Zorguitgaven dementie naar sector
Sla de grafiek Zorguitgaven dementie naar sector 2019 over en ga naar de datatabelBron: Kosten van Ziekten
- Geraamde cijfers
- ICD-10 (International Classification of Diseases, tenth revision)-codes: F00-F03, F05.1, G30, G31.0, G31.1, G31.8, G31.9
Zorguitgaven voor dementie ruim 10 miljard euro in 2019
In 2019 bedroegen de geraamde zorguitgaven voor dementie 10.309 miljoen euro. Dit kwam overeen met 10,6% van de totale zorguitgaven in de Nederlandse gezondheidszorg en 36,3% van de totale zorguitgaven voor psychische stoornissen. Dementie wordt in de ICD (International Classification of Diseases)-classificering gerekend tot de hoofdgroep psychische aandoeningen. Dementie had in 2019 de hoogste zorguitgaven van alle aandoeningen die in de Kosten van Ziekten-studie worden onderscheiden. Het overgrote deel van de zorguitgaven voor mensen met dementie (92,5%, bijna 9,6 miljard euro) ging in 2019 naar de ouderenzorg. Onder ouderenzorg vallen instellingen die verpleging, verzorging, revalidatie en thuiszorg leveren voor voornamelijk ouderen.
Zorguitgaven dementie naar leeftijd en geslacht
Sla de grafiek Zorguitgaven dementie naar leeftijd en geslacht 2019 over en ga naar de datatabelBron: Kosten van Ziekten
- Geraamde cijfers
- ICD-10 (International Classification of Diseases, tenth revision)-codes: F00-F03, F05.1, G30, G31.0, G31.1, G31.8, G31.9
Hogere zorguitgaven voor vrouwen
De zorguitgaven voor dementie namen vooral voor vrouwen sterk toe met de leeftijd. Van alle zorguitgaven voor dementie in 2019 ging 31% naar de zorg voor mannen en 69% naar de zorg voor vrouwen. Een verklaring voor dit verschil is dat dementie bij vrouwen vaker voorkomt dan bij mannen. Dementie komt het meest voor bij personen met hoge leeftijd en omdat vrouwen een hogere levensverwachting (Het gemiddeld aantal nog te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. ) hebben dan mannen zijn er meer oudere vrouwen met uitgaven voor dementie. Omdat vrouwen vanwege het verschil in levensverwachting gemiddeld vaker alleenstaand zijn dan mannen, maken zij ook meer gebruik van professionele zorg in een instelling.
- A.C. de Weerdt (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- S. Gouwens (RIVM)
- M.A. Koopmanschap (RIVM en EUR (Erasmus Universiteit Rotterdam))
- A. van der Meer (RIVM)
- G.J. Kommer (RIVM)