Puntprevalentie zorginfecties in verpleeghuizen

Sla de grafiek Puntprevalentie zorginfecties in verpleeghuizen over en ga naar de datatabel

Bron: SNIV

  • Vanwege het geringe aantal deelnemende verpleeghuizen in de jaren 2015-2019 (totaal 47 zorggroepen op 101 verpleeghuislocaties) wordt de gemiddelde puntprevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment, absoluut of relatief. (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment, absoluut of relatief.) voor deze periode gepresenteerd.
  • Huidinfecties vanaf 2017 gemeten
  • Infecties van de onderste luchtwegen incl. longontsteking
  • Bacteriële conjunctivitis = bindvliesontsteking van het oog, gemeten tot en met 2018
  • 95% BI Het 95% betrouwbaarheidsinterval. Het interval waarvan we met 95% zekerheid mogen aannemen dat de werkelijke waarde van de bestudeerde parameter erin ligt. Hoe smaller het betrouwbaarheidsinterval, des te preciezer de schatting van de waarde van de bestudeerde parameter. (Het 95% betrouwbaarheidsinterval. Het interval waarvan we met 95% zekerheid mogen aannemen dat de werkelijke waarde van de bestudeerde parameter erin ligt. Hoe smaller het betrouwbaarheidsinterval, des te preciezer de schatting van de waarde van de bestudeerde parameter.) = 95% betrouwbaarheidsinterval (alleen zichtbaar in de tabel lay-out)

Drie per 100 verpleeghuispatiënten loopt zorginfectie op

De gemiddelde prevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief. (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van zorginfecties in verpleeghuizen bedraagt 3,0 (95% BI Het 95% betrouwbaarheidsinterval. Het interval waarvan we met 95% zekerheid mogen aannemen dat de werkelijke waarde van de bestudeerde parameter erin ligt. Hoe smaller het betrouwbaarheidsinterval, des te preciezer de schatting van de waarde van de bestudeerde parameter. (Het 95% betrouwbaarheidsinterval. Het interval waarvan we met 95% zekerheid mogen aannemen dat de werkelijke waarde van de bestudeerde parameter erin ligt. Hoe smaller het betrouwbaarheidsinterval, des te preciezer de schatting van de waarde van de bestudeerde parameter.): 2,8-3,2 per 100) over de periode 2015-2019. In die periode werden op 101 zorglocaties bij 904 van 29.866 patiënten 824 zorginfecties geconstateerd (SNIV, 2022 SNIV, Referentiecijfers 2015-2019: Prevalentieonderzoek verpleeghuizen (SNIV), Bilthoven (2022) (SNIV, Referentiecijfers 2015-2019: Prevalentieonderzoek verpleeghuizen (SNIV), Bilthoven (2022)) ). 

Urineweg- en huidinfecties zijn meest voorkomende zorginfecties

Urineweginfecties (prevalentie 2015-2019: 1,5%) zijn gemiddeld de meest voorkomende zorginfecties. Huidinfecties komen ook veel voor (prevalentie 2015-2019: 0,6%). In 2019 kwamen huidinfecties (2,3%) vaker voor dan urineweginfecties (0,8%). Het voorkomen van zorginfecties is hoger onder patiënten die op de afdeling eerstelijnszorg verblijven vergeleken met de afdelingen somatiek en psychogeriatrie (statistisch significant) (SNIV, 2022 SNIV, Referentiecijfers 2015-2019: Prevalentieonderzoek verpleeghuizen (SNIV), Bilthoven (2022) (SNIV, Referentiecijfers 2015-2019: Prevalentieonderzoek verpleeghuizen (SNIV), Bilthoven (2022)) ). 

Twee maal per jaar prevalentieonderzoek

In de periode 2015-2019 werd twee maal per jaar een prevalentieonderzoek naar zorginfecties uitgevoerd in verpleeghuizen (SNIV Surveillance Netwerk Infectieziekten Verpleeghuizen (Surveillance Netwerk Infectieziekten Verpleeghuizen)). De metingen werden uitgevoerd door verpleeghuismedewerkers, in samenwerking met SNIV. De gemiddelde puntprevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment, absoluut of relatief. (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment, absoluut of relatief.) is gebaseerd op 47 deelnemende zorggroepen (101 verpleeghuislocaties) (SNIV, 2022 SNIV, Referentiecijfers 2015-2019: Prevalentieonderzoek verpleeghuizen (SNIV), Bilthoven (2022) (SNIV, Referentiecijfers 2015-2019: Prevalentieonderzoek verpleeghuizen (SNIV), Bilthoven (2022)) ).  


