Vroege opsporing verbetert niet per se kwaliteit van leven
Vroege opsporing met PSA (Prostaat specifiek antigeen) kan leiden tot vaststelling van langzaam groeiende en niet levensbedreigende tumoren en hiermee wordt de overleving aanzienlijk verlengd (Karim-Kos et al. 2008 (Karim-Kos, HE., de Vries, E, Soerjomataram, I., Lemmens, V, Coebergh, J. W. W., Siesling, SS., Recent trends of cancer in Europe: a combined approach of incidence, survival and mortality for 17 cancer sites since the 1990s (2008)) ). Dit verbetert niet per se de kwaliteit van leven. Patiënten moeten bijvoorbeeld langer leven met de wetenschap kankerpatiënt te zijn. Bovendien kan er sprake zijn van overbehandeling, wat betekent dat mannen onnodig worden behandeld. De behandeling kan neveneffecten veroorzaken, zoals erectieproblemen, plasklachten en darmklachten (Irwig & Armstrong 2000 (Irwig, L., Armstrong, B., EUROCARE-2: relevance for assessment of quality of cancer services? (2000)) ; Korfage 2005 (Korfage, I. J., Localized prostate cancer and quality of life. Screening, treatment and methodological issues, Rotterdam (2005)) ; Coleman et al. 2003 (Coleman, M.P., Gatta, G., Verdecchia, A., Estève, J., Sant, M., Storm, H., Allemani, C., Ciccolallo, L., Berrino, F., EUROCARE Working Group, Santaquilani, M, EUROCARE-3 summary: cancer survival in Europe at the end of the 20th century. (2003)) ).
Wetenschappelijke basis bevolkingsonderzoek prostaatkanker nog onvoldoende
Er is onvoldoende wetenschappelijke basis voor een bevolkingsonderzoek naar prostaatkanker (Djulbegovic et al. 2010 (Djulbegovic, M, Beyth, RJ., Neuberger, MM., Stoffs, TL., Vieweg, J, Djulbegovic, B, Dahm, P, Screening for prostate cancer: systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials. (2010)) ; Andriole et al. 2010 (Andriole, GL., Bostwick, DG., Brawley, OW., Gomella, LG., Marberger, M, Montorsi, F, Pettaway, CA., Tammela, TL., Teloken, C, Tindall, DJ., Somerville, MC., Wilson, TH., Fowler, IL., Rittmaster, RS., REDUCE Study Group, Effect of dutasteride on the risk of prostate cancer. (2010)) ). Hierbij komt dat de kosteneffectiviteit van screening en de kosten per gewonnen levensjaar nog onbekend zijn. Een meta-analyse van zes screeningsstudies (inclusief PLCO (Prostate, lung, colorectal & overian cancer screening trial) en ERSPC (European Study of Screening for Prostate Cancer, zie: https://www.erspc.org/)) leidde tot de conclusie dat screening op prostaatkanker de kans op de diagnose van prostaatkanker verhoogt, maar geen significant effect heeft op de sterfte aan prostaatkanker. Dit resulteerde in het advies om niet langer te screenen op PSA in Nederland. Hierna is het aantal screeningen in Nederland afgenomen (van der Meer et al. 2013 (van der Meer, S, Kollen, BJ., Hirdes, WH., Steffens, MG., Hoekstra-Weebers, JE. H. M., Nijman, RM., Blanker, MH., Impact of the European Randomized Study of Screening for Prostate Cancer (ERSPC) on prostate-specific antigen (PSA) testing by Dutch general practitioners. (2013)) ).
- H.J. van Kranen (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- S. Horenblas (NKI)