Uitgaven aan de gezondheidszorg als percentage van het bbp

Indicatorwaarde

Percentage van het bbp

13,2*

Verslagjaar: 2022; * o.b.v. brede definitie zorguitgaven

Trend

4-jarige trend
2019   
2022

Stabiele trend; niet getoetst er is geen statistische toets uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil (er is geen statistische toets uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil)

Interpretatie indicator

Vanuit het oogpunt van betaalbaarheid is het gewenst dat de zorguitgaven niet sterker groeien dan de totale omvang van de economie (ofwel het bruto binnenlands product; bbp). Als het percentage zorguitgaven van het bbp beperkt blijft, kunnen bestedingen van gezinnen, bedrijven en de overheid ook aan andere belangrijke consumptiedoelen ten goede komen. Een lager percentage zorguitgaven van het bbp is vanuit dat perspectief beter.

Er zijn meerdere definities van zorguitgaven. Voor de Nederlandse trend wordt zowel de brede definitie van het CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek), als de internationale definitie getoond. Voor de internationale vergelijking wordt de internationale definitie gehanteerd. Het grootste verschil tussen deze definities is dat de brede CBS definitie ook uitgaven aan welzijn, jeugdzorg en kinderopvang meeneemt. Zie ook de prestatie-indicator "zorguitgaven volgens drie benaderingen".

De uitsplitsing naar zorgfunctie geeft weer welk percentage van het bbp wordt besteed per zorgfunctie. Onder de categorie overig vallen onder andere ondersteunende diensten (radiologie, ambulancevervoer), welzijn (inclusief jeugdzorg en kinderopvang) en bestuur en financiële administratie. 

Internationaal

Sla de grafiek Uitgaven aan de gezondheidszorg als percentage van het bbp 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: OECD

  • De totale uitgaven aan de gezondheidszorg als percentage van het bpp is zichtbaar in de tabelweergave.
  • Onder overig wordt onder andere verstaan: geneeskundige diensten zoals laboratorium- en radiologie diensten en patiëntentransport, overheidsadministratie en andere diensten niet elders ondergebracht.

Verantwoordingstabel uitgaven aan de gezondheidszorg als percentage van het bbp

 

Toelichting

Volledige naam indicator

Uitgaven aan de gezondheidszorg als percentage van het bbp

Bronnen

CBS (nationaal)OECD health statistics (internationaal)

Berekening

Teller: totale zorguitgaven.
Noemer: bruto binnenlands product.

Interpretatie

Vanuit het oogpunt van betaalbaarheid is het gewenst dat de zorguitgaven niet sterker groeien dan de totale omvang van de economie (ofwel het bruto binnenlands product; bbp). Als het percentage zorguitgaven van het bbp beperkt blijft, kunnen bestedingen van gezinnen, bedrijven en de overheid ook aan andere belangrijke consumptiedoelen ten goede komen. Een lager percentage zorguitgaven van het bbp is vanuit dat perspectief beter.

Er zijn meerdere definities van zorguitgaven. Voor de Nederlandse trend wordt zowel de brede definitie van het CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek), als de internationale definitie getoond. Voor de internationale vergelijking wordt de internationale definitie gehanteerd. Het grootste verschil tussen deze definities is dat de brede CBS definitie ook uitgaven aan welzijn, jeugdzorg en kinderopvang meeneemt. Zie ook de prestatie-indicator "zorguitgaven volgens drie benaderingen".

De uitsplitsing naar zorgfunctie geeft weer welk percentage van het bbp wordt besteed per zorgfunctie. Onder de categorie overig in de nationale trend vallen onder andere ondersteunende diensten (radiologie, ambulancevervoer), welzijn (inclusief jeugdzorg en kinderopvang), sociale hulp en bestuur en financiële administratie.

COVID-19

De coronacrisis is van grote invloed geweest op de zorguitgaven. Er zijn zowel grote uitgaven gedaan aan directe zorg voor COVID-19-patiënten als aan preventie, vaccinaties, ondersteuning en compensatie. Zo valt onder de zorguitgaven ook de compensatie die zorgaanbieders konden krijgen voor weggevallen omzet vanwege het uitstellen/vervallen van reguliere zorg of de extra kosten die gemaakt moesten worden om zorg te kunnen leveren. Daarnaast vallen ook de kosten van de uitgekeerde zorgbonus, de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen, extra opvang voor dak- en thuislozen en de opsporing van corona, zoals opzetten van teststraten, laboratoriumonderzoek en bron- en contactonderzoek, onder deze extra zorguitgaven voor COVID-19 (CBS, 2021).

Jaar

2022 (nationaal); 2021 (internationaal)

Literatuur OECD, Eurostat, WHO, 2017

  • S. Brukx (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • R. Gijsen (RIVM)