Naar geslacht en opleiding

Sla de grafiek Beperkingen in horen, zien en mobiliteit naar geslacht en opleiding 2022/2023 over en ga naar de datatabel

Bron: CBS Gezondheidsenquête

  • De labels van de opleidingstypen vermelden de grootste opleidingsgroepen. Zie de toelichting op opleidingstypen voor meer informatie.
  • Beperkingen in ADL Activiteiten van het dagelijks leven (Activiteiten van het dagelijks leven) zijn niet meegenomen in deze grafiek.
  • De ondergrens en bovengrens van het 95% betrouwbaarheidsinterval zijn zichtbaar in tabelweergave.

Naar geslacht, leeftijd en opleiding

Sla de grafiek Beperkingen in horen, zien en mobiliteit naar geslacht, leeftijd en opleiding 2022/2023 over en ga naar de datatabel

Bron: CBS Gezondheidsenquête

  • De labels van de opleidingstypen vermelden de grootste opleidingsgroepen. Zie de toelichting op opleidingstypen voor meer informatie. 
  • Beperkingen in ADL Activiteiten van het dagelijks leven (Activiteiten van het dagelijks leven) zijn niet meegenomen in deze grafiek.
  • De ondergrens en bovengrens van het 95% betrouwbaarheidsinterval zijn zichtbaar in tabelweergave.

Meer mensen met primair onderwijs of een vmbo-opleiding hebben een beperking

De grafiek presenteert cijfers over beperkingen in activiteiten met betrekking tot horen, zien of mobiliteit naar opleiding over 2022 en 2023 samengenomen. De verschillen zijn statistisch getoetst een statistische toets is uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil (een statistische toets is uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil ). Resultaten van deze toetsing zijn:

  • Bij mannen en vrouwen, in iedere leeftijdsgroep, is het percentage mensen met een beperking groter onder mensen met primair onderwijs of een vmbo-opleiding (blauw in grafiek) dan onder hbo- en universitair geschoolden (roze in grafiek). Zo is dit bij mannen van 45 tot en met 64 jaar met primair onderwijs of een vmbo-opleiding 21,0%  ten opzichte van 4,7% van de hbo- en universitair geschoolde mannen in die leeftijdsgroep. Bij vrouwen in de leeftijdsgroep 45 tot en met 64 jaar is dit respectievelijk 29,7% en 7,8%.
  • Bij mannen en vrouwen in de leeftijdsgroepen 25 tot en met 44 jaar en 45 tot en met 64 jaar, is het percentage mensen met een beperking groter onder mensen met primair onderwijs of een vmbo-opleiding (blauw in grafiek) dan onder havo- vwo- of mbo-opgeleiden (geel in grafiek). Dit is ook zo bij vrouwen in de leeftijdsgroep 65 en ouder.
  • Bij mannen en vrouwen in de leeftijdsgroepen vanaf 45 jaar is het percentage mensen met een beperking groter onder mensen met een  havo- vwo- of mbo-opleiding (geel in grafiek) dan onder mensen met een hbo- of universitaire opleiding (roze in grafiek). Dit is ook zo bij vrouwen in de leeftijdsgroep 25 tot en met 44 jaar.

Trend beperkingen in horen, zien of mobiliteit naar opleiding 1999-2023

Sla de grafiek Trend beperkingen in horen, zien of mobiliteit naar opleiding 1999-2023 over en ga naar de datatabel

Bron: CBS Gezondheidsenquête

  • De labels van de opleidingstypen vermelden de grootste opleidingsgroepen. Zie de toelichting op opleidingstypen voor meer informatie. 
  • Beperkingen in ADL Activiteiten van het dagelijks leven (Activiteiten van het dagelijks leven) zijn niet meegenomen in deze grafiek.
  • De ondergrens en bovengrens van het 95% betrouwbaarheidsinterval zijn zichtbaar in tabelweergave.

Percentage mensen met een beperking gestegen in alle opleidingsgroepen

De grafiek presenteert de trend in beperkingen in horen, zien of mobiliteit van 1999-2023 naar opleiding. De verschillen zijn statistisch getoetst een statistische toets is uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil (een statistische toets is uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil ). Resultaten van deze toetsing zijn:

  • Het percentage mensen met een beperking is tussen 1999 en 2023 gestegen in alle opleidingsgroepen. Bij mensen met primair onderwijs of een vmbo-opleiding is dit gestegen met 4,9 procentpunt Een procentpunt geeft het absolute verschil aan tussen waarden die in procenten worden uitgedrukt. Een stijging van 1 procentpunt is bijvoorbeeld een stijging van 4 naar 5%. (Een procentpunt geeft het absolute verschil aan tussen waarden die in procenten worden uitgedrukt. Een stijging van 1 procentpunt is bijvoorbeeld een stijging van 4 naar 5%.) (blauw in grafiek), bij mensen met een havo-, vwo- of mbo-opleiding met 3,6 procentpunt (geel in grafiek) en bij mensen met een hbo- of universitaire opleiding met 1,7 procentpunt (roze in grafiek).

  • G. de Boer (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • A. Wester (RIVM)
  • V. Hermans, red (RIVM)