Jaarprevalentie parkinsonisme 2021

Sla de grafiek Jaarprevalentie parkinsonisme in huisartsenpraktijk 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code N87

Bijna 53.000 mensen met parkinsonisme bekend bij de huisarts

In 2021 waren er naar schatting 52.800 mensen bij wie de huisarts de diagnose parkinsonisme heeft gesteld: 32.000 mannen en 20.900 vrouwen (jaarprevalentie Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar. (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.)). Dit komt overeen met 3,7 per 1.000 mannen en 2,4 per 1.000 vrouwen. Het gaat hier om alle vormen van parkinsonisme, waarvan de ziekte van Parkinson de voornaamste groep uitmaakt. Het aantal personen met een vorm van parkinsonisme neemt toe met de leeftijd en komt bij personen onder de 50 jaar nauwelijks voor. De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2021 bekend waren bij de huisarts voor een vorm van parkinsonisme. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2021 contact te hebben gehad met de huisarts voor parkinsonisme. Patiënten met een vorm van parkinsonisme die langdurig zijn opgenomen in een verpleeghuis, hebben geen huisarts maar een verpleeghuisarts. Ze zijn daarom niet in de Nivel Zorgregistratie eerste lijn meegeteld waardoor het aantal mensen met parkinsonisme wordt onderschat. 


Nieuwe gevalleen parkinsonisme 2021

Sla de grafiek Nieuwe gevallen parkinsonisme in huisartsenpraktijk 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code N87

Ruim 6.000 nieuwe patiënten met parkinsonisme in 2021

In 2021 kregen naar schatting 6.100 nieuwe patiënten de diagnose parkinsonisme bij de huisarts: 3.900 mannen en 2.140 vrouwen. Dit komt overeen met 0,5 nieuwe patiënten per 1.000 mannen en 0,2 per 1.000 vrouwen. Als gevolg van afronding komt de som van het aantal nieuwe diagnoses bij mannen en vrouwen niet precies overeen met het totaal aantal nieuwe diagnoses van parkinsonisme. Het aantal nieuwe patiënten met parkinsonisme neemt toe met de leeftijd.


Aantal patiënten hoger op basis van epidemiologisch onderzoek

Het aantal personen met de ziekte van Parkinson en andere vormen van parkinsonisme wordt in bevolkingsonderzoek een factor 2 tot 2,5 hoger geschat dan in huisartsenregistraties (Maas et al. 1997Maas, I.A.M., Gijsen, R., Lobbezoo, I. E., Poos, M. J. J. C., Volksgezondheid Toekomst Verkenning 1997. I De gezondheidstoestand: een actualisering., Maarssen (1997)). Een mogelijke verklaring ligt in het geleidelijk progressieve ziektebeeld. Symptomen als trillen en traagheid van bewegen worden door zowel huisarts als patiënt vaak beschouwd als onderdeel van het normale verouderingsproces. Daardoor wordt de diagnose pas veel later gesteld of helemaal niet als de patiënt voortijdig overlijdt. Bovendien zijn de gehanteerde diagnostische criteria in de klinische praktijk mogelijk strenger dan in epidemiologisch bevolkingsonderzoek. Daarnaast is bekend dat de zoekstrategie van bevolkingsonderzoeken (statusonderzoek versus huis-aan-huisonderzoek) verschillen in de prevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief. (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) kan geven van tussen de 11% en 52% (de Lau 2005de Lau, LM. L., Incidence, Risk and Prognosis of Parkinson Disease, Rotterdam (2005)).


Ongeveer 2.000 patiënten in verpleeghuizen

Patiënten met een vorm van parkinsonisme die langdurig zijn opgenomen in een verpleeghuis, zijn niet in de huisartsenregistraties meegeteld. Er wordt geschat dat in 2007 ongeveer 2.000 patiënten met parkinsonisme waren opgenomen in verpleeghuizen (Hoeymans et al. 2010Hoeymans, N., Melse, J. M., Schoemaker, C. G., Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010. Van gezond naar beter: deelrapport Gezondheid en determinanten, Bilthoven (2010)). Recentere gegevens hierover zijn niet beschikbaar.


Trend nieuwe gevallen parkinsonisme

Sla de grafiek Nieuwe gevallen parkinsonisme in huisartsenpraktijk 2011-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code N87
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Trend jaarprevalentie parkinsonisme

Sla de grafiek Jaarprevalentie parkinsonisme in huisartsenpraktijk 2011-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code N87
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Aantal nieuwe diagnoses parkinsonisme afgenomen

In de periode 2011-2021 is het aantal nieuw gediagnosticeerde gevallen van parkinsonisme met name bij vrouwen afgenomen. Het aantal nieuwe gevallen bij vrouwen is in deze periode bijna gehalveerd. Bij mannen is ook sprake van een afname, maar deze is minder eenduidig. Deze trend is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie). Het aantal nieuwe diagnoses lijkt in het COVID-19-jaar 2020 te zijn afgenomen ten opzichte van het  jaar 2019. Het is niet te achterhalen of parkinsonisme daadwerkelijk minder voorkwam in 2020 of dat de huisartsenpraktijk minder voor deze aandoening werd bezocht (Nielen et al. 2021Nielen, M., Weesie, Davids, Winckers, M., Korteweg, Urbanus, de Leeuw, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, J., Hek, K., Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2020 en trendcijfers 2016-2020, Utrecht (2021)). In 2021 nam het aantal nieuwe gevallen weer toe tot ongeveer hetzelfde aantal als in 2019. 
Het per jaar geschatte en ongecorrigeerde aantal nieuw gediagnosticeerde gevallen van parkinsonisme is voor mannen nagenoeg constant gebleven, rond de 4.000. Voor vrouwen nam dit aantal af van 3.400 in 2011 naar 2.140 in 2021 (absolute aantallen zichtbaar in de tabelweergave).

Prevalentie parkinsonisme vrijwel constant

In de periode 2011-2021 was het aantal mensen met parkinsonisme dat bekend was bij de huisarts (jaarprevalentie Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar. (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.)) vrijwel constant. Met name bij mannen bleef de jaarprevalentie constant, de jaarprevalentie voor vrouwen is in deze periode licht afgenomen. Deze trend is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie). Het per jaar geschatte en ongecorrigeerde aantal mensen met parkinsonisme dat bekend was bij de huisarts is voor mannen toegenomen van 23.500 in 2011 naar 32.000 in 2021. Voor vrouwen is dit aantal vrijwel gelijk gebleven, 20.600 in 2011 en 20.900 in 2021 (absolute aantallen zichtbaar in de tabelweergave). Dat het ongecorrigeerde aantal vrouwen met parkinsonisme constant is gebleven en het gestandaardiseerde aantal is afgenomen, komt door de vergrijzing van de bevolking.


  • B. Post (UMCN Universitair Academisch Ziekenhuis Nijmegen (Universitair Academisch Ziekenhuis Nijmegen))
  • M.J.J.C. Poos (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • J.W. Vanhommerig (NIVEL Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg))
  • H.B.M. Hilderink (RIVM)
  • A.M. Gommer, red. (RIVM)
  • C. Hendriks, red. (RIVM)