Illustratie

Vetstofwisseling

Het menselijk lichaam heeft vetten (lipiden) nodig als bron van energie en cholesterol als bouwsteen voor lichaamscellen en hormonen. Vetten (behalve cholesterol, zie hieronder) zijn volledig afkomstig uit de voeding. Zij worden vaak tijdelijk opgeslagen in vetweefsel en kunnen dan op een later moment weer beschikbaar worden gemaakt als brandstof.

Lipoproteinen

Voor transport door het lichaam worden cholesterol en andere vetten verpakt in wateroplosbare bolletjes, de zogenaamde lipoproteïnen. Deze lipoproteïnen vervoeren ook vetzuren door de bloedbaan. Vetzuren zijn namelijk eveneens niet oplosbaar in water. Vetzuren hebben een belangrijke functie als brandstof voor spieren en andere lichaamscellen. Afhankelijk van de samenstelling van cholesterol, vetzuren en de eiwitten die ieder bolletje bevat, wordt onderscheid gemaakt in verschillende types lipoproteïnen. De vijf belangrijkste lipoproteïnen zijn chylomicronen, HDL-, LDL-, en VLDL-deeltjes (respectievelijk high density-, low density- en very low density lipoproteïnen) en lipoproteïne a (Lp(a)) . De verschillen tussen deze deeltjes (lipoproteïnen) zitten in de hoeveelheid cholesterol, triglyceriden, fosfolipiden en eiwit (Mach et al. 2019Mach, F, Baigent, C, Catapano, AL., Koskinas, KC., Casula, M, Badimon, L, Chapman, JM., De Backer, GG., Delgado, V, Ference, BA., Graham, IM., Halliday, A, Landmesser, U, Mihaylova, B, Pedersen, TR., Riccardi, G, Richter, D.J., Sabatine, MS., Taskinen, M, Tokgozoglu, L, Wiklund, O, ESC Scientific Document Group, Mueller, C, Drexel, H, Aboyans, V, Corsini, A, Doehner, W, Farnier, M, Gigante, B, Kayikcioglu, M, Krstacic, G, Lambrinou, E, Lewis, BS., Masip, J, Moulin, P, Petersen, S, Petronio, ASonia, Piepoli, MFrancesco, ó, X, äber, L, Ray, KK., Reiner, Ž, Riesen, WF., Roffi, M, Schmid, J, Shlyakhto, E, Simpson, IA., Stroes, E, Sudano, I, Tselepis, AD., Viigimaa, M, Vindis, C, Vonbank, A, Vrablik, M, Vrsalovic, M, Zamorano, L, Collet, J, Koskinas, KC., Casula, M, Badimon, L, Chapman, JM., De Backer, GG., Delgado, V, Ference, BA., Graham, IM., Halliday, A, Landmesser, U, Mihaylova, B, Pedersen, TR., Riccardi, G, Richter, D.J., Sabatine, MS., Taskinen, M, Tokgozoglu, L, Wiklund, O, Windecker, S, Aboyans, V, Baigent, C, Collet, J, Dean, V, Delgado, V, Fitzsimons, D, Gale, CP., Grobbee, D, Halvorsen, S, Hindricks, G, Iung, B, üni, P, Katus, HA., Landmesser, U, Leclercq, C, Lettino, M, Lewis, BS., Merkely, B, Mueller, C, Petersen, S, Petronio, ASonia, Richter, D.J., Roffi, M, Shlyakhto, E, Simpson, IA., Sousa-Uva, M, Touyz, RM., Nibouche, D, Zelveian, PH., Siostrzonek, P, Najafov, R, van de Borne, P, Pojskic, B, Postadzhiyan, A, Kypris, L, Špinar, Ř, Larsen, MLytken, Eldin, HSalah, Viigimaa, M, Strandberg, TE., ères, J, Agladze, R, Laufs, U, Rallidis, L, Bajnok, Á, ónsson, Ö, Maher, V, Henkin, Y, Gulizia, MMassimo, Mussagaliyeva, A, Bajraktari, G, Kerimkulova, A, Latkovskis, G, Hamoui, O, Slapikas, R, Visser, L, Dingli, P, Ivanov, V, Boskovic, A, Nazzi, M, Visseren, F, Mitevska, I, øl, K, Jankowski, P, Fontes-Carvalho, R, Gaita, D, Ezhov, M, Foscoli, M, Giga, V, Pella, D, Fras, Z, de Isla, LPerez, öm, E, Lehmann, R, Abid, L, Ozdogan, O, Mitchenko, O, Patel, RS., 2019 ESC/EAS Guidelines for the management of dyslipidaemias: lipid modification to reduce cardiovascular risk (2019)).

