Deelnamepercentage na 15 maanden 2022

Sla de grafiek Deelname bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2017-2022 over en ga naar de datatabel

Bron:  Bevolkingsonderzoek Nederland

  • In 2022 heeft er een aantal wijzigingen plaatsgevonden in het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Hierdoor was de situatie in 2022 niet direct vergelijkbaar met die van voorgaande jaren.

Deelnamepercentage na 27 maanden 2022

Sla de grafiek Deelname bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2017-2022 over en ga naar de datatabel

Bron:  Bevolkingsonderzoek Nederland

  • Voor het jaar van uitnodiging 2022 is de peildatum van deelnamegraad (1 april 2024) nog niet bereikt.

Deelname aan bevolkingsonderzoek 46% in 2022

In 2022 zijn 720.275 vrouwen uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Een volledige screeningsronde duurt vijf jaar en deelname wordt op drie momenten gepeild (15, 27 en 60 maanden na aanvang van het uitnodigingsjaar). Op 1 april 2023 (15 maanden na aanvang van het uitnodigingsjaar 2022) hebben 331.657 vrouwen (46%) deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek. Bij de leeftijdscategorieën van 45 tot en met 49 jaar en 55 tot en met 59 jaar was de deelnamegraad het laagst. Door een wijziging in het uitnodigingsschema bestaat deze groep voornamelijk uit vrouwen die tijdens een voorgaande ronde niet deelnamen aan het bevolkingsonderzoek. Deze selectieve groep lijkt minder bereid om deel te nemen. Van alle deelnemers nam 22% deel door middel van een zelfafnameset. Dit is vergelijkbaar met de cijfers uit 2021. Voor de jaren 2017-2021 blijkt de deelnamegraad op peildatum 27 maanden 5 tot 10% hoger te liggen dan op peildatum 15 maanden. 

Beschermingsgraad 69,4% in 2022

De beschermingsgraad bedroeg  69,4% in 2022. De beschermingsgraad (ook wel het vijfjaarsbereik genoemd) is het percentage vrouwen in de leeftijd van 30 tot en met 65 jaar (screeningsleeftijdsgroep) dat in de vijf jaar voorafgaand aan het meetmoment (binnen of buiten het bevolkingsonderzoek) minimaal één uitstrijkje heeft laten maken of minimaal één hrHPV Hoogrisico-typen Humaan Papillomavirus (Hoogrisico-typen Humaan Papillomavirus)-test heeft ondergaan. Het vijfjaarsbereik is in de periode 2017-2022 afgenomen. In 2020 was sprake van de grootste afname. In dat jaar zijn er door het tijdelijk stilleggen van het bevolkingsonderzoek in verband met de COVID-19-uitbraak minder vrouwen uitgenodigd en hebben er minder vrouwen deelgenomen.


Bij ongeveer 1% deelnemers (voorstadium) baarmoederhalskanker vastgesteld

In 2022 hebben in totaal 331.657 vrouwen deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Dit komt overeen met 46% van de in dat jaar uitgenodigde vrouwen.  Van de uitgenodigde vrouwen nam 35,8% deel door middel van een uitstrijkje en 10,2% door middel van een zelfafnameset. Bij 10,8% van de deelnemers werd hoog risico Humaan Papilloma Virus Infectieus organisme; veel kleiner dan de kleinste bekende bacteriën. (Infectieus organisme; veel kleiner dan de kleinste bekende bacteriën.) (hrHPV Hoogrisico-typen Humaan Papillomavirus (Hoogrisico-typen Humaan Papillomavirus)) gevonden en 2,2% van de deelnemers werd direct doorverwezen naar de gynaecoloog voor diagnostisch onderzoek. Bij 3.642 vrouwen werd de diagnose gesteld van (een voorstadium van) baarmoederhalskanker (CIN Cervicale intra-epitheliale neoplasie (voorstadium van kanker) (Cervicale intra-epitheliale neoplasie (voorstadium van kanker)) 2+). Dit komt overeen met 1,1% van de deelnemers aan het bevolkingsonderzoek. Dit is gelijk aan het detectiecijfer dat voor 2021 werd gemeten bij eenzelfde peilperiode (15 maanden).

Tabel: Resultaten bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2022
  Aantal Percentage
Totaal uitgenodigd 720.275  
Deelgenomen 331.657 46% van uitgenodigd
  • uitstrijkje
258.143 35,8% van uitgenodigd
  • zelfafname
73.514 10,2% van uitgenodigd
hrHPV positief 35.767 10,8% van deelnemers
Verwezen voor diagnostiek 7.440 2,2% van deelnemers
Diagnose CIN 2+ 3.642 1,1% van deelnemers
  • CIN 2+: (pre-)maligniteit / (voorstadium) baarmoederhalskanker

  • M.P.H. Koster (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • A.M. Gommer, red. (RIVM)