Jaarprevalentie angststoornissen 2020
Sla de grafiek Jaarprevalentie angststoornissen 2020 over en ga naar de datatabelBron: NIVEL Zorgregistraties eerste lijn
- ICPC International Classification of Primary Care-code P74 en P79
Ongeveer 478.100 mensen met angststoornissen
In 2020 waren er naar schatting 478.100 mensen die onder behandeling waren bij de huisarts voor een angststoornis: 156.100 mannen en 322.000 vrouwen (jaarprevalentie Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.). Dit komt overeen met 18,0 per 1.000 mannen en 36,7 per 1.000 vrouwen. Angststoornissen komen in elke leeftijdscategorie vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Angsstoornissen komen het meest voor bij mensen tussen de 25-29 jaar. De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2020 bekend waren bij de huisarts voor angststoornissen. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2020 contact te hebben gehad met de huisarts voor angststoornissen.
Prevalentie op basis van bevolkingsonderzoek is veel hoger
De prevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief. op basis van de huisartsenregistratie is veel lager dan de prevalentie op basis van een epidemiologische bevolkingsonderzoek. De hieronder gepresenteerde cijfers uit het bevolkingsonderzoek NEMESIS-2 gaan over 2011, omdat er nog geen recentere cijfers beschikbaar zijn.
Mogelijk lagere aantallen in 2020 door COVID-19-uitbraak
Bij vergelijking van het COVID-19-jaar 2020 en het jaar 2019 valt op dat het aantal nieuw geregistreerde gevallen en/of de prevalentie van een groot aantal klachten en aandoeningen is afgenomen. Het is niet te achterhalen of deze klachten en aandoeningen daadwerkelijk minder voorkwamen in 2020 of dat de huisartsenpraktijk minder voor deze klachten werd bezocht ( Nielen et al. 2021 Nielen, M., Weesie, Davids, Winckers, Korteweg, Urbanus, de Leeuw, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, Hek, Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2020 en trendcijfers 2016-2020, Utrecht (2021) ).
Meer informatie
- Definities
- Bronverantwoording
- Bevolkingsonderzoek versus huisartsenregistratie
- Gebruik van huisartsenregistraties voor schattingen morbiditeit
Jaarprevalentie angststoornissen 2011
Sla de grafiek Jaarprevalentie angststoornissen 2011 over en ga naar de datatabelBron: NEMESIS-2; gegevens bewerkt door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Bijna 1,1 miljoen personen met angststoornissen
In 2011 hadden naar schatting 1.068.700 personen van 18 tot 65 jaar een angststoornis, van wie 413.600 mannen en 655.100 vrouwen. Dit komt overeen met 78 per 1.000 mannen en 125 per 1.000 vrouwen. Deze schattingen zijn gebaseerd op een epidemiologisch bevolkingsonderzoek uitgevoerd van 2007 tot 2012 (NEMESIS-2). Dit is het meest recente Nederlandse bevolkingsonderzoek dat op dit moment beschikbaar is. Prevalentiecijfers kunnen intussen veranderd zijn door verschillen in risico's en door de bevolkingssamenstelling, maar ook omdat intussen het classificatiesysteem van psychische stoornissen gewijzigd is.
Meer vrouwen dan mannen met angststoornis
Vrijwel alle angststoornissen komen meer voor onder vrouwen dan onder mannen. Dit is onafhankelijk van de leeftijd. Op alle leeftijden is vooral het aantal personen met fobieën erg hoog.
Meer informatie
- Definities angststoornissen
- Bronverantwoording angststoornissen
- Bevolkingsonderzoek versus huisartsenregistratie
- Type angststoornissen
Jaarprevalentie van angststoornissen 2011
Sla de grafiek Jaarprevalentie van angststoornissen 2011 over en ga naar de datatabelBron: Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA), 2008 en 2009
Ruim 50.400 ouderen met angststoornis
In 2011 hadden naar schatting 50.419 personen boven de 65 jaar een angststoornis, van wie 11.975 mannen en 38.444 vrouwen. Dit komt overeen met 10,5 per 1.000 mannen en 26,4 per 1.000 vrouwen (LASA). Ook bij ouderen zijn er meer vrouwen dan mannen met een angststoornis.
Meer informatie
Incidentie angststoornissen 2011
Sla de grafiek Incidentie angststoornissen 2011 over en ga naar de datatabelBron: NEMESIS-2; gegevens bewerkt door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Bijna 197.000 personen nieuwe diagnose angststoornis in 2011
In 2011 kregen naar schatting 196.900 personen van 18 tot 65 jaar de diagnose angststoornis, 61.300 mannen en 135.600 vrouwen. Dit komt overeen met 12,5 per 1.000 mannen en 29,6 per 1.000 vrouwen. Deze schattingen zijn gebaseerd op een epidemiologisch bevolkingsonderzoek uitgevoerd van 2007 tot 2012 (NEMESIS-2). Dit is het meest recente Nederlandse bevolkingsonderzoek dat op dit moment beschikbaar is. Prevalentiecijfers kunnen intussen veranderd zijn door verschillen in risico's en door de bevolkingssamenstelling, maar ook omdat intussen het classificatiesysteem van psychische stoornissen gewijzigd is.
