Illustratie

Hartfalen

Hartfalen (decompensatio cordis) is het best te omschrijven als een klinisch syndroom dat bestaat uit een combinatie van klachten en verschijnselen die direct of indirect het gevolg zijn van een tekortschietende pompfunctie van het hart: het hart kan het bloed niet meer zodanig rondpompen dat het lichaam van voldoende bloed (dus aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen, en afvoer van afbraakproducten) wordt voorzien.

Mensen met hartfalen Hartfalen (decompensatio cordis) is het best te omschrijven als een klinisch syndroom dat bestaat uit een combinatie van klachten en verschijnselen die direct of indirect het gevolg zijn van een tekortschietende pompfunctie van het hart. (Hartfalen (decompensatio cordis) is het best te omschrijven als een klinisch syndroom dat bestaat uit een combinatie van klachten en verschijnselen die direct of indirect het gevolg zijn van een tekortschietende pompfunctie van het hart.)  hebben vaak de volgende klachten: vermoeidheid, benauwdheid, snel buiten adem zijn bij inspanning, vocht vasthouden (waaronder dikke enkels en voeten, snelle gewichtstoename in een paar dagen, vol gevoel in de buik), nachtelijke benauwdheid (Hartstichting, Februari 2020Hartwijzer, Februari 2020).

Verschillende vormen van hartfalen

Er bestaan verschillende vormen van hartfalen. De criteria zijn gebaseerd op de relatieve hoeveelheid bloed die het hart per hartslag uitpompt (linker ventrikel ejectiefractie, LVEF Linkerventrikelejectiefractie (Linkerventrikelejectiefractie)) ofwel de hoeveelheid bloed die door het linker ventrikel uitgepompt wordt gedeeld door de hoeveelheid bloed die zich in het linker ventrikel bevindt bij het begin van de slag. Pas op: dit is niet hetzelfde als verminderd slagvolume (pompfunctie).

  • Heart failure with reduced ejection fraction (HFrEF) ofwel hartfalen met verminderde ejectiefractie (LVEF<40-50%). Het hart knijpt minder goed doordat de hartspier is beschadigd en het hart is gaan ‘uitlubberen’ (verwijd met een dunnere en slappere wand dan normaal). Hierdoor wordt er minder bloed uit het hart gepompt en blijft er dus bloed achter in de hartkamer.
  • Heart failure with preserved fraction (HFpEF) ofwel hartfalen met behouden ejectiefractie (LVEF >50%): de hartspier is vaak dikker en stijver en kan zich niet goed ontspannen. De linker kamer is vaak klein van stuk. Het hart vult zich minder goed met bloed (gestoorde relaxatie) en pompt daardoor per hartslag minder bloed rond (wat er niet in zit kan er ook niet uitgepompt worden). Er is dus sprake van verminderd slagvolume, echter bij een normale ejectiefractie.

Deskundigen verschillen van mening over de te hanteren afkapwaardes voor ejectiefractie en of er nog een tussencategorie moet worden onderscheiden: heart failure with mid-range ejection fraction (HFmrEF): hartfalen met behouden ejectiefractie (LVEF 40-50%) (Ponikowski et al. 2016Ponikowski, P, Voors, AA., Anker, SD., Bueno, H, Cleland, JG. F., Coats, AJ. S., Falk, V, González-Juanatey, JRamón, Harjola, V, Jankowska, EA., Jessup, M, Linde, C, Nihoyannopoulos, P, Parissis, JT., Pieske, B, Riley, JP., Rosano, GM. C., Ruilope, LM., Ruschitzka, F, Rutten, FH., van der Meer, P, ESC Scientific Document Group, 2016 ESC Guidelines for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure: The Task Force for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure of the European Society of Cardiology (ESC). (2016)).

Meerdere criteria voor diagnose hartfalen

Er is discussie hoe de verschillende vormen van hartfalen te diagnosticeren, met name HFpEF. Dit maakt het vergelijken van epidemiologische gegevens over incidentie Het aantal nieuwe gevallen van of nieuwe personen met een bepaalde ziekte in een bepaalde periode, absoluut of relatief. (Het aantal nieuwe gevallen van of nieuwe personen met een bepaalde ziekte in een bepaalde periode, absoluut of relatief.) en prevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief. (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van hartfalen lastig.