Cholesterol

Cholesterol Een vetachtige stof die het menselijk lichaam nodig heeft als bouwsteen voor lichaamscellen en hormonen. Het meeste cholesterol wordt aangemaakt in de lever. Een klein gedeelte cholesterol uit de voeding komt in het bloed. Cholesterol wordt samen met triglyceriden (bloedvetten) door het lichaam… (Een vetachtige stof die het menselijk lichaam nodig heeft als bouwsteen voor lichaamscellen en hormonen. Het meeste cholesterol wordt aangemaakt in de lever. Een klein gedeelte cholesterol uit de voeding komt in het bloed. Cholesterol wordt samen met triglyceriden (bloedvetten) door het lichaam…) is een bouwstof voor cellen en hormonen. Zonder cholesterol kunnen we niet leven, maar een verhoogd cholesterolgehalte vergroot de kans op hart- en vaatziekten. Gemiddeld genomen is de concentratie cholesterol in het bloed vele malen hoger dan strikt noodzakelijk voor goed functioneren van de cellen van het lichaam. De lever maakt zelf cholesterol aan. Slechts een klein gedeelte komt binnen via de voeding. Vooral consumptie van producten met verzadigde vetzuren kan het cholesterolgehalte in het bloed doen stijgen (NHG et al. 2019NHG, NIV, NVvC, Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement (CVRM). Derde herziening, Utrecht (2019)).

HDL-cholesterol

In normale omstandigheden is gemiddeld ongeveer een derde van het cholesterol is in het bloed gebonden als HDL-cholesterol Hoge Dichtheid Lipoproteïnen. HDL wordt het 'goede cholesterol' genoemd. HDL transporteert het teveel aan cholesterol in LDL naar de lever. Via de lever komt het cholesterol in de darmen en verlaat het het lichaam via de ontlasting. (Hoge Dichtheid Lipoproteïnen. HDL wordt het 'goede cholesterol' genoemd. HDL transporteert het teveel aan cholesterol in LDL naar de lever. Via de lever komt het cholesterol in de darmen en verlaat het het lichaam via de ontlasting.), ofwel high density lipoprotein-cholesterol. De HDL-deeltjes voeren het cholesterol af vanuit de weefsels naar de lever en gaan zo het proces van atherosclerose tegen. Hoe hoger de bloedwaarde voor HDL-cholesterol, hoe lager het risico op coronaire hartziekten.
Een HDL-cholesterol gehalte van minder dan 1.0 mmol/l bij mannen of 1.3 mmol/L bij vrouwen is ongunstig (NHG et al. 2019NHG, NIV, NVvC, Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement (CVRM). Derde herziening, Utrecht (2019)).

LDL-cholesterol

Ongeveer tweederde van het cholesterol circuleert als low density lipoprotein-cholesterol (LDL-cholesterol Low density lipoprotein cholesterol. Lage Dichtheid Lipoproteïne, ook het 'slechte cholesterol' genoemd. LDL vervoert cholesterol naar de cellen en spieren. Onderweg nestelt LDL zich gemakkelijk in de wanden van slagaders waardoor de slagaders kunnen vernauwen en dichtslibben (slagaderverkalking). (Low density lipoprotein cholesterol. Lage Dichtheid Lipoproteïne, ook het 'slechte cholesterol' genoemd. LDL vervoert cholesterol naar de cellen en spieren. Onderweg nestelt LDL zich gemakkelijk in de wanden van slagaders waardoor de slagaders kunnen vernauwen en dichtslibben (slagaderverkalking).)). Bij hoge concentraties LDL-cholesterol in het bloed hoopt het cholesterol uit de LDL-deeltjes zich op in de wanden van bloedvaten en bevordert zo het proces van atherosclerose. Hoe hoger de bloedwaarde van LDL-cholesterol, hoe hoger het risico op hart- en vaatziekten. Een verlaging van de hoeveelheid LDL-cholesterol in het bloed met 1,0 mmol/l leidt tot een reductie van het aantal mensen dat overlijdt aan hart- en vaatziekten met 20-25% (Bron: CVRM Cardiovasculair Risicomanagement (Cardiovasculair Risicomanagement)).
Het laboratorium meet meestal niet het gehalte LDL-cholesterol maar berekent deze aan de hand van de Friedewald-formule: totaal-cholesterol minus HDL-cholesterol minus (0,45 keer het triglyceride-gehalte) (in mmol/l)). Hoe hoger het LDL-cholesterol, hoe hoger het risico op hart- en vaatziekten (NHG et al. 2019NHG, NIV, NVvC, Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement (CVRM). Derde herziening, Utrecht (2019)).