Meer informatie
Prevalentie op basis van huisartsenregistratie veel lager dan bevolkingsonderzoek
De prevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief. op basis van de huisartsenregistratie (Nivel Zorgregistraties eerste lijn) is veel lager dan de prevalentie op basis van het bevolkingsonderzoek NEMESIS. Er is sprake van onderregistratie in de huisartsenregistratie, doordat:
- patiënten hun klachten niet herkennen als angstsymptomen en er niet mee naar de huisarts gaan;
- huisartsen angststoornissen niet goed herkennen ( von Korff et al. 1994 von Korff, M. R., Ormel, J. J., Ustun, T. B., Pini, S., Korten, A., Oldehinkel, T., Common mental disorders and disability across cultures. Results from the WHO Collaborative Study on Psychological Problems in General Health Care. (1994) );
- huisartsen symptomen die samenhangen met angst niet als ziektediagnose registreren, maar als symptoomdiagnose ( Verhaak 1995 Verhaak, P. F. M., Mental Disorders in the community and in general practice. Doctors' views and patients' demands, Avebury (1995) ). Voorbeelden van symptoomdiagnosen zijn angstige of nerveuze gevoelens, gespannenheid, acute stress, gevoel van onrust, hyperventilatie, slaapproblemen, overbezorgdheid omtrent gezondheid, en bang zijn een bepaalde ziekte te hebben;
- veel angststoornissen gepaard gaan met bijkomende stoornissen, zoals depressie, die de angststoornis kunnen ‘bedekken’;
- ten slotte gaat een deel van de patiënten met een angststoornis niet eerst naar de huisarts, maar direct naar de eerstelijnspsycholoog, de tweede lijn, de vrijgevestigde psycholoog of de psychiater.
Tabel: Angststoornissen bevolkingsonderzoek versus huisartsenregistratie
Bron |
Prevalentie |
---|---|
Bevolkingsonderzoek 2011 (NEMESIS, 18 t/m 64 jaar) |
1.068.700 |
Huisartsenregistratie 2020 (Nivel Zorgregistraties eerste lijn, alle leeftijden) |
478.100 |
Meer informatie
Jaarprevalentie angststoornissen in huisartsenpraktijk 2011-2020
Sla de grafiek Jaarprevalentie angststoornissen in huisartsenpraktijk 2011-2020 over en ga naar de datatabelBron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn
- ICPC International Classification of Primary Care-code P74 en P79
- Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2011
- Geïndexeerd (2011 is 100)
- De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.
Prevalentie angststoornissen gestegen
In de periode 2011-2020 is het aantal mensen met angststoornissen dat bekend was bij de huisarts (jaarprevalentie Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.) met meer dan de helft gestegen. De stijging was voor vrouwen (66%) groter dan voor mannen (57%). Deze trend is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie).
Het per jaar geschatte en ongecorrigeerde aantal mensen met angststoornissen dat bekend was bij de huisarts is voor mannen toegenomen van 94.900 in 2011 naar 156.100 in 2020. Voor vrouwen is het aantal toegenomen van 185.200 in 2011 naar 322.000 in 2020 (absolute aantallen zichtbaar in de tabelweergave).
Prevalentie angstoornissen ook tussen 1991 en 2014 gestegen
De gestandaardiseerde jaarprevalentie van angststoornissen is ook in de periode 1991-2014 gestegen voor zowel mannen als vrouwen. Deze trend is gebaseerd op de huisartsenregistraties FaMe-net en RNH-Limburg (zie: Trend jaarprevalentie en nieuwe gevallen angststoornissen 1991-2014 (PDF; 143 KB)).
Meer informatie
- Definities
- Bronverantwoording
- Gebruik van huisartsenregistraties voor schattingen morbiditeit
- Trend jaarprevalentie en nieuwe gevallen angststoornissen 1991-2014 (bronnen: FaMe-net en RNH-Limburg) (PDF; 143 KB)
Verwachte stijging aantal mensen met angststoornissen verwacht door alleen demografie
Op basis van uitsluitend demografische ontwikkelingen zal het absoluut aantal mensen met angststoornissen (jaarprevalentie Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.) in de periode 2018-2040 naar verwachting met 8% stijgen. De verwachte stijging bedraagt 10% voor mannen en 8% voor vrouwen. De toename zal groter of kleiner kunnen zijn door andere (niet-demografische) ontwikkelingen die de kans op het vóórkomen van angststoornissen beïnvloeden.
Meer informatie
- Demografische prognose ziekten en aandoeningen
- Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV): Trendscenario ziekten en aandoeningen
- M.M.J. Nielen (NIVEL Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg)
- M.J.J.C. Poos (RIVM)
- A.M. Gommer, red. (RIVM)
- C. Hendriks, red. (RIVM)
- H. Giesbers, red. (RIVM)
- C.H. van Gool (RIVM)