Voorkomen van diverse zoönosen in Nederland verschilt sterk

Zoönosen zijn infectieziekten die overgedragen kunnen worden van dier op mens en andersom. Er zijn zoönosen die in Nederland veel voorkomen, zoals campylobacteriose, de ziekte van Lyme en samonellose. Ook zijn er zoönosen die weinig voorkomen, minder dan vijftig in Nederland opgelopen gevallen per jaar, zoals brucellose en orthohantavirus. Veel zoönoseverwekkers komen in Nederland niet voor, maar er kunnen wel gevallen zijn waarbij de ziekte in het buitenland is opgelopen, zoals hondsdolheid (rabiës) en MERS-CoV (een coronavirusinfectie die in het Midden-Oosten voorkomt). Tot slot zijn er zoönosen die nu nog sporadisch in Nederland voorkomen, maar waarvan de verwachting is dat deze in de komende decennia toe zullen nemen. Voorbeelden van dergelijke ‘opkomende zoönosen’ zijn hazenpest (tularemie), waarvan na decennialange afwezigheid sinds 2011 enkele autochtone humane gevallen zijn vastgesteld, en de vossenlintworm (echinokokkose). De verwachting dat de incidentie Het aantal nieuwe gevallen van of nieuwe personen met een bepaalde ziekte in een bepaalde periode, absoluut of relatief. (Het aantal nieuwe gevallen van of nieuwe personen met een bepaalde ziekte in een bepaalde periode, absoluut of relatief.) van een aantal opkomende zoönosen in Nederland, die tot enkele jaren geleden nog afwezig waren, zal toenemen. In De Staat van Zoönosen maakt het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) ieder jaar in opdracht van de NVWA Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit) een overzicht van de belangrijkste zoönosen in Nederland. Het betreft voornamelijk zoönosen die door artsen bij de GGD Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst) gemeld moeten worden en/of door dierenartsen bij de NVWA gemeld moeten worden. Onderstaande tabel geeft een korte samenvatting van de cijfers uit de Staat van Zoonosen 2021. Zie de Staat van Zoönosen voor een volledig overzicht.

Tabel: Voorkomen diverse zoönosen 2021 (bron: Staat van Zoönosen)

Ziekten Geschatte voorkomen in Nederland
 Aviaire influenza (vogelgriep) 0 besmettingen (6 mensen bemonsterd met luchtwegklachten die contact hebben gehad met HPAI geïnfecteerde vogels, vanwege mogelijke besmetting met het aviaire influenzavirus tijdens een HPAI H5N8- of H5N1-uitbraak).
Brucellose 2 meldingen (Osiris)
Campylobacteriose 2.692 laboratoriumbevestigde gevallen (ISIS-A)
4.219 gevallen gecorrigeerd voor dekkingsgraad
Echinococcose 53 nieuwe patiënten
Leptospirose 58 bevestigde patiënten
Listeriose 94 gerapporteerde patiënten (Osiris), waarvan 1 zwangerschap gerelateerd
Orthohantavirus 37 meldingen
Psittacose (papegaaienziekte) 55 meldingen (Osiris)
Q-koorts 6 meldingen (Osiris)
Samonellose 1.062 geschatte gevallen
STEC 483 meldingen
Tuberculose Alleen is M. bovis een zoönotische verwekker:
5 meldingen (NTR, RIVM-Cib)
Tularemie 5 patiënten met een eerste ziektedag in 2021

 

Effect van de COVID-19-uitbraak op zoönotische infecties

De jaren 2020 en 2021 waren uitzonderlijk wat betreft infectieziekten-epidemiologie. De COVID-19-uitbraak was de aanleiding voor een uitgebreid pakket aan niet-farmaceutische interventies, om verspreiding van het virus tegen te gaan. Deze niet-farmaceutische interventies bestonden uit maatregelen die varieerden van algemene hygiënemaatregelen en bron- en contactonderzoek tot het beperken van bijeenkomsten, ontmoedigen van reizen en het sluiten van horeca-, cultuur- en onderwijsinstellingen. De maatregelen werden gedurende de pandemie aangepast. Ook de perceptie en het gedrag ten aanzien van hygiëne, zorggebruik en activiteiten veranderde. Al deze factoren hebben gedurende invloed gehad op zowel de verspreiding als de monitoring van andere infectieziekten dan COVID-19 in Nederland.

C.M. Deuning, red. (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))