VLDL-cholesterol: triglyceriden

VLDL-deeltjes (very low density protein) transporteren triglyceriden, eiwit en een kleine hoeveelheid cholesterol van de lever naar de rest van het lichaam. Triglyceriden Vetachtige stoffen in het bloed, waarvan een te hoge bloedwaarde in combinatie met ongunstige cholesterolwaarden het risico op hart- en vaatziekten verhoogt. (Vetachtige stoffen in het bloed, waarvan een te hoge bloedwaarde in combinatie met ongunstige cholesterolwaarden het risico op hart- en vaatziekten verhoogt.) leveren energie aan weefsels in het lichaam. VLDL-cholesterol wordt vervolgens door de lever omgezet in LDL-cholesterol.
Hoe hoger de bloedwaarden voor triglyceriden hoe hoger het risico op hart- en vaatziekten, maar het verband is minder sterk dan voor hoge cholesterol bloedwaarden.
Een triglyceriden gehalte van meer dan 2 mmol/l is ongunstig (NHG et al. 2019NHG, NIV, NVvC, Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement (CVRM). Derde herziening, Utrecht (2019)).

Non-HDL-cholesterol

Het laboratorium kan de hoeveelheid non-HDL-cholesterol in het bloed berekenen. Dit is een maat voor de hoeveelheid atherogene deeltjes die atherosclerose veroorzaken. Het laboratorium berekent dit aan de hand van de gevonden waarden voor het totaalcholesterol minus het gehalte aan HDL-cholesterol.
Hoe hoger het non-HDL-cholesterol, hoe hoger het risico op hart- en vaatziekten (NHG et al. 2019NHG, NIV, NVvC, Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement (CVRM). Derde herziening, Utrecht (2019)).

Lipoproteïne a (Lp(a))

