Prevalentie op basis van huisartsenregistratie lager dan bevolkingsonderzoek
De jaarprevalenties van de verschillende psychische stoornissen berekend op basis van de huisartsenregistratie (Nivel Zorgregistraties eerste lijn) zijn lager dan de jaarprevalenties berekend op basis van het bevolkingsonderzoek NEMESIS (NEMESIS-3). In de huisartsenregistratie worden bij de berekening van een jaarprevalentie (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.) alle personen meegeteld die in het betreffende jaar contact hebben gehad met de huisarts vanwege de betreffende psychische stoornis. Mensen die voor die psychische stoornis in de GGZ (Geestelijke gezondheidszorg) onder behandeling zijn worden in principe ook meegeteld. Dit kan alleen als hun huisarts de diagnose-informatie die ze hebben ontvangen van de GGZ-behandelaars in hun registratiesysteem gecodeerd opslaan. Een GGZ-behandelaar informeert de huisarts ten minste jaarlijks (als de patiënt daar toestemming voor geeft). Mensen met een psychische stoornis die hier in het betreffende jaar geen zorg voor hebben gekregen, worden niet meegeteld. In het bevolkingsonderzoek NEMESIS worden stoornissen gemeten bij een steekproef van mensen uit de algemene bevolking. Een deel van de mensen met een stoornis wordt daarvoor behandeld, maar een deel niet. Hierdoor is de berekende jaarprevalentie van psychische stoornissen op basis van de huisartsenregistratie lager dan op basis van het bevolkingsonderzoek.
- S. van Dorsselaer (Trimbos-instituut)
- M. ten Have (Trimbos-instituut)
- M.J.J.C. Poos (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- J.W. Vanhommerig (NIVEL (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg))
- M.H.D. Plasmans (RIVM)
- M. Buijs (RIVM)
- H. Giesbers, red. (RIVM)
- C. Hendriks, red. (RIVM)