Tabel: Bronnen bij de cijfers over ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder (Aandachtstekort-stoornis met hyperactiviteit))
Bron |
Indicator in VZinfo | Gepresenteerde populatie VZinfo | Meer informatie |
---|---|---|---|
Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-3 (NEMESIS-3) |
Prevalentie ADHD bij volwassenen Prevalentie ADHD in kindertijd |
Nederlandse bevolking van 18 tot en met 75 jaar |
NEMESIS-3 |
Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA (Longitudinal Aging Study Amsterdam)) | Prevalentie ADHD bij ouderen | Nederlandse bevolking van 60 tot en met 94 jaar | LASA |
CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)-Gezondheidsenquête, voorheen POLS, gezondheid en welzijn | ADHD-achtige symptomen | Nederlandse kinderen van 2 tot en met 11 jaar | CBS-Gezondheidsenquête, POLS, gezondheid en welzijn |
Health Behaviour in School-Aged Children (HBSC (Health Behaviour in School-aged Children)) Study | Aantal kinderen met ADHD-achtige symptomen / Hyperactiviteit | Nederlandse jongeren van 11 tot en met 16 jaar | HBSC |
Nivel Zorgregistratie eerste lijn | Jaarprevalentie | Nederlandse bevolking |
Psychische stoornissen in bevolkingsonderzoek NEMESIS-3
Gegevens over het vóórkomen van psychische stoornissen op bevolkingsniveau komen uit het NEMESIS-onderzoek (ten Have et al. 2023 (ten Have, M., Dorsselaer, S., Schouten, f., de Graaf, R., Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-3 (NEMESIS-3): Objectives, methods and baseline characteristics of the sample. (2023)) ; NEMESIS-3). Sinds 1996 zijn er drie NEMESIS-studies uitgevoerd onder de volwassen bevolking in Nederland. De cijfers op VZinfo komen uit de derde meting, NEMESIS-3. NEMESIS-3 is gebaseerd op een landelijke steekproef van 6.194 personen van 18 tot en met 75 jaar. De gewogen respons bedroeg 54,6%. De deelnemers aan NEMESIS-3 zijn redelijk representatief voor de Nederlandse bevolking, maar er waren op een aantal kenmerken kleine afwijkingen. Met behulp van weging is hiervoor gecorrigeerd. Bij de deelnemers is tussen 2019 en 2022 een klinisch interview afgenomen met behulp van de CIDI (Composite international diagnostic interview) 3.0 (ten Have et al. 2023 (ten Have, M., Dorsselaer, S., Schouten, f., de Graaf, R., Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-3 (NEMESIS-3): Objectives, methods and baseline characteristics of the sample. (2023)) ).
De CIDI 3.0 is een diagnostisch instrument dat wordt toegepast in de vorm van een gestructureerd interview. Er wordt gevraagd naar symptomen van psychische stoornissen en de last die mensen daarvan ondervinden. Klinische validatiestudies (Haro et al. 2006 (Haro, J, Arbabzadeh-Bouchez, Brugha, TS., de Girolamo, G, Guyer, Jin, Lepine, J, Mazzi, Reneses, Vilagut, G, Sampson, N, Kessler, R. C., Concordance of the Composite International Diagnostic Interview Version 3.0 (2006)) ) hebben aangetoond dat de CIDI 3.0 lifetime-prevalenties van DSM (Diagnostic and statistical manual of mental disorders. Classificatie voor psychische stoornissen. De DSM is ontwikkeld onder verantwoordelijkheid van de American Psychiatric Association.)-IV stemmings-, angst- en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen over het algemeen met een goede validiteit vaststelt in vergelijking met een semigestructureerd klinisch interview met de SCID (Structured Clinical Interview for DSM (Diagnostic and statistical manual of mental disorders) disorders). Voor NEMESIS-3 werd een aangepaste versie van de CIDI 3.0 gebruikt. Een aantal vragen werd verwijderd, doorverwijzingen werden aangepast en er werden vragen toegevoegd zodat zowel DSM-IV- als DSM-5-stoornissen bepaald kunnen worden. De validiteit en betrouwbaarheid van deze aangepaste versie van CIDI 3.0 werd niet onderzocht. De CIDI werd in NEMESIS-3 afgenomen door interviewers die in een driedaagse cursus getraind werden in het afnemen van de CIDI (ten Have et al. 2023 (ten Have, M., Dorsselaer, S., Schouten, f., de Graaf, R., Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-3 (NEMESIS-3): Objectives, methods and baseline characteristics of the sample. (2023)) ). Er zijn geen diagnosen gesteld door een psychiater of psycholoog. De gemeten stoornissen voldoen aan de vereiste DSM-5-criteria, bijvoorbeeld wat betreft het aantal symptomen en ervaren beperkingen in het functioneren. Binnen de gemeten stoornissen bestaat er echter een variatie in ernst; de aanwezigheid van een stoornis wil niet zeggen dat er altijd (gespecialiseerde) zorg nodig is. De prevalentiecijfers uit NEMESIS geven een goed beeld van het aantal mensen in Nederland dat bepaalde psychische stoornissen heeft. Bovendien kunnen op basis van NEMESIS betrouwbare trends in de tijd vastgesteld worden omdat NEMESIS-2 en -3 op vrijwel dezelfde wijze zijn uitgevoerd.
Ongeveer driekwart van de respondenten werd geïnterviewd nadat de coronapandemie in Nederland uitbrak. Een klein deel (8%) van de interviews is hierdoor afgenomen in de vorm van een video-interview. Er bleek geen verschil te zijn in de prevalentie (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van psychische stoornissen onder de deelnemers vóór en na de uitbraak van de coronapandemie, afgezien van alcoholstoornis (ten Have et al. 2023 (ten Have, M., Dorsselaer, S., Schouten, f., de Graaf, R., Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-3 (NEMESIS-3): Objectives, methods and baseline characteristics of the sample. (2023)) ).