Te lage en te hoge bloedglucosewaarden veroorzaken klachten
Mensen met diabetes type 1 moeten dagelijks verschillende keren insuline spuiten om de bloedglucose laag genoeg te houden. Zonder toediening van insuline kunnen levensbedreigende situaties optreden. Een deel van de mensen met diabetes type 2 kan met een verbeterde leefstijl de bloedglucosewaarden (tijdelijk) onder controle houden. Meestal zijn na verloop van tijd bloedglucose verlagende tabletten nodig en sommige mensen met diabetes type 2 hebben uiteindelijk ook insuline nodig om de bloedglucosewaarden laag genoeg te houden. De last die mensen met type 1 of type 2 diabetes ervaren van diabetes-gerelateerde ziekteverschijnselen hangt o.a. samen met te lage of te hoge bloedglucosewaarden. Lage bloedglucosewaarden (hypoglycaemie) gaan gepaard met ziekteverschijnselen en/of klachten zoals honger, zweten, hartkloppingen, tintelingen in handen, wazig of dubbelzien, hoofdpijn en een wisselend humeur. Extreem lage bloedglucosewaarden kunnen zelfs leiden tot een coma. Hoge bloedglucosewaarden (hyperglycaemie) veroorzaken klachten zoals dorst, veel plassen, vermagering en infecties, met name aan de urinewegen (Barents et al. 2023). De klachten die hier genoemd zijn, treden op korte termijn op. Complicaties die op lange termijn ontstaan als gevolg van de verhoogde glucosewaarden, worden hieronder beschreven.
Aandoeningen aan hart en vaten, ogen, nieren en zenuwen als gevolg van verhoogde glucosewaarden
Bij zowel type 1 als type 2 diabetes leidt langdurige blootstelling aan verhoogde bloedglucose tot complicaties van de grote en kleine bloedvaten (macro- en microvasculaire complicaties). Veelvoorkomende macrovasculaire complicaties zijn hart- en vaatziekten, zoals hartfalen, beroerte en doorbloedingsstoornissen van de benen (Tomic et al. 2022). Bij mensen met type 1 diabetes is de kans op het krijgen van deze complicaties tienmaal zo groot als bij mensen zonder diabetes (Atkinson et al. 2014). De microvasculaire complicaties bestaan uit aandoeningen van de ogen (diabetische retinopathie, blindheid), nieren (nefropathie) en zenuwen (neuropathie, bijvoorbeeld gevoelsstoornissen in de voeten (Tomic et al. 2022). De mate waarin deze complicaties optreden is afhankelijk van de duur van de stijgende waarden en de kwaliteit van de bloedsuikerregulatie (Atkinson et al. 2014). Bij mensen met diabetes type 2 hangt het risico op micro- en macrovasculaire complicaties samen met de leeftijd waarop mensen worden gediagnostiseerd met diabetes type 2. Zo zijn jonge mensen langer blootgesteld aan de effecten van diabetes dan mensen die op latere leeftijd worden gediagnostiseerd (Nanayakkara et al. 2021). Door de langere blootstelling is het risico op complicaties hoger. Er zijn aanwijzingen dat type 2 diabetes die op heel jonge leeftijd, bijvoorbeeld tijdens de adolescentie, wordt gediagnosticeerd, een ernstiger verloop heeft en een hoger risico geeft op complicaties (Rodriquez & O'Sullivan 2023).
Verschuiving complicaties door verbetering behandeling
Door de verbeteringen in diagnostiek en behandeling treden naast micro- en macrovasculaire complicaties ook andere comorbiditeit (Een combinatie van twee of meer aandoeningen bij één persoon. In tegenstelling tot bij multimorbiditeit is sprake van aandoeningen die zijn gerelateerd aan een hoofdaandoening.) of complicaties op, die soms minder bekend staan als complicaties als gevolg van diabetes. Voorbeelden van complicaties zijn kanker, leverziekte, infectieziekten, functionele beperkingen, slaapstoornissen, cognitieve achteruitgang, depressie en dementie (Tomic et al. 2022; Zheng et al. 2017). Zo hangt diabetes type 1 samen met alvleesklier-, en baarmoederslijmvlieskanker en diabetes type 2 met alvleesklier-, darm- en borstkanker. Verder hangt diabetes type 1 samen met depressie, slaapstoornissen en eetstoornissen. Bij diabetes type 2 is er daarnaast een verhoogd risico op functionele beperkingen, leverziekte, een verminderde cognitieve functie en psychische stoornissen, waaronder dementie (Tomic et al. 2022).
