Geschatte ziektelast voor influenza 2018-2024
Sla de grafiek Geschatte ziektelast voor influenza 2018-2024 over en ga naar de datatabelBron: Reukers et al., 2023 (Reukers, D.F.M, van Asten, L., Hooiveld, M., Jongenotter, F., de Lange, M.M.A., Teirlinck, A.C., Veldhuijzen, Meijer, A., van Gageldonk-Lafeber, A.B., Surveillance of acute respiratory infections in the Netherlands: winter 2022/2023, Bilthoven (2023)) , RIVM, 2024 (RIVM, Terugblik surveillance van luchtweginfecties 2023/2024 – Ziektelast van COVID-19 en influenza (2024))
- Door de maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19 waren er in het griepseizoen 2020/2021 bijna geen griepgevallen. Daardoor kon de geschatte ziektelast (De ziektelast wordt uitgedrukt in Disability Adjusted Life Years (DALY) en is opgebouwd uit het aantal verloren levensjaren (door vroegtijdige sterfte), en het aantal jaren geleefd met gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld een ziekte), gewogen voor de ernst hiervan (ziektejaarequivalenten).) niet berekend worden.
Ziektelast influenza 10.900 DALY's in 2023/2024
In het griepseizoen 2023/2024 was de geschatte ziektelast (De ziektelast wordt uitgedrukt in Disability Adjusted Life Years (DALY) en is opgebouwd uit het aantal verloren levensjaren (door vroegtijdige sterfte), en het aantal jaren geleefd met gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld een ziekte), gewogen voor de ernst hiervan (ziektejaarequivalenten).) van influenza 10.900 DALY (Disability Adjusted Life Years. Maat voor ziektelast ('burden of disease') in een populatie; opgebouwd uit het aantal verloren levensjaren (door vroegtijdige sterfte), en het aantal jaren geleefd met gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld een ziekte), gewogen voor de ernst hiervan (ziektejaarequivalenten).)'s (RIVM, 2024 (RIVM, Terugblik surveillance van luchtweginfecties 2023/2024 – Ziektelast van COVID-19 en influenza (2024)) ). De ziektelast voor influenza varieert sterk per griepseizoen. Door de maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19 waren er in het griepseizoen 2020/2021 nauwelijks griepgevallen en was de ziektelast van influenza verwaarloosbaar (Reukers et al., 2021 (Reukers, D.F.M, van Asten, L., Brandsema, P.S., Dijkstra, F., Hendriksen, J.M.T., Hooiveld, M., de Lange, M.M.A., Lanooij, S.J., Niessen, Teirlinck, A.C., Verstraten, Meijer, A., van Gageldonk-Lafeber, A.B., Annual report Surveillance of COVID-19, influenza and other respiratory infections in the Netherlands: winter 2020/2021, Bilthoven (2021)) ). De precieze ziektelast kon vanwege het lage aantal gevallen niet berekend worden.
Verschillende methoden voor berekening ziektelast influenza
De bron van de hier gepresenteerde ziektelast van infectieziekten is de Surveillance (Een systeem dat (actueel) inzicht geeft in de ontwikkeling van het vóórkomen van zowel infectieziekten als ziekteverwekkers. Dit houdt in de systematische verzameling, analyse en interpretatie van gegevens en vervolgens de rapportage.) van influenza (RIVM, 2024 (RIVM, Terugblik surveillance van luchtweginfecties 2023/2024 – Ziektelast van COVID-19 en influenza (2024)) ). De hier gebruikte schattingsmethode wijkt af van de methode die gebruikt wordt voor het berekenen van de ziektelast in het kader van de ‘Volksgezondheid Toekomst Verkenning’ (VTV (In de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) rapporteert het RIVM elke vier jaar over de ontwikkeling van de volksgezondheid in Nederland.)) die aan de basis ligt van de Ranglijst aandoeningen op basis van ziektelast. De Surveillance van influenza maakt een schatting van de ziektelast veroorzaakt door infectie met een influenzavirus en neemt daarbij ook mogelijke langetermijneffecten van de infectie mee, zoals chronische aandoeningen die het gevolg zijn van de infectie. De VTV schat uitsluitend de ziektelast die is toe te schrijven aan influenza zelf en maakt daarbij gebruik van geregistreerde cijfers over het vóórkomen van influenza. Als gevolg hiervan kan de hier gepresenteerde ziektelast van influenza afwijken van de ziektelast geschat in het kader van de VTV.
- M. de Lange (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- C. Hendriks, red. (RIVM)