Ruim 4.800 ziekenhuisopnamen voor astma

In 2020 waren er 4.810 klinische ziekenhuisopnamen voor astma. Vrouwen worden vaker opgenomen dan mannen. Het totale aantal klinische ziekenhuisopnamen had betrekking op 21.820 opnamedagen, waarmee de gemiddelde opnameduur 4,5 dagen bedroeg. Het aantal opnamen kan groter zijn dan het aantal opgenomen personen, omdat een persoon meerdere keren per jaar opgenomen kan zijn.

Tabel: Ziekenhuisopnamen voor astma 2020
  Mannen Vrouwen Totaal
Aantal klinische opnamen Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. (Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd.) 2.045 2.765 4.810
Aantal verpleegdagen 7.930 13.890 21.820
Gemiddelde opnameduur (dagen) 3,9 5 4,5
Aantal dagopnamen 1.490 2.510 4.000
Aantal observaties Een observatie is een 'langdurige observatie zonder overnachting'. Dit is een niet geplande vorm van verpleging van minimaal vier aaneengesloten uren, zonder overnachting, op een voor verpleging ingerichte afdeling, met als doel observatie van de patiënt. Een observatie omvat ten minste een… (Een observatie is een 'langdurige observatie zonder overnachting'. Dit is een niet geplande vorm van verpleging van minimaal vier aaneengesloten uren, zonder overnachting, op een voor verpleging ingerichte afdeling, met als doel observatie van de patiënt. Een observatie omvat ten minste een…) 135 150 285
Totaal aantal opnamen 3.665 5.430 9.090

Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (gedownload van CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) Statline in juli 2022)

  • ICD-10 International Classification of Diseases, tenth revision (International Classification of Diseases, tenth revision)-codes: J45-J46
  • Aantal opnamen en verpleegdagen zijn afgerond op vijftallen
  • Cijfers zijn voorlopig
  • In 2020 is een algehele afname te zien in het aantal ziekenhuisopnamen in vergelijking met 2019. Deze afname houdt verband met de COVID-19-uitbraak in 2020 (CBS, 2022).
  • Achterliggende cijfers op CBS StatLine

Ziekenhuisopnamen astma 2020

Sla de grafiek Ziekenhuisopnamen voor astma 2020 over en ga naar de datatabel

Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (gedownload van CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) StatLine in juli 2022)

  • ICD-10 International Classification of Diseases, tenth revision (International Classification of Diseases, tenth revision)-codes: J45-J46
  • Cijfers zijn voorlopig
  • Het absolute aantal ziekenhuisopnamen is zichtbaar in de tabelweergave.
  • In 2020 is een algehele afname te zien in het aantal ziekenhuisopnamen in vergelijking met 2019. Deze afname houdt verband met de COVID-19-uitbraak in 2020 (CBS, 2022).
  • Achterliggende cijfers op CBS StatLine

Aantal ziekenhuisopnamen astma het hoogst op lage en hoge leeftijd

In 2020 waren er 4.810 klinische ziekenhuisopnamen voor astma in Nederland (mannen: 2.045 en vrouwen: 2.765). Dit aantal komt overeen met 2,7 opnamen per 10.000 personen (2,3 per 10.000 mannen en 3,1 per 10.000 vrouwen). Het aantal opnamen neemt eerst af met de leeftijd, maar neemt vanaf de leeftijdsklasse 45 tot 49 jaar weer toe. In de laagste leeftijdsklassen is het aantal opnamen per 10.000 inwoners voor mannen beduidend hoger dan voor vrouwen. Vanaf 15-19 jaar is dit andersom. 


Trend ziekenhuisopnamen astma

Sla de grafiek Ziekenhuisopnamen astma 1981-2020 over en ga naar de datatabel

Bron: Landelijke Medische Registratie (1981-2012) en Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (2013-2020). De cijfers zijn gedownload van CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) StatLine in juli 2022 en bewerkt (gestandaardiseerd) door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).