Bij prediabetes al complicaties
Type 2 diabetes ontstaat vaak geleidelijk door steeds verder stijgende glucosewaarden. Wanneer de glucosewaarden verhoogd zijn, maar nog niet zo hoog zijn dat diabetes gediagnosticeerd wordt, noem je dit prediabetes (Mensen met licht verhoogde glucosewaarden met een verhoogd risico op het ontwikkelen van diabetes type 2.). Prediabetes is dus een voorstadium van diabetes type 2. Bij prediabetes zijn er niet altijd klachten aanwezig, maar de hogere glucosewaarden kunnen al wel zorgen voor complicaties aan de nieren en macrovasculaire complicaties, waaronder hartinfarct en hartfalen (Cai et al. 2020; Schlesinger et al. 2022). Ook andere complicaties gerelateerd aan diabetes type 2 komen voor bij prediabetes, waaronder kanker, dementie en chronische nierziekte (Schlesinger et al. 2022).
Zwangerschapsdiabetes geeft een verhoogd risico op complicaties rondom de bevalling
Zwangerschapsdiabetes kan leiden tot een verhoogd risico op het krijgen van een zware baby (macrosomie) en complicaties rondom de bevalling. Er is een verhoogd risico op onder andere een keizersnede, vroeggeboorte, geelzucht, opname op de neonatale IC (Intensive care. Op een IC-afdeling worden patiënten opgenomen bij wie de vitale functies gestoord of ernstig bedreigd zijn en bij wie vaak ademhaling, bloedsomloop en nierfunctie bewaakt en gedeeltelijk of geheel worden ondersteund of overgenomen.)-afdeling en RDS (Respiratoir distress syndroom; Ye et al. 2022). Het verhoogde bloedglucosegehalte van de moeder leidt vaak tot een sterk toegenomen groei van de baby, die daardoor bij de geboorte meer dan 4-4,5 kg kan wegen. De mogelijke complicaties rondom de geboorte zijn dan ook vooral gerelateerd aan de grootte van het kind, zoals een verhoogde kans op een fractuur van het sleutelbeen of schouderblad van de baby tijdens de geboorte. Het kind heeft daarnaast een hogere kans op overgewicht (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2) en obesitas (Er is sprake van obesitas of ernstig overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 30 kg/m2.) en om later prediabetes en/of diabetes type 2 te ontwikkelen (Patro Golab et al. 2018; Lowe et al. 2019; Lowe et al. 2019). Meestal daalt het bloedglucosegehalte van de moeder snel na de bevalling. Vrouwen die ooit zwangerschapsdiabetes hebben gehad, hebben wel een hoger risico op het ontwikkelen van type 2 diabetes later in het leven (Dennison et al. 2021; Vounzoulaki et al. 2020). Lees meer over de oorzaken van zwangerschapsdiabetes.
Bloedglucosewaarden beïnvloeden kwaliteit van leven
Diabetes vermindert de kwaliteit van leven van patiënten. De last die mensen ervaren van diabetes-gerelateerde ziekteverschijnselen hangt deels samen met bloedglucosewaarden (Barents et al. 2023). Mensen met diabetes met een ernstig lage bloedglucosewaarde kunnen een verminderd kwaliteit van leven hebben. Mensen met beide typen diabetes kunnen angstig zijn voor te lage waarden en de bijbehorende complicaties (Chatwin et al. 2021; Matlock et al. 2022).
Kwaliteit van leven hangt samen met andere aandoeningen
Bij mensen met diabetes type 2 komt vaak comorbiditeit voor. Door aanwezigheid van comorbiditeit daalt de kwaliteit van leven het meest van deze mensen. De kwaliteit van leven wordt bepaald door het aantal aandoeningen. Met name cardiovasculaire aandoeningen en aandoeningen aan de spieren en gewrichten zorgen voor een afname in de fysieke kwaliteit van leven bij diabetespatiënten. Migraine en darmaandoeningen zorgen juist voor een afname in de mentale kwaliteit van leven bij diabetespatiënten (Adriaanse et al. 2016).
- A.M.W. Spijkerman ( RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- C.A. Baan (RIVM)
- E.L. Bieleman (RIVM)
- T.C.H. Hazekamp, red. (RIVM)