Illustratie

Influenza

Influenza (ICD-9 International Classification of Diseases, ninth revision (International Classification of Diseases, ninth revision)-code 487; ICD-10 International Classification of Diseases, tenth revision (International Classification of Diseases, tenth revision)-code J10-11) wordt veroorzaakt door het influenzavirus type A of B. De type A-virussen kenmerken zich door een grote mate van variatie in hun oppervlakte-eiwitten, het hemagglutinine (H) en het neuraminidase (N). Er bestaan verschillende subtypen. Voorbeelden hiervan zijn H1N1, H1N2 en H3N2. Deze subtypen circuleren niet allemaal tegelijk, maar vaak in begrensde tijdvakken. Type A is wat betreft ziekte-ernst en sterfte belangrijker dan type B. Van het influenza B-virus bestaan geen subtypen, maar deze worden wel onderverdeeld in lijnen (Yamagata-lijn, Victoria-lijn). Het influenzavirus kan bijna elk jaar een grote of kleine epidemie veroorzaken met hetzelfde ziektebeeld bij alle leeftijdsgroepen. Dit komt doordat van tijd tot tijd nieuwe virusvarianten ontstaan door veranderingen in de eiwitten (antigenen) op het oppervlak van het virus (antigene drift). Doordat de afweer is gericht tegen oppervlakte-antigenen, omzeilt het virus de immuniteit die in de bevolking door natuurlijke infectie of vaccinatie is opgebouwd. Plotselinge veranderingen in een subtype kunnen ook leiden tot een sterk afwijkende antigeenstructuur (antigene shift). Het influenzavirus kan zich dan op grote schaal verspreiden omdat mensen weinig of geen immunologisch verweer hebben tegen dit geheel of gedeeltelijk vernieuwde virus. Er kan dan een wereldwijde epidemie (pandemie) ontstaan.

Het is een acute aandoening van de luchtwegen die met name voorkomt in de koude jaargetijden. De incubatietijd van influenza is één tot drie dagen. Gedurende de eerste week van de ziekte is iemand besmettelijk voor zijn omgeving. De infectie verspreidt zich door hoesten en niezen of door direct contact met de zieke. Het echte ziektebeeld begint vaak met een stijging van de lichaamstemperatuur tot 40 graden Celsius of hoger die gepaard gaat met koude rillingen. Een influenzapatiënt voelt zich ellendig, heeft hoofd- en spierpijn, hoest en/of heeft pijn achter het borstbeen. De koorts duurt bij ongecompliceerde influenza meestal twee tot vijf dagen. Als de koorts verdwenen is, voelt de patiënt zich vaak nog een paar dagen tot weken niet fit. Gezonde mensen doorstaan influenza binnen 1 à 2 weken zonder restverschijnselen.

Op klinische gronden is het moeilijk om in individuele gevallen een duidelijk onderscheid te maken tussen luchtweginfecties veroorzaakt door influenzavirussen en luchtweginfecties veroorzaakt door andere virussen. In de praktijk wordt daarom vaak de diagnose 'influenza-achtig ziektebeeld' (IAZ Influenza-achtig ziektebeeld (Influenza-achtig ziektebeeld)) gesteld, dat als volgt is omschreven in van Gageldonk-Lafeber et al. 2009van Gageldonk-Lafeber, A.B., van der Hoek, W., Dijkstra, F., Brandsema, P. S., Jaarrapportage surveillance respiratoire infectieziekten 2008, Bilthoven (2009):

  • Een acuut begin: vage klachten begonnen hooguit 3-4 dagen eerder.
  • Koorts: lichaamstemperatuur ten minste 38,0 graden Celsius rectaal.
  • Aanwezigheid van minimaal één van de volgende symptomen: hoest, neusverkoudheid, keelpijn, hoofdpijn, pijn ter hoogte van het borstbeen en spierpijn.

Griepseizoen en respiratoir jaar

De cijfers voor influenza worden vaak per seizoen of per respiratoir jaar weergegeven en niet per kalenderjaar. De WHO hanteert voor een ‘seizoen’ de periode van week 40 tot en met week 20 in het daaropvolgende jaar. Voor een respiratoir jaar wordt de periode van week 40 tot en met week 39 in het daaropvolgende jaar aangehouden. Het voordeel hiervan is dat er niet twee epidemieën in één seizoen vallen of dat één epidemie over twee kalenderjaren wordt verdeeld. Bij jaarcijfers kan dat wel gebeuren wat tot een vertekend beeld leidt.


Nationaal Programma Grieppreventie (NPG Nationaal Programma Grieppreventie (Nationaal Programma Grieppreventie))

In 1997 is het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) ingevoerd, met als doel ziekte en sterfte als gevolg van griep te voorkómen. Kinderen en volwassenen met bepaalde chronische aandoeningen en/of verminderde weerstand en alle 60-plussers krijgen hiertoe een gratis griepprik aangeboden. De griepprik kan ernstige gevolgen van griep in de meeste gevallen voorkómen. De doelgroep van de campagne (hoogrisicopatiënten) wordt uitgenodigd door hun huisarts. De huisarts maakt hiertoe zelf een selectie uit zijn patiëntenbestand. Landelijk bezien bestaat de groep die een uitnodiging ontvangt voor ongeveer een derde uit volwassenen tot 60 jaar, voor een derde uit gezonde 60-plussers, voor een kwart uit 60-plussers met chronische aandoeningen.