Prevalentie van PTSS in de bevolking
Sla de grafiek Prevalentie van PTSS in de bevolking per leeftijdsgroep 2004-2005 over en ga naar de datatabelBron: de Vries & Olff, 2009 (de Vries, G, Olff, M, The lifetime prevalence of traumatic events and posttraumatic stress disorder in the Netherlands (2009))
Ongeveer 7% van de Nederlanders heeft ooit in het leven PTSS
Tussen 2004 en 2005 heeft naar schatting 7,4% van de Nederlandse bevolking in de leeftijd van 18 tot 80 jaar ooit in zijn of haar leven een posttraumatische stressstoornis -afgekort PTSS (Posttraumatische stressstoornis)- (gehad). Dit is de meest recente schatting op basis van gegevens uit een onderzoek onder een steekproef van de Nederlandse bevolking (de Vries & Olff, 2009 (de Vries, G, Olff, M, The lifetime prevalence of traumatic events and posttraumatic stress disorder in the Netherlands (2009)) ). Het ging om 8,8% van de vrouwen en 4,3% van de mannen. De hogere prevalentie (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van PTSS onder vrouwen is gedeeltelijk te verklaren door een hogere blootstelling aan seksueel geweld. Andere factoren die een rol kunnen spelen zijn een jongere leeftijd ten tijde van blootstelling aan de traumatische gebeurtenis en een hogere mate van dissociatie (Toestand waarin iemand zich verminderd of niet bewust is van de interne- en/of externe omgeving en daardoor losraakt van (een deel van) de werkelijkheid.) gedurende deze gebeurtenis (de Vries & Olff, 2009 (de Vries, G, Olff, M, The lifetime prevalence of traumatic events and posttraumatic stress disorder in the Netherlands (2009)) ; Olff et al., 2007 (Olff, M, Langeland, W, Draijer, N, Gersons, BP. R., Gender differences in posttraumatic stress disorder (2007)) ). De jaarprevalentie (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.) van PTSS bij volwassenen is 2,6 tot 3,3%. Een veel hoger percentage mensen, tussen de 52-81%, maakt ooit in het leven een schokkende gebeurtenis mee. Ongeveer 14% ontwikkelt in reactie hierop een PTSS (de Vries & Olff, 2009 (de Vries, G, Olff, M, The lifetime prevalence of traumatic events and posttraumatic stress disorder in the Netherlands (2009)) ; Darves-Bornoz et al., 2008 (Darves-Bornoz, J, Alonso, J, de Girolamo, G, de Graaf, R, Haro, J, Kovess-Masfety, V, Gasquet, I., Lepine, J, Nachbaur, G, Negre-Pages, L, Vilagut, G, ESEMeD/MHEDEA 2000 Investigators, Main traumatic events in Europe: PTSD in the European study of the epidemiology of mental disorders survey (2008)) ; Bronner et al., 2009 (Bronner, M. B., Peek, N., de Vries, M., Bronner, A. E., Last, B. F., Grootenhuis, M. A., A community-based survey of posttraumatic stress disorder in the Netherlands (2009)) ).
Risico op PTSS het grootst in de leeftijd 18-34 jaar
Bij kinderen en adolescenten is de prevalentie van PTSS relatief laag. In de volwassen bevolking hebben mensen tussen de 18 en 34 jaar met 9,8% het grootste risico op een PTSS. De voornaamste verklaring hiervoor is een hogere blootstelling aan geweld. De prevalentie van PTSS neemt bij benadering lineair af met het stijgen van de leeftijd en daalt naar 2,7% bij 65-plussers (de Vries & Olff, 2009 (de Vries, G, Olff, M, The lifetime prevalence of traumatic events and posttraumatic stress disorder in the Netherlands (2009)) ; Kessler et al., 2007 (Kessler, R. C., Angermeyer, M. C., Anthony, JC., de Graaf, R, Demyttenaere, K, Gasquet, I., Gluzman, S, Gureje, O, Haro, J, Kawakami, N, Karam, A, Medina-Mora, M, Posada-Villa, J, Stein, D. J., Adley-Tsang, C. H., Aguilar-Gaxiola, S., Alonso, J, Lee, S, Heeringa, S, Pennell, B, Berglund, P, Gruber, MJ., Petukhova, M, Chatterji, S, Ustün, T. B., Oakley-Browne, M. A., Levinson, D, de Girolamo, G, Lifetime prevalence and age-of-onset distributions of mental disorders in the World Health Organization's World Mental Health Survey Initiative (2007)) ; American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force., 2014 (American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force., Diagnostic and statistical manual of mental disorders: DSM-5, Washington, D.C. (2014)) ).
