Prevalentie personen met DBC-gefinancierde GGZ voor persoonlijkheidsstoornissen 2019

Sla de grafiek Prevalentie personen met DBC-gefinancierde GGZ voor persoonlijkheidsstoornissen 2019 over en ga naar de datatabel

Bron: DBC-zorgtrajecten op CBS StatLine De elektronische databank van het CBS. Bevat statistische informatie over vele maatschappelijke en economische onderwerpen in de vorm van tabellen en grafieken. (De elektronische databank van het CBS. Bevat statistische informatie over vele maatschappelijke en economische onderwerpen in de vorm van tabellen en grafieken.)

  • Het betreft voorlopige cijfers voor 2019

199.105 personen met DBC-gefinancierd zorgtraject voor persoonlijkheidsstoornissen 

In 2019 waren er 199.105 mensen die een zorgtraject De zorg die wordt geleverd vanaf het moment dat iemand zich met een zorgvraag bij een medisch specialist meldt. In dit zorgtraject worden alle uitgevoerde zorgactiviteiten vastgelegd die in het kader van diagnostiek en behandeling worden uitgevoerd. (De zorg die wordt geleverd vanaf het moment dat iemand zich met een zorgvraag bij een medisch specialist meldt. In dit zorgtraject worden alle uitgevoerde zorgactiviteiten vastgelegd die in het kader van diagnostiek en behandeling worden uitgevoerd. ) voor een persoonlijkheidsstoornis ontvingen in de GGZ Geestelijke gezondheidszorg (Geestelijke gezondheidszorg). Het betrof 69.530 mannen en 129.580 vrouwen (door afronding is de som niet altijd gelijk aan de onderliggende waarden). Dit komt overeen met 1.000 per 100.000 mannen en 1.813 per 100.000 vrouwen. Dit aantal is gebaseerd op het aantal Diagnose Behandel Combinaties (DBC Diagnose Behandeling Combinatie. Een DBC geeft het geheel van activiteiten van de behandelaar weer (bijvoorbeeld vormen van diagnostiek, behandeling, begeleiding, et cetera) voortvloeiend uit de zorgvraag van de patiënt. (Diagnose Behandeling Combinatie. Een DBC geeft het geheel van activiteiten van de behandelaar weer (bijvoorbeeld vormen van diagnostiek, behandeling, begeleiding, et cetera) voortvloeiend uit de zorgvraag van de patiënt.)’s) voor de hoofgroep persoonlijkheidsstoornissen als primaire- of nevendiagnose in 2019. Mensen met een persoonlijkheidsstoornis die behandeld worden in de forensische GGZ, zijn niet in de cijfers meegenomen. Dit veroorzaakt een onderschatting van het aantal mensen dat een behandeling ontvangt voor een persoonlijkheidsstoornis. 


  • C.L. Zomer (RIVM)
  • J. Hutsebaut (de Viersprong)