Rijtijdenanalyse ambulances
Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) beheert een rijtijdenmodel voor de spoedeisende ambulancezorg. Het rijtijdenmodel geeft een schatting van de rijtijd die een ambulance nodig heeft om met spoed een traject af te leggen. In het model zijn trajecten gedefinieerd op het niveau van vierpositie postcodes. Het rijtijdenmodel is in feite een tabel met verwachte rijtijden van een willekeurig vierpositie postcodegebied A naar een willekeurig ander vierpositie postcodegebied B. Hierbij gaan we uit van de ‘centroïde’ van een postcodegebied, dat is het geografisch middelpunt van een postcodegebied. De rijtijd van het model is dus een schatting van de benodigde rijtijd tussen de twee geografische middelpunten van de postcodegebieden A en B. De verwachte rijtijden zijn bepaald met een route die berekend is met een routeplanner die gebruik maakt van de feitelijke gemiddelde snelheden (per wegsoort) van een ambulance die met spoed rijdt. De routering gaat uit van de route met de kortste rijtijd tussen twee postcodegebieden. De routeplanner is toegesneden op ambulancevervoer. De wegenkaart die bij de routering wordt gehanteerd bevat speciale op- en afritten voor hulpdiensten en bus- en tramlijnen die open staan voor hulpdiensten. Deze kaart wordt ook gebruikt op de meeste meldkamers ambulancezorg in Nederland. De feitelijke gemiddelde snelheden die in de routeplanner worden gebruikt zijn gebaseerd op metingen van ambulancesnelheden in de praktijk. Deze metingen houden rekening met details van de route, zoals differentiatie naar wegtype (elf verschillende types), positie van het wegsegment in de bebouwde kom (binnen of buiten de bebouwde kom), regio en tijdstip van de dag.
In 2021 heeft het RIVM het rijtijdenmodel voor de spoedeisende ambulancezorg geactualiseerd. Dit gebeurt elke vier jaar. Hiervoor zijn feitelijk gemeten snelheden van ambulances van juli 2019 tot en met juni 2020 gebruikt (Kommer et al. 2022 (Kommer, GJ, de Vries, Etemad-Ghameshlou, Z., Ferreira, L.S., Mohnen, S.M., Ambulancezorg Rijtijdenmodel - actualisatie 2021, Bilthoven (2022)) ).
De volgende kanttekeningen kunnen bij het rijtijdenmodel gemaakt worden:
- Het komt voor dat ambulances onderweg zijn als ze opgeroepen worden, bijvoorbeeld op de terugreis van het ziekenhuis naar de standplaats. Ook wordt er wel voor gekozen om op drukke tijden aanwezig te zijn op of nabij de snelweg. In beide gevallen wordt gesproken van rijdende paraatheid. Met dergelijke situaties wordt in de kaarten geen rekening gehouden.
- Een aantal grote bedrijven heeft een eigen bedrijfsambulancedienst. De bijbehorende locaties zijn niet opgenomen in de kaart. Hierdoor zal de bereikbaarheidsituatie op sommige plaatsen bijvoorbeeld op de Maasvlakte in werkelijkheid anders zijn dan in de kaart.
- In de gemiddelde snelheden die gebruikt zijn voor deze analyse is rekening gehouden met vertraging door congestie op verschillende wegsoorten (stad, platteland, snelweg etc.).
- In de gebruikte maat wordt geen rekening gehouden met voorwaardescheppende inzetten. Wanneer alle ambulances van een bepaalde locatie in actie zijn, verandert de bereikbaarheidssituatie in de regio op dat moment. In dergelijke gevallen wordt soms een ambulance vanuit een andere standplaats tijdelijk op een strategische plaats ergens tussen beide posten gestationeerd zodat toch nog een redelijke rijtijd gegarandeerd kan worden. Dit wordt een voorwaardescheppende inzet genoemd.
- Er wordt in deze modelmatige weergave voorbij gegaan aan het feit dat langs de landsgrenzen bijstand vanuit het buitenland (België en Duitsland) kan worden geleverd.
Bereikbaarheidspercentages
De bereikpercentages in deze kaart (Inwoners binnen bereik van een ambulancestandplaats) zijn anders dan in het Referentiekader. Dat komt omdat deze kaart uitgaat van de werkelijke spreiding van standplaatsen, terwijl het referentiekader een eigen, modelmatige, spreiding hanteert. Het referentiekader is een planninginstrument, de werkelijke spreiding kan hiervan afwijken, bijvoorbeeld om hogere bereikpercentages te realiseren.
In bereikbaarheidsmodellen wordt uitgegaan van 3 minuten voor de ontvangst en uitvraag van de melding, verstrekking van de inzetopdracht en het uitrukken van het ambulanceteam; de netto rijtijd is 12 minuten. Ook is uitgegaan van open grenzen. Dat wil zeggen dat gebieden ook door standplaatsen van buiten de eigen regio aangereden mogen worden. Steunpunten die gebruikt worden voor voorwaardescheppende inzetten en DAM-standplaatsen (Dynamisch Ambulance Management) zijn niet meegenomen in de berekeningen. Het gehanteerde rijtijdenmodel is dezelfde als die gebruikt is in het 'Referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg 2013''(Kommer & Zwakhals 2013 (Kommer, GJ, Zwakhals, L, Referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg 2013, Bilthoven (2013)) )Kommer & Zwakhals 2013 (Kommer, GJ, Zwakhals, L, Referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg 2013, Bilthoven (2013)) .
Crisis GGZ (Geestelijke gezondheidszorg)
Uit de declaratiebestanden van Vektis over de GGZ zijn declaraties met bepaalde zorgtypen geselecteerd. Een crisiscontact is hier gedefinieerd als een declaratie. Eén declaratie kan meerdere consulten van één of meerdere behandelaren omvatten. De gepresenteerde aantallen crisiscontacten hebben betrekking op unieke patiënten per dag. Dat wil zeggen dat een patiënt die op één dag meerdere contacten had, slecht één keer meegeteld wordt. Voor 2020 en 2021 zijn alleen zogenaamde declaraties ‘binnen budget’ meegenomen. Dat zijn declaraties voor de eerste drie dagen crisisinterventie. Voor 2016-2019 geldt dat declaraties langer dan drie dagen open konden staan.