Prevalentie van PTSS in de huisartsenpraktijk
Sla de grafiek Jaarprevalentie van PTSS in de huisartsenpraktijk 2017-2019 over en ga naar de datatabelBron: FaMe-net
- PTSS (Posttraumatische stressstoornis): ICPC (International Classification of Primary Care)-2-code P82
- Gemiddelde jaarprevalentie (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.) over de periode 2017-2019
130.000 mensen bij de huisarts geregistreerd met diagnose PTSS
In de periode 2017-2019 stonden er gemiddeld naar schatting 130.000 mensen per jaar bij de huisarts geregistreerd met PTSS (Posttraumatische stressstoornis), 38.000 mannen en 93.000 vrouwen. Dit komt overeen met 4,4 per 1.000 mannen en 10,7 per 1.000 vrouwen. Door afronding wijkt het geschatte totaal aantal mensen af van de som van het aantal mannen en vrouwen. Deze schatting is gebaseerd op de huisartsenregistratie FaMe-net. De diagnose wordt doorgaans niet gesteld door de huisarts, maar door een gespecialiseerd psycholoog of psychiater.
PTSS komt vaker voor bij bepaalde beroepsgroepen
Het beoefenen van bepaalde beroepen is geassocieerd met een verhoogd risico op het ontwikkelen van PTSS (Posttraumatische stressstoornis). Dit heeft te maken met de hogere blootstelling aan schokkende gebeurtenissen in deze beroepen. Zo is het risico op PTSS bijvoorbeeld verhoogd onder werknemers in de zorg. Vanwege een schaarste naar onderzoek over PTSS in specifieke beroepssectoren, geven de percentages van PTSS-klachten per beroepsgroep slechts een ruwe indicatie. Methodologische verschillen tussen de studies vormen ook een aanleiding om de cijfers met voorzichtigheid te interpreteren (Skogstad et al., 2013 (Skogstad, M., Skorstad, M., Lie, A., Conradi, H. S., Heir, T., Weisæth, L., Work-related post-traumatic stress disorder (2013)) ; Berger et al., 2012 (Berger, W., Coutinho, E. S. F., Figueira, I., Marques-Portella, C., Luz, M. P., Neylan, T. C., Marmar, C. R., Mendlowicz, M. V., Rescuers at risk: a systematic review and meta-regression analysis of the worldwide current prevalence and correlates of PTSD in rescue workers (2012)) ).
Tabel: Prevalentie van PTSS-klachten bij risico-beroepsgroepen
Beroepsgroep |
Prevalentie PTSS-klachten (%) |
Soort risico |
Bron |
---|---|---|---|
Ziekenhuisartsen |
15 |
Absoluut risicoa |
Ruitenburg et al., 2012 (Ruitenburg, M. M., Frings-Dresen, M. H. W., Sluiter, J.K., The prevalence of common mental disorders among hospital physicians and their association with self-reported work ability: a cross-sectional study (2012)) |
Ambulancepersoneel |
12 |
Conditioneel risicob |
van der Ploeg & Kleber, 2003 (van der Ploeg, E., Kleber, R.J., Acute and chronic job stressors among ambulance personnel: predictors of health symptoms (2003)) |
Verzorgers van gehandicapten |
8 |
Absoluut risicoa |
Blekemolen et al., 2016 (Blekemolen, J. R. M., Hulshof, C. T. J., Sluiter, J.K., The Prevalence of Work-Related Stress Complaints among Healthcare Workers for the Disabled Participating in a Workers? Health Surveillance Program (2016)) |
Politieagenten |
7 |
Conditioneel risicob |
Carlier et al., 1997 (Carlier, I. V., Lamberts, R. D., Gersons, B. P., Risk factors for posttraumatic stress symptomatology in police officers: a prospective analysis (1997)) |
Defensiepersoneel |
4-9 |
Absoluuta en conditioneelb risico |
Reijnen et al., 2015 (Reijnen, A., Rademaker, A. R., Vermetten, E., Geuze, E., Prevalence of mental health symptoms in Dutch military personnel returning from deployment to Afghanistan: a 2-year longitudinal analysis (2015)) |