Lipoproteïne a (Lp(a)) is een VLDL- of LDL-deeltje waaraan naast cholesterol ook een extra eiwit,  apolipoproteïne a (apo(a)), is gebonden. Lp(a) ‘gedraagt’ zich in het lichaam als meer atherogeen dan LDL-partikels zonder apo(a)-eiwit. Iedereen heeft Lp(a), maar sommige mensen hebben een hogere concentratie dan anderen. Mensen met een hoge concentratie Lp(a) krijgen gemiddeld op jongere leeftijd hart- en vaatziekten. De concentratie Lp(a) in het bloed is erfelijk en volledig genetisch bepaald en wordt niet beïnvloed door leefstijl en ook niet door de meest gebruikte cholesterolverlagende medicijnen (Mach et al. 2019Mach, F, Baigent, C, Catapano, AL., Koskinas, KC., Casula, M, Badimon, L, Chapman, JM., De Backer, GG., Delgado, V, Ference, BA., Graham, IM., Halliday, A, Landmesser, U, Mihaylova, B, Pedersen, TR., Riccardi, G, Richter, D.J., Sabatine, MS., Taskinen, M, Tokgozoglu, L, Wiklund, O, ESC Scientific Document Group, Mueller, C, Drexel, H, Aboyans, V, Corsini, A, Doehner, W, Farnier, M, Gigante, B, Kayikcioglu, M, Krstacic, G, Lambrinou, E, Lewis, BS., Masip, J, Moulin, P, Petersen, S, Petronio, ASonia, Piepoli, MFrancesco, ó, X, äber, L, Ray, KK., Reiner, Ž, Riesen, WF., Roffi, M, Schmid, J, Shlyakhto, E, Simpson, IA., Stroes, E, Sudano, I, Tselepis, AD., Viigimaa, M, Vindis, C, Vonbank, A, Vrablik, M, Vrsalovic, M, Zamorano, L, Collet, J, Koskinas, KC., Casula, M, Badimon, L, Chapman, JM., De Backer, GG., Delgado, V, Ference, BA., Graham, IM., Halliday, A, Landmesser, U, Mihaylova, B, Pedersen, TR., Riccardi, G, Richter, D.J., Sabatine, MS., Taskinen, M, Tokgozoglu, L, Wiklund, O, Windecker, S, Aboyans, V, Baigent, C, Collet, J, Dean, V, Delgado, V, Fitzsimons, D, Gale, CP., Grobbee, D, Halvorsen, S, Hindricks, G, Iung, B, üni, P, Katus, HA., Landmesser, U, Leclercq, C, Lettino, M, Lewis, BS., Merkely, B, Mueller, C, Petersen, S, Petronio, ASonia, Richter, D.J., Roffi, M, Shlyakhto, E, Simpson, IA., Sousa-Uva, M, Touyz, RM., Nibouche, D, Zelveian, PH., Siostrzonek, P, Najafov, R, van de Borne, P, Pojskic, B, Postadzhiyan, A, Kypris, L, Špinar, Ř, Larsen, MLytken, Eldin, HSalah, Viigimaa, M, Strandberg, TE., ères, J, Agladze, R, Laufs, U, Rallidis, L, Bajnok, Á, ónsson, Ö, Maher, V, Henkin, Y, Gulizia, MMassimo, Mussagaliyeva, A, Bajraktari, G, Kerimkulova, A, Latkovskis, G, Hamoui, O, Slapikas, R, Visser, L, Dingli, P, Ivanov, V, Boskovic, A, Nazzi, M, Visseren, F, Mitevska, I, øl, K, Jankowski, P, Fontes-Carvalho, R, Gaita, D, Ezhov, M, Foscoli, M, Giga, V, Pella, D, Fras, Z, de Isla, LPerez, öm, E, Lehmann, R, Abid, L, Ozdogan, O, Mitchenko, O, Patel, RS., 2019 ESC/EAS Guidelines for the management of dyslipidaemias: lipid modification to reduce cardiovascular risk (2019)).

Totaalcholesterol / HDL-cholesterol ratio

De verhouding totaal-/HDL-cholesterolgehalte is een betere voorspeller voor coronaire hartziekten dan het totaalcholesterolgehalte. Voor het totaalcholesterolgehalte en voor de totaalcholesterol/HDL-cholesterol ratio geldt: hoe hoger de waarde, hoger het risico op (sterfte aan) een coronaire hartziekte.


Cardiovasculair risicoprofiel

Artsen kunnen een cardiovasculair risicoprofiel opstellen aan de hand van anamnese, lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek. Naast het lipidenspectrum TC-, LDL-, HDL- en triglyceridenconcentratie (TC-, LDL-, HDL- en triglyceridenconcentratie) (totaalcholesterol (TC), HDL-C, TC-HDL-ratio, LDL-C, triglyceriden) wordt ook gekeken of er sprake is van nierschade, bestaande aandoeningen, familiaire belasting, roken, geslacht, alcoholgebruik, voeding, psychosociale risicofactoren, lichamelijke inactiviteit, systolische bloeddruk en body-mass index (BMI Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht. (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.)) (NHG et al. 2019NHG, NIV, NVvC, Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement (CVRM). Derde herziening, Utrecht (2019)).

SCORE-risicotabel

Het risico om binnen 10 jaar aan hart- en vaatziekten te overlijden kan voor gezonde personen die nog geen hart- en vaatziekten of diabetes hebben, geschat worden met het SCORE-systeem (Systematic Coronary Risk Estimation). Deze risicoscore maakt gebruik van de totaalcholesterol HDL-cholesterol ratio, leeftijd, geslacht, roken en de systolische bloeddruk en is beschikbaar in de vorm van een tabel, maar ook als interactieve calculator via diverse apps en websites, zoals de Vaatrisico-app en U-Prevent.nl.

Beleid bij verhoogd risico

Iemand met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten krijgt altijd adviezen voor een gezonde leefstijl. Patiënten met een (zeer) hoog risico krijgen daarnaast vaak medicamenteuze therapie, bijvoorbeeld om het cholesterolgehalte en/of de bloeddruk te verlagen. Dit hangt uiteraard af van de waardes (NHG et al. 2019NHG, NIV, NVvC, Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement (CVRM). Derde herziening, Utrecht (2019)).