  • ICD-9 International Classification of Diseases, ninth revision (International Classification of Diseases, ninth revision)-codes: 493 (1981-2012); ICD-10 International Classification of Diseases, tenth revision (International Classification of Diseases, tenth revision)-codes: J45-J46 (2013-2020)
  • Cijfers over 2020 zijn voorlopig
  • Gestandaardiseerd naar de gemiddelde bevolking van Nederland in 2020
  • De absolute cijfers (niet gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.
  • In 2020 is een algehele afname te zien in het aantal ziekenhuisopnamen in vergelijking met 2019. Deze afname houdt verband met de COVID-19-uitbraak in 2020 (CBS, 2022).

Forse afname ziekenhuisopnamen voor astma in 2020

In de periode 2002-2012 is het totale aantal klinische opnamen Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. (Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd.) voor astma toegenomen. Het aantal opnamen voor vrouwen bleef stijgen tot 2016, terwijl het aantal opnamen voor mannen redelijk stabiel bleef. Na 2016 nam het aantal opnamen voor zowel mannen als vrouwen af. Met name in het coronajaar 2020 was er een forse afname in het aantal opnamen voor zowel mannen als vrouwen.  Het relatieve aantal opnamen voor mannen en vrouwen was lange tijd vergelijkbaar, maar vanaf 1996 liepen deze aantallen steeds verder uit elkaar, met een hoger aantal opnamen voor vrouwen. De weergegeven trends zijn gecorrigeerd voor ontwikkelingen in de omvang en leeftijdssamenstelling van de bevolking (standaardisatie). Ook het absolute aantal ziekenhuisopnamen (niet gestandaardiseerd) is in de periode 2016-2019 afgenomen: voor mannen van 3.705 in 2016 naar 2.865 in 2019 en voor vrouwen van 5.130 in 2016 naar 4.525 in 2019. In 2020 waren er 2.025 ziekenhuisopnamen voor mannen en 2.765 voor vrouwen (absolute aantallen zichtbaar in tabelweergave).

Algehele afname ziekenhuisopnamen in 2020 door COVID-19

In 2020 is een algehele afname te zien in het aantal ziekenhuisopnamen in vergelijking met 2019. Deze afname houdt verband met de COVID-19-uitbraak in 2020. Tijdens de coronagolven in 2020 werd een deel van de reguliere (niet-COVID-19) zorg uitgesteld. De mate van afname verschilt per diagnose en leeftijdsgroep (CBS, 2022).


Zorgaanbieders geven voorlichting en advies aan patiënten

Zorgaanbieders, in het bijzonder huisartsen, longartsen, kinderartsen, long- of astmaverpleegkundigen en medewerkers van consultatiebureaus en GGD Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst)’en geven voorlichting en adviezen aan (ouders van jonge) patiënten over het treffen van omgevingsmaatregelen ter voorkoming en vooral ter vermindering van klachten van astma. Fysiotherapeuten ondersteunen patiënten bij het verbeteren van hun lichamelijke conditie en het aanleren van technieken voor ademhaling, ophoesten van vastzittend slijm en ontspanning. Sommige ziekenhuizen of thuiszorginstellingen bieden ook speciale spreekuren of cursussen aan bedoeld om (jonge) patiënten beter met hun ziekte te leren omgaan.

Zelfmanagement kan effectiviteit behandeling en kwaliteit van leven verbeteren

De astmapatiënt kan zelf veel doen om de effectiviteit van de behandeling en zijn kwaliteit van leven te verbeteren. Er is een groot aanbod aan zogenaamde zelfmanagementprogramma’s waarin astmapatiënten leren hun eigen verantwoordelijkheid te nemen voor het welslagen van de behandeling. De programma's hebben vaak de vorm van een groepscursus die bestaat uit meerdere bijeenkomsten.

Zorgstandaarden en richtlijnen voor bevorderen goede zorg

Voor astma zijn verschillende zorgstaandaarden en richtlijnen beschikbaar, waarbij onderscheid wordt gemaakt in de doelgroep kinderen en volwassenen. Een zorgstandaard vormt de 'norm' voor goede preventie en zorg bij astma en heeft als voornaamste doel het bevorderen van goede zorg. In een richtlijn staan 'evidence-based' aanbevelingen voor diagnostiek en behandeling van astma voor specifieke beroepsgroepen.


  • A.M. Gommer (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • C. Hendriks, red. (RIVM)
  • M.C.M. Busch (RIVM)