Niet-melanome huidkanker absoluut
Sla de grafiek Nieuwe gevallen van niet-melanome huidkanker 2023 over en ga naar de datatabelBron: NKR, cijfers gedownload op 19 februari 2024
- De cijfers zijn voorlopig.
- ICD-O2/3: topografiecodes C30, C44, C51, C60, C63.2, C80
Niet-melanome huidkanker relatief
Sla de grafiek Nieuwe gevallen van niet-melanome huidkanker 2023 over en ga naar de datatabelBron: NKR, cijfers gedownload op 19 februari 2024
- De cijfers zijn voorlopig.
- ICD-O2/3: topografiecodes C30, C44, C51, C60, C63.2, C80
Ongeveer 16.100 diagnosen niet-melanome huidkanker in 2023
In 2023 zijn ongeveer 16.100 nieuwe gevallen van niet-melanome huidkanker vastgesteld: 8.900 bij mannen en 7.200 bij vrouwen (1,00 per 1.000 mannen en 0,80 per 1.000 vrouwen). Het gaat hierbij om plaveiselcelcarcinoom en zeer zeldzame huidtumoren. Basaalcelcarcinoom is niet bij deze cijfers inbegrepen.
Het aantal nieuwe gevallen van niet-melanome huidkanker neemt toe met de leeftijd.
Ongeveer 88.400 personen met niet-melanome huidkanker op 1-1-2023
Op 1 januari 2023 hadden ongeveer 88.400 mensen niet-melanome huidkanker, van wie 47.200 mannen en 41.200 vrouwen (5,33 per 1.000 mannen en 4,60 per 1.000 vrouwen) (Bron: NKR, voorlopige cijfers gedownload op 19 februari 2024).
Het betreft hier de tienjaarsprevalentie. Dit wil zeggen het aantal nog levende mensen dat in de tien jaar voorafgaand aan 1 januari 2023 de diagnose niet-melanome huidkanker heeft gekregen. Het totaal aantal mensen met niet-melanome huidkanker is geschat door de som te nemen van de prevalentie (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van de afzonderlijke vormen van huidtumoren (plaveiselcelcarcinoom en zeer zeldzame huidtumoren). Dit kan hebben geleid tot een kleine overschatting.
Niet-melanome huidkanker absoluut
Sla de grafiek Nieuwe gevallen van niet-melanome huidkanker 1989-2023 over en ga naar de datatabelBron: NKR, cijfers gedownload op 16 februari 2024
- De cijfers van 2022 en 2023 zijn voorlopig.
- ICD-O2/3: topografiecodes C30, C44, C51, C60, C63.2, C80
Niet-melanome huidkanker relatief
Sla de grafiek Nieuwe gevallen van niet-melanome huidkanker 1989-2023 over en ga naar de datatabelBron: NKR, cijfers gedownload op 16 februari 2024
- Gestandaardiseerd naar de Europese bevolking in 2010 (RESR (Revised European Standardized Rate. Cijfer gecorrigeerd voor de leeftijdsopbouw in de Europese bevolking in 2010. ))
- De cijfers van 2022 en 2023 zijn voorlopig.
- ICD-O2/3: topografiecodes C30, C44, C51, C60, C63.2, C80
Aantal nieuwe gevallen niet-melanome huidkanker neemt sterk toe
Het absolute aantal nieuwe gevallen van niet-melanome huidkanker (exclusief basaalcelcarcinoom) is in de periode 1989-2023 flink toegenomen. Voor mannen was het aantal nieuwe gevallen in 2023 ruim zes keer groter dan in 1989, voor vrouwen bijna negen keer. Een deel van deze toename is toe te schrijven aan veranderingen in omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking. Na correctie voor deze veranderingen (standaardisatie), is de toename minder sterk: bijna drie keer voor mannen en ruim vijf keer voor vrouwen.
In 2020 minder diagnosen door COVID-19-uitbraak
In 2020 was het aantal gediagnosticeerde gevallen van niet-melanome huidkanker kleiner dan in het voorgaande jaar. Dit hangt waarschijnlijk samen met de COVID-19-uitbraak. Mensen met verdachte plekjes op de huid hebben mogelijk een bezoek aan de huisarts uitgesteld. Ook kan het zijn dat huisartsen tijdens de COVID-19-uitbraak een doorverwijzing naar het ziekenhuis hebben uitgesteld (Slotman et al. 2022 (Slotman, E., Schreuder, K., Nijsten, T.E.C., Wakkee, M., Hollestein, L., Mooyaart, A., Siesling, S., Louwman, M.W.J., The impact of the COVID-19 pandemic on keratinocyte carcinoma in the Netherlands: Trends in diagnoses and magnitude of diagnostic delays (2022)) ).
Staat van Volkgezondheid en Zorg: kerncijfers voor beleid:
- A.M. Gommer (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- T. Hazekamp, red. (RIVM)