Brandweermannen |
3-5 |
Absoluut risicoa |
Plat et al., 2012 (Plat, M, Frings-Dresen, M. H. W., Sluiter, J.K., Which subgroups of fire fighters are more prone to work-related diminished health requirements? (2012)) ; |
a) Absoluut risico: het risico op PTSS in de totale beroepsgroep
b) Conditioneel risico: het risico op PTSS in een beroepsgroep die is blootgesteld aan een schokkende gebeurtenis op het werk
Aantal nieuwe gevallen van PTSS in de huisartsenpraktijk
Sla de grafiek Nieuwe gevallen van PTSS in de huisartsenpraktijk 2017-2019 over en ga naar de datatabelBron: FaMe-net
- PTSS (Posttraumatische stressstoornis): ICPC (International Classification of Primary Care)-2-code P82
- Gemiddeld aantal nieuwe gevallen per jaar over de periode 2017-2019
67.000 nieuwe gevallen van PTSS door huisarts geregistreerd
In de periode 2017-2019 registreerden huisartsen naar schatting gemiddeld 67.000 nieuwe gevallen van PTSS (Posttraumatische stressstoornis) per jaar. Het betrof 19.000 mannen en 47.000 vrouwen. Dit komt overeen met 2,3 per 1.000 mannen en 5,4 per 1.000 vrouwen in de bevolking. Door afronding wijkt het geschatte totaal aantal nieuwe gevallen af van de som van het aantal nieuwe gevallen voor mannen en vrouwen. Deze schatting is gebaseerd op de huisartsenregistratie FaMe-net. De diagnose wordt doorgaans niet gesteld door de huisarts, maar door een gespecialiseerd psycholoog of psychiater.
5.200-8.900 nieuwe gevallen van PTSS als beroepsziekte
Voor 2013 schatte het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) in de VZ-registraties het aantal nieuwe gevallen van PTSS (Posttraumatische stressstoornis) als beroepsziekte op 8.900. Het gaat hierbij om gevallen van PTSS die als gevolg van een schokkende gebeurtenis op het werk zijn ontstaan. Dit aantal is geschat op basis van cijfers uit de NZR (Nivel Zorgregistraties eerste lijn). In 2014 gaf 0,1% van alle werknemers in de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) aan dat ze een PTSS hadden, die in het afgelopen jaar was ontstaan. Dit komt neer op 5.200 nieuwe gevallen van PTSS. In deze vragenlijst rapporteerden werknemers zelf dat ze PTSS hadden en dat deze door een specialist was vastgesteld. De ziektegevallen gebaseerd op de NZR vallen hoger uit dan de cijfers uit de NEA (Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden). Dit heeft te maken met methodologische verschillen. Waarom het verschil zo groot is, is niet duidelijk (Arbobalans, 2016).
289 meldingen van PTSS aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB)
In 2015 zijn 289 nieuwe gevallen van PTSS als beroepsziekte gemeld aan het NCvB. Dit aantal vormt 11% van de ruim 2.600 meldingen voor psychische aandoeningen (NCvB, 2016 (NCvB, Beroepsziekten in Cijfers 2016, Amsterdam (2016)) ). Dit is een onderschatting van het werkelijke aantal. De meeste meldingen van PTSS betroffen politiefunctionarissen, gevolgd door medewerkers gezondheidszorg, voornamelijk in de psychiatrie en zwakzinnigenzorg, defensiepersoneel en treinmachinisten en –conducteurs. De incidenten die aanleiding gaven tot PTSS betroffen vooral ernstige agressie gericht op de werknemer of het getuige zijn van agressieve daden naar zichzelf (suïcidepoging) of anderen. Het Peilstation Intensief Melden (PIM (Peilstation Intensief Melden)), een verdiepende registratie door een groep bedrijfsartsen, schatte dat 8 op de 100.000 werknemers binnen een jaar PTSS ontwikkelt.
