Zorginfecties

Zorginfecties zijn infecties die ontstaan zijn tijdens of in aansluiting op een opname of behandeling in een zorginstelling (ziekenhuis, verpleeghuis, zelfstandig behandelcentrum). Van een zorginfectie wordt nagegaan of deze tijdens de huidige of eerdere opname ontstaan is. Vanaf 2014 worden de zorginfecties die gerelateerd zijn aan een eerdere ziekenhuisopname ook opgenomen in de registratie en als zorginfecties bij opname (ZIBO) geregistreerd. Voor een ZIBO heropname telt een specifieke termijn per soort infectie.

Zorginfecties die binnen PREZIES Preventie van Ziekenhuisinfecties door Surveillance (Preventie van Ziekenhuisinfecties door Surveillance) geregistreerd worden, zijn postoperatieve wondinfecties, urineweginfecties, sepsis Sepsis is een klinisch syndroom dat gekenmerkt wordt door een algemene ontstekingsreactie van het hele lichaam op een infectie. Het is een zeer ernstige aandoening met een aanzienlijke kans dat de patiënt in korte tijd overlijdt. Vaak wordt het omschreven als bloedvergiftiging. (Sepsis is een klinisch syndroom dat gekenmerkt wordt door een algemene ontstekingsreactie van het hele lichaam op een infectie. Het is een zeer ernstige aandoening met een aanzienlijke kans dat de patiënt in korte tijd overlijdt. Vaak wordt het omschreven als bloedvergiftiging. )/bacteriëmie, infecties van de lage en bovenste luchtwegen, gastro-intestinale infecties, infecties van gewrichten en botten, infecties van het cardiovasculaire systeem, infecties van het oog, infecties van het oor, infecties van mond, tong of tandvlees, infecties van huid en weke delen, infecties aan het centraal zenuwstelsel, en infecties van het voortplantingssysteem.

De meeste voorkomende infecties zijn postoperatieve wondinfecties, urineweginfecties, sepsis/bacteriëmie en lage luchtweginfecties, inclusief pneumonie.

De definities voor zorginfecties zijn ontleend aan de PREZIES registratie (PREZIES 2019 PREZIES, Bijlage 2: Definities ziekenhuisinfecties. Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. PREZIES – versie: 2019 Documentversie: 1.0, Bilthoven (2019) (PREZIES, Bijlage 2: Definities ziekenhuisinfecties. Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. PREZIES – versie: 2019 Documentversie: 1.0, Bilthoven (2019)) ). Zij zijn gebaseerd op de definities van Centers for Disease Control and Prevention (CDC Centers for Disease Control and Prevention (Centers for Disease Control and Prevention)) en het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control )). 


Sepsis

Sepsis is een klinisch syndroom dat gekenmerkt wordt door een algemene ontstekingsreactie van het hele lichaam op een infectie. Het is een zeer ernstige aandoening met een aanzienlijke kans dat de patiënt in korte tijd overlijdt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire sepsis. Primaire sepsis wordt gekenmerkt door positieve bloedkweken en/of klinische verschijnselen die niet geassocieerd zijn met een reeds vastgestelde ziekenhuisinfectie. Ook als bron van de sepsis een intravasale katheter is, speekt men van primaire sepsis. Een secundaire sepsis wordt vastgesteld als het pathogeen micro-organisme uit de bloedkweek geassocieerd is met een reeds vastgestelde ziekenhuisinfectie.

Bij lijnsepsis Lijnsepsis is sepsis gerelateerd aan het gebruik van een centraal veneuze katheter. Sepsis is een klinisch syndroom dat gekenmerkt wordt door een algemene ontstekingsreactie van het hele lichaam op een infectie waarbij er een aanzienlijke kans is dat de patiënt in korte tijd overlijdt. Vaak wordt het omschreven als bloedvergiftiging. (Lijnsepsis is sepsis gerelateerd aan het gebruik van een centraal veneuze katheter. Sepsis is een klinisch syndroom dat gekenmerkt wordt door een algemene ontstekingsreactie van het hele lichaam op een infectie waarbij er een aanzienlijke kans is dat de patiënt in korte tijd overlijdt. Vaak wordt het omschreven als bloedvergiftiging. ) is de sepsis gerelateerd aan de aanwezigheid van een centraal veneuze katheter (CVK centraal veneuze katheter. Een CVK is een katheter die wordt ingebracht in een grote ader, meestal onder het sleutelbeen, in de hals of in de lies. Anders dan bij een perifere veneuze katheter (‘infuus’ genoemd, die meestal in een kleine ader in de onderarm wordt ingebracht), kan een CVK langere tijd blijven zitten, en geeft het patiënten meer bewegingsvrijheid. Een CVK wordt gebruikt om geconcentreerde vloeistoffen (zoals voeding en medicijnen) toe te dienen, bloed mee af te nemen, de hemodynamische druk te monitoren, en voor tijdelijke dialyse. Ook de perifeer ingebrachte centraal veneuze katheter (PICC), die via een ader in bijvoorbeeld de bovenarm wordt ingebracht, wordt tot de CVK’s gerekend. (centraal veneuze katheter. Een CVK is een katheter die wordt ingebracht in een grote ader, meestal onder het sleutelbeen, in de hals of in de lies. Anders dan bij een perifere veneuze katheter (‘infuus’ genoemd, die meestal in een kleine ader in de onderarm wordt ingebracht), kan een CVK langere tijd blijven zitten, en geeft het patiënten meer bewegingsvrijheid. Een CVK wordt gebruikt om geconcentreerde vloeistoffen (zoals voeding en medicijnen) toe te dienen, bloed mee af te nemen, de hemodynamische druk te monitoren, en voor tijdelijke dialyse. Ook de perifeer ingebrachte centraal veneuze katheter (PICC), die via een ader in bijvoorbeeld de bovenarm wordt ingebracht, wordt tot de CVK’s gerekend. )) inclusief een perifeer ingebrachte centraal veneuze katheter (PICC-lijn), welke binnen 48 uur voor het ontstaan van de sepsis in situ dient te zijn (PREZIES 2019 PREZIES, Bijlage 2: Definities ziekenhuisinfecties. Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. PREZIES – versie: 2019 Documentversie: 1.0, Bilthoven (2019) (PREZIES, Bijlage 2: Definities ziekenhuisinfecties. Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. PREZIES – versie: 2019 Documentversie: 1.0, Bilthoven (2019)) ).


