Afbakening onderwerp

Hoofdstuk XV (codes O00-O99) van ICD-10 International Classification of Diseases, tenth revision (International Classification of Diseases, tenth revision) Complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed omvat diverse aandoeningen van de moeder die verband houden met zwangerschap, bevalling en kraambed. Voor een aantal van deze aandoeningen zijn gegevens beschikbaar in de door Perined beheerde perinatale registratie of in wetenschappelijk onderzoek.  Dit geldt voor zwangerschapshypertensie, (pre-)eclampsie, veneuze complicaties (zoals trombose en embolie), zwangerschapsdiabetes, ruptuur,  placentaloslating, gescheurde baarmoeder, baarmoederverwijdering en overmatig bloedverlies (fluxus) na de bevalling. Postnatale depressie en bevallingsgerelateerde PTSS Posttraumatische stressstoornis (Posttraumatische stressstoornis) vallen onder een ander ICD-10 hoofdstuk maar worden ook binnen dit onderwerp op VZinfo beschreven.


Maternale sterfte/moedersterfte

Maternale sterfte of moedersterfte Aantal vrouwen overleden ten gevolge van complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed (binnen 42 dagen na beëindiging van een zwangerschap). Deze sterftemaat wordt uitgedrukt per 100.000 levendgeborenen. (Aantal vrouwen overleden ten gevolge van complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed (binnen 42 dagen na beëindiging van een zwangerschap). Deze sterftemaat wordt uitgedrukt per 100.000 levendgeborenen.) is het totaal van directe en indirecte moedersterfte Indirecte maternale sterfte is het gevolg van een pre-existente ziekte of van een ziekte die tijdens de zwangerschap ontstond (en niet het gevolg was van directe obstetrische oorzaken) maar werd verergerd door de fysiologische effecten van de zwangerschap. (Indirecte maternale sterfte is het gevolg van een pre-existente ziekte of van een ziekte die tijdens de zwangerschap ontstond (en niet het gevolg was van directe obstetrische oorzaken) maar werd verergerd door de fysiologische effecten van de zwangerschap.) (binnen 42 dagen na beëindiging van een zwangerschap). Deze sterftemaat wordt uitgedrukt per 100.000 levendgeborenen.

Late maternale sterfte

Late maternale sterfte of late moedersterfte is sterfte tussen 6 weken en 1 jaar na beëindiging van een zwangerschap. Deze sterfte telt niet mee voor de internationale vergelijking van incidentie Het aantal nieuwe gevallen van of nieuwe personen met een bepaalde ziekte in een bepaalde periode, absoluut of relatief. (Het aantal nieuwe gevallen van of nieuwe personen met een bepaalde ziekte in een bepaalde periode, absoluut of relatief.) van moedersterfte.

Directe maternale sterfte

Directe maternale sterfte is het gevolg van complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed, van interventies, omissies of onjuiste behandeling, of van een reeks gebeurtenissen die voortvloeien uit deze complicaties.

Indirecte maternale sterfte

Indirecte maternale sterfte is het gevolg van een pre-existente ziekte of van een ziekte die tijdens de zwangerschap ontstond (en niet het gevolg was van directe obstetrische oorzaken) maar werd verergerd door de fysiologische effecten van de zwangerschap.