Bevolkingsonderzoek versus huisartsenregistratie: Niet iedereen met PTSS bij de huisarts bekend
De prevalentiecijfers van PTSS (Posttraumatische stressstoornis) zijn in huisartsenregistraties lager dan de cijfers uit bevolkingsonderzoek. Hier zijn ten minste drie oorzaken voor aan te wijzen:
- Veel mensen met PTSS zoeken geen professionele hulp voor hun klachten. Factoren die hieraan bijdragen zijn verwachtingen dat de symptomen vanzelf zullen overgaan of juist niet verholpen kunnen worden, en gevoelens van schaamte. Daarnaast vermijden mensen met PTSS vaak herinneringen aan de traumatische gebeurtenis en kunnen ze hierdoor bang zijn de traumatische gebeurtenis te bespreken met een hulpverlener (Friedman et al., 2010 (Friedman, M. J., Foa, E. B., Keane, T. M., Cohen, J.A., Effective Treatments for PTSD: Practice Guidelines from the International Society for Traumatic Stress Studies (2nd ed.), New York (2010)) ).
- In de specialistische GGZ (Geestelijke gezondheidszorg) gestelde diagnoses worden niet altijd goed opgenomen in huisartsenregistraties. Dit komt door incomplete terugkoppeling door GGZ-zorgverleners aan huisartsen, en/of incomplete toevoeging van diagnose-informatie aan het patiëntendossier.
- Een deel van de mensen met PTSS gaat niet als eerste naar de huisarts, maar direct naar een vrijgevestigd psycholoog.
Trend prevalentie PTSS in de huisartsenpraktijk
Sla de grafiek Jaarprevalentie van PTSS 2000-2018 over en ga naar de datatabelBron: FaMe-net
- PTSS (Posttraumatische stressstoornis): ICPC (International Classification of Primary Care)-2-code P82
- De 3-jaars voortschrijdende gemiddelden zijn weergegeven.
- Gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 2019
Aantal mensen met diagnose PTSS sterk toegenomen
Het aantal mensen dat in de huisartsenpraktijk geregistreerd staat met PTSS (Posttraumatische stressstoornis), is in een periode van ruim tien jaar (2008-2018) sterk toegenomen. De toename was voor vrouwen groter dan voor mannen. De trend is gecorrigeerd voor veranderingen in de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking (standaardisatie). De toename in het aantal geregistreerde personen met PTSS wordt mogelijk verklaard doordat mensen eerder professionele hulp zoeken bij klachten. Ook betere herkenning in de ggz of nauwkeurigere registratie van PTSS door huisartsen kan een rol spelen (Weehuizen, 2008 (Weehuizen, R., Mental capital. The economic significance of mental health, Maastricht (2008)) ). Daarnaast zorgt de toegenomen media-aandacht voor PTSS ervoor dat meer mensen symptomen bij zichzelf herkennen en hier hulp voor zoeken.
PTSS vaker geregistreerd als beroepsziekte
Er worden steeds meer psychische beroepsziekten gemeld aan het NCvB. Het aantal meldingen van PTSS (Posttraumatische stressstoornis) als beroepsziekte is sinds 1999 sterk gestegen. In 1999 waren er 52 meldingen van PTSS door bedrijfsartsen, in 2015 waren dit er 289 (NCvB, 2016 (NCvB, Beroepsziekten in Cijfers 2016, Amsterdam (2016)) ). Dit is 11,0% van het aantal meldingen van psychische beroepsziekte dat binnenkomt bij het NCvB. Dit blijkt uit het rapport ‘Beroepsziekten in Cijfers’ en signaleringsrapporten van het NCvB en de registratie van het Peilstation Intensief Melden (PIM (Peilstation Intensief Melden)). Hierbij begeleidt het NCvB een beperkte groep bedrijfsartsen met een bekende werknemerspopulatie intensief bij de diagnose en melding van beroepsziekten. Mogelijke verklaringen voor de stijging kunnen zijn:
- Toegenomen aandacht voor PTSS in de media.
- Erkenning van PTSS als beroepsziekte bij de politie.
- F.L. Hakstege (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- E.R. Klaassens (Stichting Centrum'45)
- M.J.J.C. Poos (RIVM)
- A.M. Gommer (RIVM)
- C.L. Zomer (RIVM)