Risicofactoren in te delen in biologische en leefstijlfactoren

De factoren die van invloed zijn op het ontstaan van dikkedarmkanker zijn in te delen in biologische en leefstijlfactoren. De belangrijkste factoren die het risico van het ontstaan van dikkedarmkanker verhogen of verlagen staan in de bovenstaande tabel. De belangrijkste  beïnvloedbare leefstijlfactoren zijn voeding (overgewicht Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2 (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2 ), consumptie van alcohol en van bewerkt en rood vlees) en te weinig lichaamsbeweging.

Leefstijl verantwoordelijk voor ongeveer helft dikkedarmkankergevallen

In Nederland is het percentage gevallen van dikkedarmkanker dat is toe te schrijven aan leefstijlfactoren geschat op ongeveer 50% (de Vries et al. 2014 de Vries, E, Elias, S. G., van Leeuwen, F. E., Kampman, E., de Vroome, E. M. M., Peeters, P. H. M., Bausch-Goldbohm, R. A., Lanting, C. I., van den Brandt, P. A., Kiemeney, L. A., Bijdrage van leefstijlfactoren aan kanker; secundaire analyse van Nederlandse gegevens voor 2010 met een voorspelling voor 2020 (2014) (de Vries, E, Elias, S. G., van Leeuwen, F. E., Kampman, E., de Vroome, E. M. M., Peeters, P. H. M., Bausch-Goldbohm, R. A., Lanting, C. I., van den Brandt, P. A., Kiemeney, L. A., Bijdrage van leefstijlfactoren aan kanker; secundaire analyse van Nederlandse gegevens voor 2010 met een voorspelling voor 2020 (2014)) ). Wereldwijd is bij 20 tot 30% van de gevallen van dikkedarmkanker sprake van dikkedarmkanker in de familie, 5 tot 10% van de gevallen van dikkedarmkanker is gerelateerd aan een bekend genetisch syndroom (Wells & Wise 2017 Wells, K, Wise, PE., Hereditary Colorectal Cancer Syndromes (2017) (Wells, K, Wise, PE., Hereditary Colorectal Cancer Syndromes (2017)) ). De darmtumoren die niet erfelijk zijn, worden waarschijnlijk veroorzaakt door een combinatie van aangeboren gevoeligheid en leefstijlfactoren.

Bevolkingsonderzoek darmkanker vergroot kans op genezing

Darmkanker komt voornamelijk voor bij mensen boven de 55 jaar. Sinds 2014 wordt daarom een landelijk bevolkingsonderzoek uitgevoerd, waarvoor mannen en vrouwen van 55 tot en met 75 jaar uitgenodigd worden om deel te nemen. Bij het bevolkingsonderzoek wordt er in een laboratorium bekeken of er bloed in de ontlasting zit. Het doel van dit onderzoek is om (dikke)darmkanker te voorkomen of in een vroegtijdig stadium op te sporen en te behandelen. De kans op genezing is groter en de behandeling is minder intensief als darmkanker vroegtijdig ontdekt wordt.

Beïnvloedende factoren dikkedarmkanker

Relatie met dikkedarmkanker

Beïnvloedende factoren

Risicoverlagend

Lichamelijke activiteit

 

 

 

 

Mogelijk risicoverlagend

Zuivel

Vezelrijk voedsel

Calcium supplementen

 

 

Risicoverhogend

Alcohol (> 2 glazen per dag)

Overgewicht (lichaamsvet)

Genetische factoren

Lichaamslengte (volwassen)

Bewerkte vleeswaren

Mogelijk risicoverhogend

Rood vlees

 

 

 

 

Bron: WCRF/AICR 2018 WCRF/AICR, Diet, Nutrition, Physical Activity and Cancer: a Global Perspective. Continuous Update Project Expert Report 2018 (2018) (WCRF/AICR, Diet, Nutrition, Physical Activity and Cancer: a Global Perspective. Continuous Update Project Expert Report 2018 (2018))


Zowel fysieke als mentale gevolgen dikkedarmkanker

Na de diagnose en de behandeling van dikkedarmkanker kunnen er zowel fysieke als mentale gevolgen optreden. De meest voorkomende fysieke gevolgen zijn: vermoeidheid, verminderde hart- en longfunctie, spierzwakte en atrofie, pijn, darmproblemen, slaapproblemen, misselijkheid en stomaverzorgingsproblemen (Lynch et al. 2016 Lynch, B.M., van Roekel, EH., Vallance, JK., Physical activity and quality of life after colorectal cancer: overview of evidence and future directions (2016) (Lynch, B.M., van Roekel, EH., Vallance, JK., Physical activity and quality of life after colorectal cancer: overview of evidence and future directions (2016)) ). Veelvoorkomende mentale problemen die optreden na het krijgen van dikkedarmkanker zijn depressie, angst voor recidieven en een verminderd zelfbeeld en lichaamsbeeld (Lynch et al. 2016 Lynch, B.M., van Roekel, EH., Vallance, JK., Physical activity and quality of life after colorectal cancer: overview of evidence and future directions (2016) (Lynch, B.M., van Roekel, EH., Vallance, JK., Physical activity and quality of life after colorectal cancer: overview of evidence and future directions (2016))Custers et al. 2016 Custers, J. A. E., Gielissen, M. F. M., Janssen, S. H. V., de Wilt, J. H. W., Prins, J.B., Fear of cancer recurrence in colorectal cancer survivors (2016) (Custers, J. A. E., Gielissen, M. F. M., Janssen, S. H. V., de Wilt, J. H. W., Prins, J.B., Fear of cancer recurrence in colorectal cancer survivors (2016)) ).

Nog onvoldoende basis voor leefstijladviezen

Er vindt veel onderzoek plaats naar de invloed van leefstijl op de kwaliteit van leven, het herstel en de prognose van dikkedarmkankerpatiënten. Er zijn echter nog onvoldoende studies uitgevoerd om specifieke aanbevelingen ten aanzien van leefstijl te kunnen doen voor dikkedarmkankerpatiënten (van Zutphen et al. 2017 van Zutphen, M, Kampman, E, Giovannucci, EL., van Duijnhoven, FJ. B., Lifestyle after Colorectal Cancer Diagnosis in Relation to Survival and Recurrence: A Review of the Literature. (2017) (van Zutphen, M, Kampman, E, Giovannucci, EL., van Duijnhoven, FJ. B., Lifestyle after Colorectal Cancer Diagnosis in Relation to Survival and Recurrence: A Review of the Literature. (2017)) ).


  • E. Kampman (WUR Wageningen University &Research (Wageningen University &Research))
  • L. Revales (RIVM)
  • A.M. Gommer, red. (RIVM)