Naar inkomen en geslacht

Sla de grafiek Jaarprevalentie angststoornissen naar inkomen en geslacht 2022 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • De cijfers zijn voorlopig.
  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-codes P74, P79
  • Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden.
  • De personen in de registratie van huisartsen zijn in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het gestandaardiseerd inkomen van het huishouden waartoe zij behoren (zie Verantwoording methoden).
  • Achterliggende cijfers op CBS StatLine

Naar inkomen en leeftijd

Sla de grafiek Jaarprevalentie angststoornissen naar inkomen en leeftijd 2022 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • De cijfers zijn voorlopig.
  • ICPC-codes P74, P79
  • Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden.
  • De personen in de registratie van huisartsen zijn in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het gestandaardiseerd inkomen van het huishouden waartoe zij behoren (zie Verantwoording methoden).
  • Achterliggende cijfers op CBS StatLine

Vóórkomen angststoornissen neemt af bij hoger inkomen

Bovenstaande grafieken tonen de jaarprevalentie Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar. (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.) van angststoornissen naar inkomen in de registratie van huisartsen. Hierbij is de groep ingeschreven personen in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het inkomen van het huishouden waartoe zij behoren. In de registratie neemt het relatief aantal mensen met angststoornissen (jaarprevalentie) in bijna alle leeftijdsgroepen en zowel bij mannen als bij vrouwen af met het stijgen van het inkomen. De leeftijdsgroep 0- tot en met 14-jarigen is hierop een uitzondering. Angststoornissen komen dus relatief meer voor bij mensen die deel uitmaken van een huishouden met een lager inkomen. De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2022 bekend waren bij de huisarts met angststoornissen. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2022 contact te hebben gehad met de huisarts voor angststoornissen. 


Trend jaarprevalentie angststoornissen naar inkomen

Sla de grafiek Trend jaarprevalentie angststoornissen naar inkomen 2012-2022 over en ga naar de datatabel

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn

  • De cijfers van 2022 zijn voorlopig.
  • ICPC International Classification of Primary Care (International Classification of Primary Care)-code P74, P79
  • Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden.
  • De personen in de registratie van huisartsen zijn in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het gestandaardiseerd inkomen van het huishouden waartoe zij behoren (zie Verantwoording methoden).
  • Achterliggende cijfers op CBS StatLine

Verschillen in vóórkomen angststoornissen tussen meeste inkomensniveaus vrijwel constant

Bovenstaande grafiek toont de trend in de jaarprevalentie Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar. (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.) van angststoornissen naar inkomen in de registratie van huisartsen. Hierbij is de groep ingeschreven personen in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het inkomen van het huishouden waartoe zij behoren. Uit de grafiek blijkt dat angststoornissen relatief vaker voorkomen bij mensen die deel uitmaken van een huishouden met een lager inkomen. In de periode 2012-2022 is de jaarprevalentie van angststoornissen in iedere inkomensgroep toegenomen, maar zijn de verschillen tussen de verschillende inkomensgroepen vrijwel constant gebleven. Uitzondering hierop is de laagste inkomensgroep. In de periode 2012-2022 is de stijging van de prevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief. (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van angststoornsisen in de laagste inkomensgroep het sterkst. Daardoor is het verschil in de jaarprevalentie tussen deze groep (laagste inkomen) en de andere inkomensgroepen ook toegenomen.


  • V. Hermans, red. (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))