Aantal nieuwe gevallen in verpleeghuizen het hoogst voor urineweginfecties

De incidentie Het aantal nieuwe gevallen van of nieuwe personen met een bepaalde ziekte in een bepaalde periode, absoluut of relatief. (Het aantal nieuwe gevallen van of nieuwe personen met een bepaalde ziekte in een bepaalde periode, absoluut of relatief.) van urineweginfecties in verpleeghuizen was 7,9 per 1.000 bewonersweken in 2020. De incidenties van COVID-19 en lage luchtweginfecties waren 4,3 en 3,1 per 1.000 bewonersweken respectievelijk. Daarmee zijn deze infecties de tweede en derde meest gerapporteerde infectie (SNIV, 2022 SNIV, Surveillance Netwerk Infectieziekten in Verpleeghuizen. Resultaten van wekelijkse surveillance. Referentiecijfers 2016– 2020, Bilthoven (2022) (SNIV, Surveillance Netwerk Infectieziekten in Verpleeghuizen. Resultaten van wekelijkse surveillance. Referentiecijfers 2016– 2020, Bilthoven (2022)) ).

Tabel: Incidentie zorginfecties per 1.000 bewonersweken in verpleeghuizen 2020

Type zorginfectie

Incidentie  (95% BI)

Totaal aantal infectieziekte-episoden (2016-2020)

Totaal aantal infectieziekte-episoden (2020)

Urineweginfectie

7,9 (7,5-8,5)

6.383

1.024

Lage luchtweginfecties

3,1 (2,8-3,4)

2.596

402

Infectie van het maagdarmkanaal

0,9 (0,8-1,1)

1.473

122

Influenza-achtig ziektebeeld

1,0 (0,8-1,2)

611

130

COVID-19

4,3 (3,9-4,7)

-

413

Bron: SNIV

  • BI Betrouwbaarheidsinterval (Betrouwbaarheidsinterval) = Betrouwbaarheidsinterval

Winterse pieken in incidentie bij 4 van de 5 infectieziekten

De incidentie van infecties van het maagdarmkanaal, influenza-achtig ziektebeeld, en in mindere mate ook van lage luchtweginfecties, laat duidelijke pieken in de winter zien. Ook bij COVID-19 is er sprake van een winterse piek, hoewel het beeld bij COVID-19 grilliger is door de effecten van vaccinatie. De cijfers zijn ontleend aan de SNIV wekelijkse incidentie surveillance infectieziekten in verpleeghuizen. In de periode 2016-2020 deden in totaal 40 unieke verpleeghuizen mee aan de incidentie-module, waarin de incidentie van vijf ziekten werd geregistreerd. De deelnemende groep verpleeghuizen wisselde echter in de verschillende jaren (SNIV, 2022 SNIV, Surveillance Netwerk Infectieziekten in Verpleeghuizen. Resultaten van wekelijkse surveillance. Referentiecijfers 2016– 2020, Bilthoven (2022) (SNIV, Surveillance Netwerk Infectieziekten in Verpleeghuizen. Resultaten van wekelijkse surveillance. Referentiecijfers 2016– 2020, Bilthoven (2022)) ).


Prevalentie zorginfecties in verpleeghuizen stijgt

Het aantal urineweginfecties is statistisch significant gedaald van 1,9% in 2015 naar 0,8% in 2019. Daarentegen is de prevalentie Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief. (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van huidinfecties significant toegenomen, van in 1,2% in 2017 naar 2,3 in 2019. Ondanks de afname van urineweginfecties en het feit dat bacteriële conjunctivitis niet meer wordt meegenomen in het prevalentieonderzoek sinds 2019, is het aantal zorginfecties significant toegenomen. Vermoedelijk hebben huidinfecties hier voor een groot deel aan bijgedragen (SNIV, 2022 SNIV, Referentiecijfers 2015-2019: Prevalentieonderzoek verpleeghuizen (SNIV), Bilthoven (2022) (SNIV, Referentiecijfers 2015-2019: Prevalentieonderzoek verpleeghuizen (SNIV), Bilthoven (2022)) ). 


Incidentie van urineweginfecties gedaald tussen 2016 en 2020

De incidentie Het aantal nieuwe gevallen van of nieuwe personen met een bepaalde ziekte in een bepaalde periode, absoluut of relatief. (Het aantal nieuwe gevallen van of nieuwe personen met een bepaalde ziekte in een bepaalde periode, absoluut of relatief.) van urineweginfecties in verpleeghuizen is tussen 2016 en 2020 gedaald van 9,7 naar 7,9 per 1000 bewonersweken. De incidentie van lage luchtweginfecties bleef ongeveer gelijk met een incidentie van 3,4 per 1000 bewonersweken. De incidentie van gastro-enteritis lijkt iets gedaald, de incidentie van influenza-achtig ziektebeeld liet geen duidelijke toename of afname in de tijd zien (SNIV, 2022 SNIV, Surveillance Netwerk Infectieziekten in Verpleeghuizen. Resultaten van wekelijkse surveillance. Referentiecijfers 2016– 2020, Bilthoven (2022) (SNIV, Surveillance Netwerk Infectieziekten in Verpleeghuizen. Resultaten van wekelijkse surveillance. Referentiecijfers 2016– 2020, Bilthoven (2022)) ).


  • N. Reimes (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • M. Biesheuvel (RIVM)
  • A. Haenen (RIVM)
  • M. Harbers, red. (RIVM)