Hypercholesterolemie (ongunstig cholesterol)

Op VZinfo maken we gebruik van de volgende definitie:

Iemand heeft een ongunstig cholesterol, of hypercholesterolemie, als het serumtotaalcholesterol gelijk is aan of hoger is dan 6,5 mmol/L en/of als hij of zij cholesterolverlagende medicijnen gebruikt. Deze definitie includeert ook mensen waarbij het cholesterolgehalte onder de 6,5 mmol/l is gedaald door gebruik van cholesterolverlagende medicijnen.


Vetstofwisselingsstoornis (ICPC-code T93)

De door de huisarts geregistreerde diagnose 'vetstofwisselingsstoornis' (ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code T93) omvat:

  • abnormale lipoproteïnespiegel;
  • hyperlipidemie;
  • verhoogd cholesterol/ triglyceriden;
  • xanthoom.

Gebruiker geneesmiddelen

Een gebruiker is in de GIP Genees- en hulpmiddelen Informatie Project  (Genees- en hulpmiddelen Informatie Project ) databank gedefinieerd als een patiënt die gedurende een kalenderjaar minstens één voorschrift voor het betreffende geneesmiddel heeft ontvangen. Omdat iemand in een jaar verschillende geneesmiddelen kan gebruiken, kunnen gebruikersaantallen niet zomaar worden opgeteld. Een patiënt die een voorschrift voor zowel simvastatine als atorvastatine heeft ontvangen, telt mee als gebruiker van simvastatine én als gebruiker van atorvastatine; op het niveau van de cholesterolverlagers telt hij maar eenmaal mee.


Standaarddagdosering (DDD)

Het aantal gebruikers zegt niets over de gebruikte hoeveelheid van geneesmiddelen: de hoeveelheid geneesmiddelen kan per gebruiker variëren. Voor het meten en vergelijken van de gebruikte hoeveelheid wordt daarom gebruik gemaakt van het aantal standaarddagdoseringen. Een standaarddagdosering (DDD Defined Daily Dose. Standaarddagdosering. (Defined Daily Dose. Standaarddagdosering.), Defined Daily Dose) is de hoeveelheid werkzame stof die een volwassene per dag krijgt voor de onderhoudsbehandeling van een ziekte of een aandoening. De standaarddagdosering wordt jaarlijks vastgesteld door het Collaborating Centre for Drug Statistics Methodology. Het gepresenteerde aantal DDD's op VZinfo en GIP databank verschillen van elkaar. Op VZinfo wordt het aantal DDD's per dag weergegeven en op GIP databank wordt het aantal DDD’s per jaar weergegeven.


ATC-codes

Het classificatiesysteem van de World Health Organization deelt een geneesmiddel in door aan elke werkzame stof of combinaties daarvan een eigen code toe te kennen. Het antidepressivum Fluoxetine (Merknaam: Prozac®) heeft bijvoorbeeld de ATC-code: N 06 AB 03. De eerste letter (N) staat voor de anatomische hoofdgroep, in dit geval die van het zenuwstelsel (Nervous system). In combinatie met het tweecijferige getal (06) achter de N ontstaat de code voor de therapeutische subgroep. N06 is de code voor de therapeutische subgroep van de psychoanaleptica. De tweede letter (A) staat voor de farmacologische subgroep, de farmacologische subgroep N06A is die van de antidepressiva. In combinatie met de derde letter (B) onstaat de code voor de chemische subgroep. N06AB is de code voor de chemische subgroep van selectieve serotonine heropnameremmers (SSRI's). Het laatste getal staat uiteindelijk voor de specifieke werkzame stof binnen de chemische subgroep. In dit geval dus fluoxetine. Op de GIP databank wordt het ATC-classificatiesysteem gebruikt dat door de WHO is vastgesteld in het meest recente rapportagejaar. Deze indeling is toegepast op alle voorgaande jaren, zodat de gegevens over alle jaren op dezelfde wijze zijn geclassificeerd.

ATC-codes per geneesmiddelgroep

ADHD-middelen

Antidepressiva

Antipsychotica

Astma- en COPD-middelen

Cholesterolverlagers

Diabetesmiddelen (insuline, oraal)

Hepatitis C middelen

HIV-middelen

Maagmiddelen

Pijnbestrijdingsmiddelen

Slaap- en kalmeringsmiddelen