Postoperatieve wondinfectie

Postoperatieve wondinfecties (POWI Postoperatieve wondinfecties (Postoperatieve wondinfecties)) zijn infecties van het operatiegebied. Deze worden onderverdeeld in oppervlakkige POWI's en diepe POWI's. Een oppervlakkige POWI is een infectie van huid en subcutaan weefsel van de incisie, is ontstaan binnen 30 dagen na de operatie, en voldoet ook aan een of meerdere klinische verschijnselen. Een diepe POWI is een infectie van diepliggend weefsel van de incisie, van de organen en/of van de anatomische ruimten die geopend zijn of waarmee gemanipuleerd is tijdens de operatie, is ontstaan binnen 30 dagen na de operatie zonder een niet-humaan implantaat of binnen 90 dagen na de operatie met een implantaat van niet-humane oorsprong,en voldoet ook aan een of meerdere klinische verschijnselen (PREZIES 2019 PREZIES, Bijlage 2: Definities ziekenhuisinfecties. Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. PREZIES – versie: 2019 Documentversie: 1.0, Bilthoven (2019) (PREZIES, Bijlage 2: Definities ziekenhuisinfecties. Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. PREZIES – versie: 2019 Documentversie: 1.0, Bilthoven (2019)) ).


Luchtweginfectie

Luchtweginfecties worden onderscheiden in longontsteking, andere lage luchtweginfecties en infecties van de bovenste luchtwegen. Onder 'andere lage luchtweginfecties' vallen bronchitis, tracheobronchitis, bronchiolitis, tracheïtis, long abces en empyeem. Sinusitis, pharyngitis, laryngitis en epiglottitis zijn infecties van de bovenste luchtwegen. 

Een longontsteking is gerelateerd aan beademing indien invasieve (via intubatie of tracheostoma) beademing plaatsvond binnen 48 uur voor het ontstaan van de longontsteking (PREZIES 2019 PREZIES, Bijlage 2: Definities ziekenhuisinfecties. Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. PREZIES – versie: 2019 Documentversie: 1.0, Bilthoven (2019) (PREZIES, Bijlage 2: Definities ziekenhuisinfecties. Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. PREZIES – versie: 2019 Documentversie: 1.0, Bilthoven (2019)) ).


Urineweginfectie

Urineweginfecties omvatten symptomatische infecties, asymptomatische bacteriurie en andere infecties van de urinewegen. Asymptomatische bacteriurie wordt binnen het PREZIES prevalentieonderzoek niet geregistreerd. Onder 'andere infecties van de urinewegen' vallen infecties aan de nier, ureter, blaas, urethra, of weefsel rond de retroperitoneale of perirenale ruimte.

Een urineweginfectie is gerelateerd aan het gebruik van een urethrakatheter indien de katheter in situ was tot 7 dagen voor het ontstaan van de urineweginfectie (PREZIES 2019 PREZIES, Bijlage 2: Definities ziekenhuisinfecties. Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. PREZIES – versie: 2019 Documentversie: 1.0, Bilthoven (2019) (PREZIES, Bijlage 2: Definities ziekenhuisinfecties. Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. PREZIES – versie: 2019 Documentversie: 1.0, Bilthoven (2019)) ).


Overige zorginfecties

Onder 'overige zorginfecties' vallen infecties van het cardiovasculaire systeem, infecties van gewrichten en botten, infecties van het centrale zenuwstelsel, ooginfecties, oorinfecties, infecties van mond, tong of tandvlees en infecties van het voortplantingssysteem. Deze infecties komen relatief weinig voor (PREZIES 2019 PREZIES, Bijlage 2: Definities ziekenhuisinfecties. Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. PREZIES – versie: 2019 Documentversie: 1.0, Bilthoven (2019) (PREZIES, Bijlage 2: Definities ziekenhuisinfecties. Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen. PREZIES – versie: 2019 Documentversie: 1.0, Bilthoven (2019)) ).