Percentage vroeggeboorte, laag geboortegewicht en Big2

Sla de grafiek Percentage vroeggeboorte, laag geboortegewicht en Big2 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Perined, 2022; RIVM 2024RIVM, Monitor Kansrijke Start 2023. RIVM-rapport 2023-0463, Bilthoven (2024)

  • Big2 is de combinatie van  vroeggeboorte (vóór 37 weken zwangerschapsduur) en/of een laag geboortegewicht voor de zwangerschapsduur (< p10 Hoftiezer).

14,8% van kinderen te vroeg geboren en/of met laag geboortegewicht voor zwangerschapsduur

Van alle kinderen die in 2021 levend- en doodgeboren werden was 14,8% te vroeg geboren (vóór 37 weken zwangerschapsduur) en/of had een laag geboortegewicht voor de zwangerschapsduur (Perined 2022Perined, Perined via www.peristat.nl v2.3 geraadpleegd op 15-12-2022 , Utrecht (2022)). De combinatie van vroeggeboorte en/of laag geboortegewicht wordt ook wel aangeduid als ‘Big2’ en is één van de indicatoren om de resultaten van het Actieprogramma Kansrijke Start te monitoren. In dit programma slaan het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport), gemeenten, partijen uit de geboortezorg en de JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg) de handen ineen met als doel meer kinderen een kansrijke start te geven. Zie Landelijke Monitor Kansrijke Start | RIVM voor meer informatie over de indicator. 

6,6% te vroeg geboren en 9,7% had laag geboortegewicht

Van alle levend- en doodgeboren kinderen in 2021 werd 6,6% te vroeg geboren. In totaal ging het om 11.350 kinderen. Het grootste deel (5,6% of wel 9.543 kinderen) werd tussen 32 en 36 weken geboren. 251 baby's (0,15% van alle baby's) werd extreem vroeg geboren (vóór 26 weken zwangerschap) (Perined 2022Perined, Perined via www.peristat.nl v2.3 geraadpleegd op 15-12-2022 , Utrecht (2022)). Verder had in 2021 9,7% (16.677 kinderen) van alle levend- en doodgeboren kinderen bij geboorte een laag gewicht voor de zwangerschapsduur. Voor eenlingen was het percentage 9,1% en voor meerlingen 30,9% (Perined 2022Perined, Perined via www.peristat.nl v2.3 geraadpleegd op 15-12-2022 , Utrecht (2022)). Een laag gewicht voor de zwangerschapsduur is gedefinieerd als een geboortegewicht onder het 10de percentiel op de geboortegewichtcurven (Hoftiezer-gewichtspercentielen). Deze curven geven weer wat het optimale geboortegewicht is van kinderen geboren bij de betreffende zwangerschapsduur. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt naar geslacht (Hoftiezer et al. 2018Hoftiezer, L, Hof, MH. P., Dijs-Elsinga, J, Hogeveen, M, Hukkelhoven, C.W.P.M., van Lingen, RA., From population reference to national standard: new and improved birthweight charts (2018)Perined 2019Perined, Perinatale zorg in Nederland anno 2018: landelijke perinatale cijfers en duiding, Utrecht (2019)). Zowel te vroeg geboren kinderen (voor 37 weken) als op tijd geboren kinderen (vanaf 37 weken) kunnen een laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap hebben.  De percentages vroeggeboorte en laag geboortegewicht  kunnen daarom niet bij elkaar worden opgeteld tot de Big2. 


Trend in Big2

Sla de grafiek Trend in Big2 2012-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Perined, 2022;  RIVM 2024RIVM, Monitor Kansrijke Start 2023. RIVM-rapport 2023-0463, Bilthoven (2024)

  • Big2 is de combinatie van  vroeggeboorte (vóór 37 weken zwangerschapsduur) en/of een laag geboortegewicht voor de zwangerschapsduur (< p10 Hoftiezer).

Percentage vroeggeboorte en laag geboortegewicht voor zwangerschapsduur tussen 2012 en 2012 gedaald

Het percentage kinderen dat te vroeggeboren is en/of een laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap had (samen Big2 genoemd) daalde van 16,3% in 2021 naar 14,8% in 2021. Het percentage vroeggeboorten is gedaald van 7,4% in 2012 naar 6,6% in 2021. Het percentage baby’s met een laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap is in dezelfde periode gedaald van 10,7% naar 9,7%. Dit blijkt uit gekoppelde gegevens van gynaecologen, verloskundigen en kinderartsen (Perined 2022Perined, Perined via www.peristat.nl v2.3 geraadpleegd op 15-12-2022 , Utrecht (2022)). 

