Ruim 28.000 ziekenhuisopnamen voor hartfalen
In 2020 waren er 28.075 klinische ziekenhuisopnamen voor hartfalen (Hartfalen (decompensatio cordis) is het best te omschrijven als een klinisch syndroom dat bestaat uit een combinatie van klachten en verschijnselen die direct of indirect het gevolg zijn van een tekortschietende pompfunctie van het hart. ), waarvan iets meer dan de helft voor mannen. Het totaal aantal klinische ziekenhuisopnamen had betrekking op 232.040 opnamedagen, waarmee de gemiddelde opnameduur 8,3 dagen bedroeg. Het aantal opnamen kan groter zijn dan het aantal opgenomen personen, omdat een persoon meerdere keren per jaar opgenomen kan zijn.
Tabel: Ziekenhuisopnamen hartfalen 2020
Mannen | Vrouwen | Totaal | |
---|---|---|---|
Aantal klinische opnamen (Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. ) | 14.985 | 13.090 | 28.075 |
Aantal verpleegdagen | 125.100 | 106.940 | 232.040 |
Gemiddelde opnameduur (dagen) | 8,3 | 8,2 | 8,3 |
Aantal dagopnamen | 1.840 | 895 | 2.740 |
Aantal observaties (Een observatie is een 'langdurige observatie zonder overnachting'. Dit is een niet geplande vorm van verpleging van minimaal vier aaneengesloten uren, zonder overnachting, op een voor verpleging ingerichte afdeling, met als doel observatie van de patiënt. Een observatie omvat ten minste een systematische controle van de conditie van de patiënt op bepaalde parameters zoals bewustzijn, bloeddruk of lichaamstemperatuur. ) | 680 | 560 | 1.240 |
Totaal aantal opnamen | 17.505 | 14.545 | 32.050 |
Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (gedownload van CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) Statline in juli 2022)
- ICD-10 (International Classification of Diseases, tenth revision)-code: I50
- Aantal opnamen en verpleegdagen zijn afgerond op vijftallen
- Cijfers zijn voorlopig
- In 2020 is een algehele afname te zien in het aantal ziekenhuisopnamen in vergelijking met 2019. Deze afname houdt verband met de COVID-19-uitbraak in 2020 (CBS, 2022).
- Achterliggende cijfers op CBS StatLine
Ziekenhuisopnamen voor hartfalen
Sla de grafiek Ziekenhuisopnamen voor hartfalen 2020 over en ga naar de datatabelBron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (gedownload van CBS StatLine (De elektronische databank van het CBS. Bevat statistische informatie over vele maatschappelijke en economische onderwerpen in de vorm van tabellen en grafieken.) in juli 2022)
- ICD-10 (International Classification of Diseases, tenth revision)-code: I50
- Cijfers zijn voorlopig
- Het absolute aantal ziekenhuisopnamen is zichtbaar in de tabelweergave.
- In 2020 is een algehele afname te zien in het aantal ziekenhuisopnamen in vergelijking met 2019. Deze afname houdt verband met de COVID-19-uitbraak in 2020 (CBS, 2022).
- Achterliggende cijfers op CBS StatLine
Aantal opnamen hartfalen neemt toe met leeftijd
In 2020 waren er 28.075 klinische ziekenhuisopnamen voor artrose in Nederland (mannen: 14.985 en vrouwen: 13.090). Dit aantal komt overeen met 15,8 opnamen per 10.000 personen (16,9 per 10.000 mannen en 14,6 per 10.000 vrouwen). Het aantal opnamen neemt toe met de leeftijd. Voor alle leeftijdsklassen is het aantal opnamen per 10.000 personen voor mannen hoger dan voor vrouwen.
Ziekenhuisopnamen hartfalen trend
Sla de grafiek Ziekenhuisopnamen hartfalen 1981-2020 over en ga naar de datatabelBron: Landelijke Medische Registratie (1981-2012) en Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (2013-2020). De cijfers zijn gedownload van CBS StatLine (De elektronische databank van het CBS. Bevat statistische informatie over vele maatschappelijke en economische onderwerpen in de vorm van tabellen en grafieken.) in juli 2022 en bewerkt (gestandaardiseerd) door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).
- ICD-9 (International Classification of Diseases, ninth revision)-codes: 402.01, 402.11, 402.91, 404, 428, 429.1, 429.4 (1981-2012); ICD-10 (International Classification of Diseases, tenth revision)-codes: I50 (2013-2020)
- Cijfers over 2020 zijn voorlopig
- Gestandaardiseerd naar de gemiddelde bevolking van Nederland in 2020
- De absolute cijfers (niet gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.
- In 2020 is een algehele afname te zien in het aantal ziekenhuisopnamen in vergelijking met 2019. Deze afname houdt verband met de COVID-19-uitbraak in 2020 (CBS, 2022).
Afname ziekenhuisopnamen voor hartfalen in 2020
Sinds 2009 neemt het aantal klinische opnamen (Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. ) voor hartfalen (Hartfalen (decompensatio cordis) is het best te omschrijven als een klinisch syndroom dat bestaat uit een combinatie van klachten en verschijnselen die direct of indirect het gevolg zijn van een tekortschietende pompfunctie van het hart. ) af. Het relatief aantal opnamen voor mannen en vrouwen lag tot 2002 redelijk ver uit elkaar. Tussen 2002 en 2009 steeg het aantal opnamen voor vrouwen harder dan dat voor mannen, waardoor het relatief aantal opnamen voor mannen en vrouwen dichter bij elkaar kwam te liggen. De weergegeven trends zijn gecorrigeerd voor ontwikkelingen in de omvang en leeftijdssamenstelling van de bevolking (standaardisatie). Het absolute aantal ziekenhuisopnamen (niet gestandaardiseerd) is in de periode 2009-2018 voor mannen licht toegenomen van 14.692 in 2009 naar 15.350 in 2018. Voor vrouwen nam het absolute aantal opnamen in dezelfde periode af van 15.014 in 2009 naar 13.905 in 2018. In 2020 waren er 14.985 ziekenhuisopnamen voor mannen en 13.090 voor vrouwen. De absolute aantallen zijn zichtbaar in de tabelweergave van de grafiek.
Algehele afname ziekenhuisopnamen in 2020 door COVID-19
In 2020 is een algehele afname te zien in het aantal ziekenhuisopnamen in vergelijking met 2019. Deze afname houdt verband met de COVID-19-uitbraak in 2020. Tijdens de coronagolven in 2020 werd een deel van de reguliere (niet-COVID-19) zorg uitgesteld. De mate van afname verschilt per diagnose en leeftijdsgroep (CBS, 2022).
- A.M. Gommer (RIVM)
- C. Hendriks, red. (RIVM)