grafiek). In 2013 had 29% van de bevolking (15-75 jaar) primair onderwijs of een vmbo-opleiding afgerond, in 2023 was dat afgenomen naar 26%. Deze ontwikkeling vond met name plaats bij vrouwen (niet in grafiek).

Over de tijd is de samenstelling van opleidingsgroepen dus langzaam veranderd. Ook is er sprake van diploma-inflatie. Met hetzelfde diploma kon je vroeger een betere baan met een bijbehorende sociaaleconomische status verwerven  – opklimmen via je werk – dan tegenwoordig. Voor het maken van vergelijkingen door de tijd is het belangrijk om hier rekening mee te houden (Broeders et al., 2018 Broeders, D. W. J., Das, H. D., Jennissen, R. P. W., Tiemeijer, W. L., de Visser, M., Van verschil naar potentieel: een realistisch perspectief op de sociaaleconomische gezondheidsverschillen, Den Haag (2018) (Broeders, D. W. J., Das, H. D., Jennissen, R. P. W., Tiemeijer, W. L., de Visser, M., Van verschil naar potentieel: een realistisch perspectief op de sociaaleconomische gezondheidsverschillen, Den Haag (2018)) ). Op VZinfo is dit gedaan door gebruik te maken van de relatieve opleidingspositie De betekenis van hoogst behaalde opleiding verschilt per generatie en geslacht. De relatieve opleidingspositie houdt hier rekening mee. (De betekenis van hoogst behaalde opleiding verschilt per generatie en geslacht. De relatieve opleidingspositie houdt hier rekening mee.). Zie voor meer uitleg hierover de Methode.


  • M.J. Buijs (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)
  • T. Jansen-van Eijndt (RIVM) 
  • E.A. van der Wilk, red (RIVM) 
  • V. Hermans, red (RIVM)