Meerdere mogelijke oorzaken voor daling

Eén van de oorzaken van de daling in het percentage vroeggeboorten is de afname van het percentage meerlingen sinds een advies  uit 2004 om minder bevruchte embryo’s terug te plaatsen bij IVF In Vitro Fertilisatie. Methode waarbij eicellen door middel van een punctie uit de eierstokken van de vrouw worden gehaald en buiten het lichaam worden bevrucht (reageerbuisbevruchting). Daarna worden de bevruchte eicellen in de baarmoeder geplaatst met als doel een zwangerschap tot stand te… (In Vitro Fertilisatie. Methode waarbij eicellen door middel van een punctie uit de eierstokken van de vrouw worden gehaald en buiten het lichaam worden bevrucht (reageerbuisbevruchting). Daarna worden de bevruchte eicellen in de baarmoeder geplaatst met als doel een zwangerschap tot stand te…). Omdat meerlingen een grotere kans op vroeggeboorte hebben, kan dit tot 2016 hebben bijgedragen aan de daling in vroeggeboorten want daarna daalde het percentage meerlingen niet meer (Jansen et al. 2006Jansen, C.W., van Kammen, J., Bonsel, G. J., Kremer, J. A. M., Evers, J. L. H., Wladimiroff, J. W., Wetenschappelijke basis voor vruchtbaarheidszorg (2006)Smeenk 2015Smeenk, J., Landelijke IVF-cijfers 1996-2014 (2015);  CBS Bevolkingsstatistiek, via CBS StatLine). In een studie onder eenlingen geboren tussen 2010 en 2015 werd ook een daling in het percentage vroeggeboorten gevonden (Ravelli et al. 2020Ravelli, AC. J., Eskes, M, van der Post, JA. M., Abu-Hanna, A, de Groot, CJ. M., Decreasing trend in preterm birth and perinatal mortality, do disparities also decline? (2020)). Dit duidt erop dat ook andere factoren een rol spelen. In een andere studie onder eenlingen geboren tussen 2003 en 2017 werd een daling in laag geboortegewicht voor zwangerschapsduur gevonden (Bertens et al. 2020Bertens, L.C.M., Ochoa, LBurgos, Van Ourti, T, Steegers, E.A.P, Been, JV., Persisting inequalities in birth outcomes related to neighbourhood deprivation. (2020)). Volgens de auteurs van die studie speelden bij deze daling mogelijk aanpassingen in het rookbeleid en een afname in het percentage roken een rol (Bertens et al. 2020Bertens, L.C.M., Ochoa, LBurgos, Van Ourti, T, Steegers, E.A.P, Been, JV., Persisting inequalities in birth outcomes related to neighbourhood deprivation. (2020); Peelen et al. 2016Peelen, MJ, Sheikh, A., Kok, M, Hajenius, P., Zimmermann, L.J., Kramer, B.W., Hukkelhoven, C.W., Reiss, I.K.M., Mol, B.W., Been, J.V., Tobacco control policies and perinatal health: a national quasi-experimental study. (2016)). Roken is een risicofactor voor zowel vroeggeboorte als laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap (zie Oorzaken vroeggeboorte en laag geboortegewicht). 


Trend in Big2 naar kwetsbaarheid

Sla de grafiek Trend in Big2 naar kwetsbaarheid 2017-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Perined, 2022; RIVM 2024RIVM, Monitor Kansrijke Start 2023. RIVM-rapport 2023-0463, Bilthoven (2024)

  • Big2 is de combinatie van  vroeggeboorte (vóór 37 weken zwangerschapsduur) en/of een laag geboortegewicht voor de zwangerschapsduur (< p10 Hoftiezer).
  • Voor informatie over de gebruikte definitie van kwetsbaarheid zie Kansrijke Start | Kwetsbaarheid

Percentage Big2 hoger voor kinderen die te maken hebben met een kwetsbare situatie

Het percentage kinderen met een vroeggeboorte en/of laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap (Big2) is hoger wanneer deze kinderen te maken hebben met een kwetsbare situatie in vergelijking met kinderen waarvoor dit niet geldt. Wel daalde het percentage van 22,3% in 2017 naar 20,7% in 2021. Onder kinderen die niet te maken hebben met een kwetsbare situatie daalde het percentage van 14,6% in 2017 naar 14,2% in 2021 (RIVM 2024RIVM, Monitor Kansrijke Start 2023. RIVM-rapport 2023-0463, Bilthoven (2024)). Kwetsbaarheid is gebaseerd op een combinatie van verschillende risico- en beschermende factoren. De volgende factoren over de moeder en het huishouden zijn hierbij meegenomen: leeftijd, etniciteit, aantal bevallingen, asielzoekersstatus, opleidingsniveau, huishoudinkomen, sociaaleconomische positie (bron van inkomen), schulden, type arbeidscontract, gezinssituatie, burgerlijke staat, scheiding, gezinsgrootte, jeugdondersteuning in gezin, zorguitgaven (totaal, huisarts, ziekenhuis), medicatiegebruik, verslaving, licht verstandelijke beperking, slachtoffer/ verdachte van misdrijf, detentie, verhuizingen, verlies partner of kind, woning- en motorvoertuigbezit, afstand tot huisarts, leefbaarheid van de buurt  (RIVM 2024RIVM, Monitor Kansrijke Start 2023. RIVM-rapport 2023-0463, Bilthoven (2024)).


  • A.J.M. Waelput (Erasmus MC)
  • M. Harbers, red. (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))