Hartfalen kan chronisch of acuut zijn

Met hartfalen wordt meestal chronisch hartfalen bedoeld.
We spreken van acuut hartfalen indien de klachten en verschijnselen binnen enkele uren tot dagen ontstaan. Acuut hartfalen valt weer in categorieën onder te verdelen, waarvan de belangrijkste zijn acuut longoedeem (‘astma cardiale’) en cardiogene shock. Acuut hartfalen kan een eerste uiting zijn van hartfalen (acuut nieuw hartfalen) of een acute verergering van chronisch hartfalen (exacerbatie van chronisch hartfalen) (Grobbee et al. 2005Grobbee, D. E., Rutten, F.H.H., Cramer, MM., Kirkels, JH., Lammers, J. W. J., Hoes, AW., Sachs, A. P. E., Unrecognized heart failure in elderly patients with stable chronic obstructive pulmonary disease. (2005); Hoes et al. 2010Hoes, A. W., Walma, E. P., Rutten, F.H.H., Twickler, T. B., Rohling, R., Jansen, R.W.M.M., Multidisciplinaire richtlijn Hartfalen 2010, Utrecht (2010)).

Klachten bij chronisch hartfalen in het beginstadium weinig uitgesproken

Het klinisch beeld van hartfalen is zeer divers en ook bij individuele patiënten kunnen de klachten van dag tot dag variëren. Vooral in het beginstadium van chronisch hartfalen zijn de verschijnselen weinig uitgesproken, met als gevolg onderdiagnostiek in vroege stadia. Dit kan weer gevolgen hebben voor het schatten van incidentie en prevalentie. Kortademigheid bij inspanning en moeheid/verminderde inspanningstolerantie zijn de eerste, weinig specifieke, klachten die kunnen wijzen op hartfalen. Over het algemeen worden de klachten in de loop van de tijd erger en wordt het klinische beeld duidelijker. In meer gevorderde stadia staat een duidelijk verminderd inspanningsvermogen op de voorgrond, en zijn er veelal duidelijkere tekenen van overvulling van de (veneuze) bloedvaten, wat zich uit als nachtelijke kortademigheid, kortademigheid bij platliggen en dikke enkels (perifeer oedeem).

Klachten bij acuut hartfalen wel kenmerkend

De klachten bij acuut hartfalen zijn, in tegenstelling tot de klachten bij chronisch hartfalen, kenmerkend: plotseling optredende ernstige kortademigheid in rust, klamme huid en reutelende snelle ademhaling, en zwakke pols.

Classificatie van ernst van hartfalen

Om de ernst van hartfalen te beschrijven wordt vaak de classificatie van de New York Heart Association (NYHA) (Criteria Committee New York Heart Association 1994Criteria Committee New York Heart Association, Nomenclature and criteria for diagnosis of diseases of the heart and great vessels., Boston, Mass (1994)NYHA Classification, versie 2018) gebruikt. Deze classificatie is gebaseerd op beperkingen in fysieke activiteit. 

Klasse Symptomen
Klasse I Geen duidelijke klinische symptomen, geen beperking van activiteiten; wel een meetbare vermindering van de linkerventrikelfunctie.
Klasse II Licht; enige klachten rijdens fysieke inspanning. Weinig/geen klachten in rust.
Klasse III Matig ernstig; reeds klachten bij geringe (alledaagse) lichamelijke inspanning.
Klasse IV Ernstig; klachten (vermoeidheid en/of kortademigheid) in rust.

Alternatieve indeling met nadruk op preventie

De indeling van de American College of Cardiology Foundation (ACCF) en American Heart Association (AHA) legt meer de nadruk legt op de mogelijkheden van preventie en behandeling (WRITING COMMITTEE MEMBERS et al. 2013WRITING COMMITTEE MEMBERS, Yancy, CW., Jessup, M, Bozkurt, B, Butler, J, Casey, DE., Drazner, MH., Fonarow, GC., Geraci, SA., Horwich, T, Januzzi, JL., Johnson, M.R., Kasper, EK., Levy, WC., Masoudi, FA., McBride, PE., McMurray, JJ. V., Mitchell, JE., Peterson, PN., Riegel, B, Sam, F, Stevenson, LW., Tang, WH Wilson, Tsai, EJ., Wilkoff, BL., American College of Cardiology Foundation/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines, 2013 ACCF/AHA guideline for the management of heart failure: a report of the American College of Cardiology Foundation/American Heart Association Task Force on practice guidelines. (2013)). Deze indeling is in vier chronologisch opeenvolgende stadia: A, B, C en D. De laatste twee stadia worden opgevat als manifest hartfalen.

Stadium  
A Een hoog risico op hartfalen. In dit stadium zijn alleen nog maar risicofactoren aanwezig, zoals hypertensie verhoogde bloeddruk (verhoogde bloeddruk), diabetes of coronair lijden.
B Er zijn structurele hartafwijkingen, maar geen klachten of symptomen van hartfalen.
C Er zijn structurele hartafwijkingen, en klachten en symptomen van hartfalen.
D Hartfalen waarvoor gespecialiseerde behandeling noodzakelijk is.