Jaarprevalentie vetstofwisselingsstoornis 2021

Sla de grafiek Jaarprevalentie vetstofwisselingsstoornis bekend bij de huisarts 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code T93 (vetstofwisselingsstoornis, waaronder hypercholesterolemie)

Bijna 1,5 miljoen Nederlanders met vetstofwisselingsstoornis

In 2021 waren er naar schatting 1.497.000 mensen (85,4 per 1.000 personen) met een vetstofwisselingsstoornis bekend bij de huisarts (jaarprevalentie Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar. (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.)). Het gaat hierbij om de door de huisarts geregistreerde diagnose vetstofwisselingsstoornis, waaronder hypercholesterolemie (ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code T93; zie Definities). Dit waren 738.600 mannen en 758.500 vrouwen (84,7 per 1.000 mannen en 86,0 per 1.000 vrouwen). Tot de leeftijd van ongeveer 65 jaar komen vetstofwisselingsstoornissen vaker bij mannen voor dan bij vrouwen. Op hogere leeftijd komen vetstofwisselingsstoornissen juist meer voor bij vrouwen. De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2021 bekend waren bij de huisarts met een vetstofwisselingsstoornis. Deze mensen hoeven hiervoor niet allemaal in 2021 contact te hebben gehad met de huisarts.   


Nieuwe gevallen vetstofwisselingsstoornis 2021

Sla de grafiek Nieuwe gevallen vetstofwisselingsstoornis bekend bij de huisarts 2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code T93 (vetstofwisselingsstoornis, waaronder hypercholesterolemie)

Ruim 70.000 nieuwe patiënten met vetstofwisselingsstoornis in 2021

In 2021 zijn naar schatting 72.500 nieuwe patiënten met een vetstofwisselingsstoornis door de huisarts geregistreerd. Het gaat hierbij om de door de huisarts geregistreerde diagnose vetstofwisselingsstoornis, waaronder hypercholesterolemie (ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code T93; zie Definities). Het betrof 34.100 mannen en 38.400 vrouwen (3,9 per 1.000 mannen en 4,4 per 1.000 vrouwen). Mensen tussen de 55 en 70 jaar hebben de grootste kans op de diagnose vetstofwisselingsstoornis. Tot de leeftijd van ongeveer 50 jaar wordt de diagnose vaker gesteld bij mannen, op hogere leeftijd vaker bij vrouwen.


Trend nieuwe gevallen vetstofwisselingsstoornis

Sla de grafiek Nieuwe gevallen vetstofwisselingsstoornissen in huisartsenpraktijk 2011-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code T93 (vetstofwisselingsstoornis, waaronder hypercholesterolemie)
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Trend jaarprevalentie vetstofwisselingsstoornis

Sla de grafiek Jaarprevalentie vetstofwisselingsstoornissen in huisartsenpraktijk 2011-2021 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code T93 (vetstofwisselingsstoornis, waaronder hypercholesterolemie)
  • Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2021
  • De absolute cijfers (niet-gestandaardiseerd) zijn zichtbaar in de tabelweergave.

Aantal nieuwe diagnoses vetstofwisselingsstoornis gedaald

Het aantal door de huisarts nieuw gediagnosticeerde gevallen van vetstofwisselingsstoornis is in de periode 2011-2021 afgenomen. Het gaat hierbij om de door de huisarts geregistreerde diagnose vetstofwisselingsstoornis, waaronder hypercholesterolemie (ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code T93; zie Definities). Deze trends zijn gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie). Het aantal nieuwe diagnoses lijkt in het COVID-19-jaar 2020 te zijn afgenomen ten opzichte van het jaar 2019. Het is niet te achterhalen of vetstofwisselingsstoornissen daadwerkelijk minder voorkwamen in 2020 of dat de huisartsenpraktijk minder voor deze aandoening werd bezocht (Nielen et al. 2021Nielen, M., Weesie, Davids, Winckers, M., Korteweg, Urbanus, de Leeuw, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, J., Hek, K., Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2020 en trendcijfers 2016-2020, Utrecht (2021)).
Ook het per jaar geschatte en ongecorrigeerde aantal nieuw gediagnosticeerde gevallen van vetstofwisselingsstoornis is afgenomen. Voor mannen nam dit aantal af van 56.000 in 2011 naar 34.100 in 2021. Voor vrouwen is dit aantal afgenomen van 57.000 in 2011 naar 38.400 in 2021 (absolute aantallen zijn zichtbaar in de tabelweergave).

Prevalentie vetstofwisselingsstoornis toegenomen

In de periode 2011-2021 is het aantal mensen met een vetstofwisselingsstoornis dat bekend was bij de huisarts (jaarprevalentie Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar. (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.)) toegenomen. Deze trend is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie).
Het per jaar geschatte en ongecorrigeerde aantal mensen met een vetstofwisselingsstoornis dat bekend was bij de huisarts is voor mannen toegenomen van 523.400 in 2011 naar 738.600 in 2021. Voor vrouwen is dit aantal toegenomen van 511.800 in 2011 naar 758.500 in 2021 (absolute aantallen zijn zichtbaar in de tabelweergave).

Mogelijk lagere aantallen in 2020 en 2021 door COVID-19

In de jaren 2020 en 2021 zijn de cijfers over door huisartsen geregistreerde klachten en aandoeningen beïnvloed door de COVID-19-uitbraak en de daarvoor genomen landelijke maatregelen. Ook zijn de jaarcijfers mogelijk beïnvloed door de uitgestelde zorg in ziekenhuizen. In 2020 is het aantal nieuw geregistreerde gevallen en/of de prevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief. (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van een groot aantal klachten en aandoeningen afgenomen ten opzichte van het jaar 2019. Het is niet te achterhalen of deze klachten en aandoeningen daadwerkelijk minder voorkwamen in 2020 of dat de huisartsenpraktijk minder voor deze klachten werd bezocht (Nielen et al. 2021Nielen, M., Weesie, Davids, Winckers, M., Korteweg, Urbanus, de Leeuw, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, J., Hek, K., Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2020 en trendcijfers 2016-2020, Utrecht (2021)). Het totaal aantal ziekteregistraties lag in 2021, na een daling in 2020, weer op hetzelfde niveau als in 2019. Dit wijst erop dat de COVID-19-uitbraak minder invloed heeft gehad op de cijfers van 2021 (Heins et al. 2022Heins, M., Weesie, Davids, Winckers, M., Korteweg, de Leeuw, Urbanus, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, J., Hek, K., Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2021 en trendcijfers 2017-2021, Utrecht (2022)).


  • J.W. Vanhommerig (NIVEL Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg))
  • M.J.J.C. Poos (RIVM)
  • A.M. Gommer, red. (RIVM)
  • C. Hendriks, red. (RIVM)