Voorkomen van diverse zoönosen in Nederland verschilt sterk
Zoönosen zijn infectieziekten die overgedragen kunnen worden van dier op mens en andersom. Er zijn zoönosen die in Nederland veel voorkomen, zoals campylobacteriose, de ziekte van Lyme en samonellose. Ook zijn er zoönosen die weinig voorkomen, minder dan vijftig in Nederland opgelopen gevallen per jaar, zoals brucellose en orthohantavirus. Veel zoönoseverwekkers komen in Nederland niet voor, maar er kunnen wel gevallen zijn waarbij de ziekte in het buitenland is opgelopen, zoals hondsdolheid (rabiës) en MERS-CoV (een coronavirusinfectie die in het Midden-Oosten voorkomt). Tot slot zijn er zoönosen die nu nog sporadisch in Nederland voorkomen, maar waarvan de verwachting is dat deze in de komende decennia toe zullen nemen. Voorbeelden van dergelijke ‘opkomende zoönosen’ zijn hazenpest (tularemie), waarvan na decennialange afwezigheid sinds 2011 enkele autochtone humane gevallen zijn vastgesteld, en de vossenlintworm (echinokokkose). De verwachting dat de incidentie (Het aantal nieuwe gevallen van of nieuwe personen met een bepaalde ziekte in een bepaalde periode, absoluut of relatief.) van een aantal opkomende zoönosen in Nederland, die tot enkele jaren geleden nog afwezig waren, zal toenemen. In De Staat van Zoönosen maakt het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) ieder jaar in opdracht van de NVWA (Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit ) een overzicht van de belangrijkste zoönosen in Nederland. Het betreft voornamelijk zoönosen die door artsen bij de GGD (Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst ) gemeld moeten worden en/of door dierenartsen bij de NVWA gemeld moeten worden. Onderstaande tabel geeft een korte samenvatting van de cijfers uit de Staat van Zoönosen 2023. Zie de Staat van Zoönosen voor een volledig overzicht.
Tabel: Voorkomen meldingsplichtige zoönosen op basis van Wpg (Wet publieke gezondheid) 2023 (bron: Staat van Zoönosen)
Ziekten | Geschatte voorkomen in Nederland |
---|---|
Antrax | In 2023 zijn geen nieuwe patiënten gemeld |
Aviaire influenza (vogelgriep) | 0 besmettingen (28 mensen bemonsterd met luchtwegklachten die contact hebben gehad met HPAI geïnfecteerde vogels, vanwege mogelijke besmetting met het aviaire influenzavirus tijdens een HPAI H5N8- of H5N1-uitbraak). |
Botulisme | 1 geval van infantiel botulisme bevestigd met laboratoriumdiagnostiek. |
Brucellose | 4 meldingen (Osiris) |
BSE/TSE/(v)CJD | 0 meldingen |
Campylobacteriose | 4.672 laboratorium bevestigde gevallen ISIS-AR (Infectieziekten Surveillance Informatie Systeem - Antibiotica Resistentie ) |
Echinococcose | 45 nieuwe patiënten (niet meldingsplichtig) |
Leptospirose | 122 bevestigde patiënten |
Listeriose | 95 gerapporteerde patiënten, waarvan 6 zwangerschap gerelateerd. |
Mers-CoV (inclusief SARS-CoV-2) | Geen relevante gegevens voor Nederland |
Orthohantavirus | 30 meldingen |
Psittacose (papegaaienziekte) en andere Chlamydia-infecties van dierlijke oorsprong | 75 meldingen (Osiris) |
Q-koorts | 4 meldingen acute Q-koorts (Osiris) |
Rabiës | Geen relevante gegevens voor Nederland |
Samonellose | 2.368 gediagnosticeerde salmonellose gevallen |
STEC | 576 meldingen |
Trichinellose | In 2023 zijn sera van 28 patiënten getest, deze sera testten allemaal negatief. |
Tuberculose | Alleen is M. bovis een zoönotische verwekker: 6 tuberculosemeldingen M. bovis (NTR, RIVM-Cib) |
Tularemie | 7 patiënt met een eerste ziektedag in 2023 |
Westnijlvirus | 0 infecties |
Voedselgerelateerde uitbraken | In 2023 registreerden de NVWA en de GGD'en in totaal 911 voedselgerelateerde uitbraken met 3.500 ziektegevallen. |
Yersiniose | In de humane kiemsurveillance zijn in 2023 193 patiënten waargenomen. |
C.M. Deuning, red. (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))