Deelname aan neonatale gehoorscreening hoog
De deelname aan de neonatale gehoorscreening is hoog. De screening wordt meestal thuis afgenomen, in combinatie met de hielprikscreening, in de eerste week na de geboorte. Soms wordt de screening afgenomen op het consultatiebureau als het kind enkele weken oud is. Als bij de eerste screeningsronde geen voldoende gehoor aan beide oren is aangetoond, volgt een tweede en zo nodig derde screeningsronde. Wanneer na drie screeningsronden nog geen voldoende gehoor kan worden aangetoond, wordt een kind voor verdere diagnostiek verwezen naar een audiologisch centrum. In 2022 was de deelnamegraad voor de drie screeningsronden samen 98,4%. Aan iedere screeningsronde afzonderlijk nam respectievelijk 99,4%, 99,3% en 99,7% van de hiervoor in aanmerking komende kinderen deel.
Tabel: Deelnamepercentage aan neonatale gehoorscreening 2009-2022
Jaar | 1e ronde | 2e ronde | 3e ronde | 3 ronden samen |
---|---|---|---|---|
2009 | 99,3 | 99,5 | 99,6 | 98,4 |
2010 | 99,3 | 99,4 | 99,3 | 97,9 |
2011 | 99,4 | 99,3 | 98,8 | 97,6 |
2012 | 99,4 | 99,3 | 99,7 | 98,4 |
2013 | 99,4 | 99,4 | 99,6 | 98,4 |
2014 | 99,5 | 99,3 | 99,9 | 98,7 |
2015 | 99,6 | 99,5 | 99,8 | 98,9 |
2016 | 99,7 | 99,7 | 99,7 | 99,1 |
2017 | 99,7 | 99,6 | 99,7 | 99,0 |
2018 | 99,6 | 99,6 | 99,7 | 98,9 |
2019 | 99,6 | 99,6 | 99,6 | 98,8 |
2020 | 99,5 | 99,6 | 99,7 | 98,8 |
2021 | 99,5 | 99,5 | 99,6 | 98,6 |
2022 | 99,4 | 99,3 | 99,7 | 98,4 |
- Voor ronde 1 t/m 3 is het deelnamepercentage het aantal kinderen dat gescreend wordt in een bepaalde screeningsronde gedeeld door het aantal kinderen dat in aanmerking komt voor die ronde, vermenigvuldigd met 100.
Vroegtijdige opsporing maakt eerdere behandeling en begeleiding mogelijk
Door vroegtijdige opsporing van gehoorverlies bij pasgeborenen kunnen behandeling en begeleiding eerder van start gaan. Dat draagt bij aan betere ontwikkelingsmogelijkheden van slechthorende kinderen.
Per jaar ongeveer 200 kinderen met gehoorverlies opgespoord vanuit JGZ
In de periode 2015-2022 werden in Nederland vanuit de JGZ (Jeugdgezondheidszorg) gemiddeld 130 kinderen per jaar met dubbelzijdig gehoorverlies en 77 kinderen met enkelzijdig gehoorverlies opgespoord (in totaal 1,24 per 1.000 kinderen die in aanmerking kwamen voor screening). In 2022 ging het om 142 kinderen met dubbelzijdig gehoorverlies en 65 kinderen met enkelzijdig gehoorverlies (in totaal 1,27 per 1.000 kinderen die in aanmerking kwamen voor screening). Hier komen nog de kinderen bij die door middel van de gehoorscreening op de intensive care afdelingen voor pasgeborenen (NICU (Neonatale intensive care unit)'s) worden opgespoord.
Per jaar ongeveer 110 kinderen met gehoorverlies opgespoord in NICU's
In de periode 2015-2022 werden in de Neonatale Intensive Care Units (NICU's) gemiddeld 77 kinderen per jaar opgespoord met dubbelzijdig gehoorverlies en 30 kinderen met enkelzijdig gehoorverlies. In 2022 ging het om 56 kinderen met dubbelzijdig verlies en 35 kinderen met enkelzijdig verlies (respectievelijk 1,6% en 1,0% van de gescreende kinderen). De prevalentie (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van dubbelzijdig en enkelzijdig gehoorverlies was over de jaren redelijk constant, maar in het jaar 2022 is relatief meer enkelzijdig gehoorverlies opgespoord ten opzichte van eerdere jaren (de Graaff-Korf et al. 2024 (de Graaff-Korf, K.S., Van Dommelen, P., Verkerk, P.H., Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units 2022, Zwolle (2024)) ).
Tabel: Aantal pasgeborenen met gehoorverlies ontdekt via screening. Screening door jeugdgezondheidszorg (JGZ) en Neonatale Intensive Care Units (NICU’s)
Opgespoord gehoorverlies JGZ |
Opgespoord gehoorverlies NICU's |
|||
---|---|---|---|---|
Jaar | dubbelzijdig | enkelzijdig | dubbelzijdig | enkelzijdig |
2011 | 99 | 88 | 82 | 37 |
2012 | 119 | 91 | 94 | 34 |
2013 | 113 | 87 | 77 | 40 |
2014 | 124 | 95 | 89 | 38 |
2015 | 113 | 82 | 75 | 26 |
2016 | 128 | 68 | 101 | 31 |
2017 | 119 | 74 | 87 | 30 |
2018 | 146 | 85 | 68 | 29 |
2019 | 129 | 77 | 73 | 33 |
2020 | 125 | 81 | 75 | 27 |
2021 | 135 | 86 | 83 | 26 |
2022 | 142 | 65 | 56 | 35 |
Gemiddelde periode 2015-2022 |
130 | 77 | 77 | 30 |
Bronnen: van der Ploeg et al. 2023 (van der Ploeg, K., van der Mast, O., Verkerk, P., Neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg. Monitor over 2022, Leiden (2023)) ; de Graaff-Korf et al. 2024 (de Graaff-Korf, K.S., Van Dommelen, P., Verkerk, P.H., Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units 2022, Zwolle (2024))
- L.J.M. van den Bosch (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- M.P.H. Koster (RIVM)
- A.M. Gommer, red (RIVM)
- M.M. Harbers, red. (RIVM)